Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 18 maart 2015 en de daaraan ten grondslag liggende stukken, waaronder de abusievelijk in het vonnis niet genoemde akte houdende overlegging producties, met producties, en akte correctie aanduiding gedaagde sub 1, met producties,
- de akte houdende overlegging nadere producties van DSM, met producties 20 tot en met 27,
- de tweede akte houdende overlegging nadere producties van DSM, met productie 28,
- de aantekeningen comparitie van DSM,
- de pleitnotities van mr. A. Al Mansouri,
- het proces-verbaal van comparitie van 1 september 2015 en de daaraan gehechte faxbrief van mr. Cox van 23 september 2015 met opmerkingen over het proces-verbaal,
- de antwoordakte na eiswijziging tevens houdende akte overlegging productie van DB Schenker, met productie 6,
- de antwoordakte (houdende bezwaar tegen akte gedaagden 7 oktober 2015) van DSM.
2.De feiten
Strategic Partnership Framework Agreement for Rail Transport/Logistical Services(hierna: de ‘Framework Agreement’) gesloten.
:‘
any DSM Group Company’,
:‘
the order issued by a Customer and accepted by Carrier for the supply of the Services on the terms and conditions of this Agreement’ en
This framework agreement, including the attached Appendices and any Sub-Agreement (...)’.
List of Sub-carriers.
Sub-Agreement to Framework Agreement for Rail Transportgesloten (hierna: de ‘Sub-Agreement’). De Sub-agreement bepaalt onder meer dat ook werkzaamheden ten behoeve van DSM ACN onder de Sub-Agreement vallen.
Purchase Conditions(inclusief de daarop aangebrachte wijzigingen neergelegd in Appendix 1 bij de Framework Agreement).
3.Het geschil
4.De beoordeling
formele aspecten
lesseevan de wagons gehouden is om de verhuurders/eigenaars daarvan te compenseren voor het verloren gaan daarvan. Terecht betoogt DSM dan ook dat door het verlies van de wagons een schuld in haar vermogen is ontstaan. Of zij die aansprakelijkheid reeds heeft erkend of de schuld reeds heeft voldaan is daarvoor niet van belang.
wagon keeperis die wagons exploiteert, maar in de context van de GCU als
shippermoet worden beschouwd.
met uitsluiting van elke andere schadevergoeding”) en 41 paragraaf 1 CIM/artikel 8:1587 lid 1 BW (“
In alle gevallen waar deze Uniforme Regelen van toepassing zijn/deze titel van toepassing is, kan tegen de vervoerder slechts een vordering wegens aansprakelijkheid, ongeacht de rechtsgrond, worden ingesteld onder de voorwaarden en beperkingen van deze Uniforme Regelen/deze titel.”).
Aansprakelijkheid”), opbouw en inhoud daarvan, uitsluitend op de aansprakelijkheid voor de schade ten gevolge van geheel of gedeeltelijk verlies of beschadiging van de goederen vanaf de aanneming ten vervoer tot aan de aflevering, alsmede ten gevolge van de vertraging in de aflevering. Het is die aansprakelijkheid waarvoor het slotartikel van voornoemde regeling bepaalt dat vorderingen ter zake, ongeacht de rechtsgrond, slechts kunnen worden ingesteld onder de voorwaarden en beperkingen van de CIM respectievelijk Titel 8.18 BW.
‘Unless and to the extent Carrier’s liability is limited or restricted by the applicable treaties or regulations as mentioned above under 8.a.’) en beogen kennelijk niet af te doen aan de gelding van deze beperkingen. Ook DB Schenker gaat in haar laatste akte van deze lezing uit.
lessor/verhuurder voor doorlopende huurtermijnen c.q. gevolgschade als hier bedoeld onder die verzekeringen moest zijn gedekt. DSM heeft dat ook niet specifiek gesteld.
Kosten om vervolgschade te voorkomen (klant zonder product) - Extra kosten om klant van product te voorzien (2841 mt), noodgedwongen via alternatieve route. (...)”. Die omschrijving doet vermoeden dat de hier bedoelde kosten zijn gemaakt om te voorkomen dat de klant stilligschade lijdt als gevolg van het bij het ongeval verloren gaan van de lading acrylonitril in de wagons. Productie 13 van DSM ondersteunt dit vermoeden, nu in deze vijfde pagina van een kennelijk twaalf pagina’s tellend
invoice detail sheetvan Vopak sprake is van dienstverlening (pagina 5/12) - DSM stelt uiteindelijk dat deze kosten zien op het lossen van treinwagons - op 14 tot en met 17 mei 2013. Dat de stremming op het spoor langer heeft geduurd, tot eind juni 2013, is op te maken uit onderdelen van productie 27 van DSM. Van een langdurig via de alternatieve route beleveren van de klant wegens stremming op het spoor blijkt niets uit de stukken (daargelaten of onder die omstandigheden grond voor vergoeding zou bestaan).