Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[woonplaats 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis (de brief) van 2 maart 2016,
- het proces-verbaal van comparitie van 19 mei 2016,
- de akte ten behoeve van de comparitie d.d. 28 april 2016, met productie, aan de zijde van [eiser] .
2.De feiten
STREEEPJE´en een icoontje in de vorm van een hartje.
getagd”). Ik kan mij de naam van die dame alleen niet meer herinneren. De betreffende dame antwoordde daarop dat het inderdaad om haar kat ging en plaatste achter haar reactie een huilende
emoticon.
3.Het geschil
4.De beoordeling
We laten hem inslapen’.
haar kat’ betrof (zie r.o. 2.6.), is te vaag om deze conclusie te kunnen trekken, gelet op het feit dat [persoon 2] zich in haar verklaring de naam van de desbetreffende vrouw niet kan herinneren.
€ 904,00(2 punten × tarief II ad € 452,00 per punt)