ECLI:NL:RBROT:2016:4938
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van de wettelijke transitievergoeding aan een werknemer na ontslag op bedrijfseconomische gronden, met toepassing van de tijdelijke Overbruggingsregeling voor kleine werkgevers
In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 31 mei 2016 uitspraak gedaan in een verzoek van [verzoeker] tegen Jokofruit B.V. over de toekenning van een wettelijke transitievergoeding na beëindiging van de arbeidsovereenkomst. [verzoeker], die sinds 1990 in dienst was bij Jokofruit, werd op 20 oktober 2015 ontslagen na een ontslagaanvraag door de werkgever op basis van bedrijfseconomische redenen. Jokofruit had een aanvraag ingediend voor de tijdelijke Overbruggingsregeling Transitievergoeding voor kleine werkgevers, maar het UWV had deze aanvraag afgewezen omdat de onderneming niet voldeed aan de voorwaarden. [verzoeker] verzocht de kantonrechter om Jokofruit te veroordelen tot betaling van de wettelijke transitievergoeding van € 42.339,07 bruto, minus het reeds betaalde bedrag van € 3.256,85.
Jokofruit voerde verweer en stelde dat zij recht had op de Overbruggingsregeling, omdat de onderneming sinds 2012 negatieve bedrijfsresultaten had. De kantonrechter beoordeelde of aan de voorwaarden van de Overbruggingsregeling was voldaan, met name of de waarde van de vlottende activa kleiner was dan de kortlopende schulden. De kantonrechter concludeerde dat Jokofruit niet voldeed aan deze voorwaarde, omdat een lening die als langlopende schuld was gekwalificeerd, niet aan de criteria voor een kortlopende schuld voldeed. Hierdoor was de Overbruggingsregeling niet van toepassing.
De kantonrechter heeft het verzoek van [verzoeker] toegewezen en Jokofruit veroordeeld tot betaling van de wettelijke transitievergoeding, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 1 maart 2016. Tevens werd het tegenverzoek van Jokofruit afgewezen en werd Jokofruit veroordeeld in de proceskosten.