Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde, met dien verstande dat de verdachte rechtspersoon zal worden vrijgesproken van het tenlastegelegde bestanddeel ‘tezamen en in vereniging’;
- veroordeling van de verdachte rechtspersoon tot een geldboete ter hoogte van € 10.000,00.
4.Waardering van het bewijs
lossepolyethyleen binnenzak is gelijmd. Het betreft derhalve dus steeds een (papieren) zak met daarin een afzonderlijk bevestigde kunststof binnenzak. Deze kraftzakken voldoen volgens de rechtbank dan ook niet aan de omschrijving van de categorie B3020 van bijlage V van de EVOA. De in het geding zijnde kraftzakken vallen dientengevolge naar het oordeel van de rechtbank wel onder BEU04 van Bijlage III B bij de EVOA (Verordening (EG) nr. 1013/2006), waarin staat dat als afvalstoffen in die bijlage worden opgenomen:
‘geen residuen bevattende en niet onder Bazel-code B3020 vallende composietverpakkingen bestaande voornamelijk uit papier en enige kunststof’.
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte rechtspersoon
7.Motivering straf
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
geldboete van € 10.000,00 (tienduizend euro);