Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
Stichting De Leeuw van Putten,
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 19 januari 2016, gaat het om een kort geding tussen Stichting De Leeuw van Putten en een huurder, aangeduid als [gedaagde]. De huurder woont sinds 1993 in een woning die door de burgemeester van Nissewaard is gesloten vanwege de vondst van verboden middelen en de mogelijkheid van een hennepkwekerij. De verhuurder heeft de huurovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden en vordert ontruiming van de woning. De kortgedingrechter oordeelt dat de huurder niet verplicht kan worden om de woning te ontruimen, vooruitlopend op een bodemprocedure. De rechter overweegt dat de burgemeester bevoegd is om een woning te sluiten op basis van de Opiumwet, maar dat de kans bestaat dat het besluit tot sluiting in bezwaar of beroep niet standhoudt. De rechter concludeert dat de belangen van de huurder, die al meer dan twintig jaar in de woning woont zonder eerdere incidenten, zwaarder wegen dan de belangen van de verhuurder. De vordering van de verhuurder wordt afgewezen, en deze wordt veroordeeld in de proceskosten.