Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het verwijzingsvonnis in kort geding van de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag van 24 mei 2016 in de zaak die aanhangig is gemaakt bij dagvaarding van 17 mei 2016 alsmede de in dat vonnis vermelde processtukken;
- de akte overlegging producties alsmede aanvulling van gronden van Nesling, toegezonden bij brief van 14 juni 2016;
- de mondelinge behandeling ter openbare zitting van 16 juni 2016;
- de pleitnota van Nesling;
- de pleitnota van Senator c.s..
2.De vaststaande feiten
Betaling en eigendom
”.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Internationale bevoegdheid
Verantwoordelijkheden
Het goederenrechtelijke regime met betrekking tot een zaak die krachtens een overeenkomst van internationaal vervoer wordt vervoerd, wordt beheerst door het recht van de staat van bestemming.
Indien het in lid 1 bedoelde vervoer plaatsvindt ter uitvoering van een koopovereenkomst of een andere overeenkomst die verplicht tot overdracht van de vervoerde zaak, of ter uitvoering van een tot vestiging van rechten op die zaak verplichtende overeenkomst, wordt in afwijking van lid 1 een aanwijzing van het op de bedoelde overeenkomst toepasselijke recht, opgenomen in die overeenkomst, geacht mede betrekking te hebben op het goederenrechtelijke regime met betrekking tot de vervoerde zaak.
longa manuis overgedragen (houder voor de één wordt houder voor de ander) (art. 3:115, aanhef en sub c, BW). Volgens Nesling zijn Senator c.s. de goederen eerst gaan houden voor IFS Group en vervolgens voor Nesling. Vereist voor bezitsoverdracht
longa manuis dat de derde, Senator c.s. derhalve, de overdracht heeft erkend dan wel de vervreemder of de verkrijger de overdracht aan de derde heeft medegedeeld. Nog daargelaten dat niet is gesteld dat Senator c.s. hebben erkend in de zin van artikel 3:115 sub c BW, volgt evenmin uit de in het geding gebrachte stukken dat van zulke erkenning door Senator c.s. sprake is geweest. Met de term ‘vervreemder’ in de zin van artikel 3:115 sub c BW is bedoeld de bezitter, dat wil zeggen, degene die voor zichzelf houdt. Zoals hierboven is overwogen, staat niet vast dat IFS Group eigenaar van de goederen is (was). IFS Group is derhalve geen ‘vervreemder’ in de zin van artikel 3:115 sub c BW. Eventuele mededelingen van IFS Group aan Senator c.s. kunnen derhalve niet leiden tot bezitsoverdracht van de goederen aan Nesling. Onder deze omstandigheden kan een eventuele mededeling van Nesling aan Senator c.s. niet tot bezitsoverdracht in de zin van artikel 3:115 sub c BW leiden.
Delivery Duty Paid) omvat diverse verplichtingen van de verkoper en de koper, niet van de vervoerder. Naar het voorlopige oordeel van de voorzieningenrechter vormt de omstandigheid dat (het adres van) Nesling op deze formulieren vermeld staat als “DDP ADDRESS” in het vak met het opschrift “Description of Goods/H.S. Code” dan ook onvoldoende reden om hierin te lezen een aan Nesling toekomend recht op aflevering van de goederen door Senator c.s., temeer omdat op deze formulieren als “Final Destination” van het zeevervoer waarop deze formulieren (in ieder geval) betrekking hebben vermeld staat “Rotterdam”.
5.De beslissing
€ 1.435,00, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis en, voor het geval deze kosten alsdan niet zijn betaald, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de dagtekening van dit vonnis;