2.12.RET heeft bij e-mailbericht van 22 april 2016 geantwoord:
“De scores van de winnaar en uw scores op de diverse gunningcriteria waren als volgt:
Criterium 1 Mate van acceptatie van de commerciële en juridische voorwaarden, weging 25%:
winnaar 10 punten, u 10 punten
Criterium 2 Prijs, weging 40%: winnaar 9,62 punten, u 10 punten
Criterium 3 Leveringszekerheid en de contractplanning, weging 15%: winnaar 8,8 punten, u 5,6
punten
Criterium 4 RAMSHE plan, weging 20%: winnaar 8,5 punten, u 8,5 punten.
Op criterium 3 kon u totaal 10 punten behalen.
Uw score van 5,6 is gebaseerd op de in de brief van 4 april genoemde gebreken. In ons laatste gesprek stonden deze gebreken ook niet ter discussie. U vroeg zich met name af op welke manier deze gebreken tot de genoemde waardering heeft geleid. Daarover kunnen wij ter toelichting het volgende mededelen.
Wegens het feit dat de flexibiliteit niet aantoonbaar kon worden gemaakt, konden hiervoor geen
punten worden toegekend. Dit leidde tot 2 punten aftrek. Daarnaast ontbraken de andere in die
brief genoemde onderdelen. Deze leidden ieder tot 1 punt aftrek. Vervolgens waren kleine
onderdelen in het leveringsplan, zoals de supervisie als aanvulling op de coördinatie (coördinatie
met baanaannemer tijdens plaatsing) en de beschrijving van de afgifte bij de bouwplaats
onvoldoende beschreven. Deze leidde ieder tot een aftrek van 0,2 punten.
In ons gesprek hebben wij u ook aangegeven dat het heel lastig is om vooraf precies aan te
geven op welke wijze onvoldoende beschrijvingen precies moeten worden gewaardeerd, immers
dit veronderstelt dat de aanbestedende dienst alle varianten van een onvoldoende beschrijving
moet kennen. Dat is juist niet het geval. Wij hebben dit ondervangen door 2 personen
onafhankelijk van elkaar de BAFO op de criteria te laten beoordelen en vervolgens de resultaten
hiervan met een derde te bespreken. Wij menen hiermede voldoende objectiviteit te hebben
bereikt.
Uw opmerking dat de RET tijdens het gesprek de score niet nader kon onderbouwen is onjuist.
U heeft gisteren blijk gegeven geen vertrouwen te hebben in de beoordeling van de RET en was
om die reden niet nader geïnteresseerd in een nadere onderbouwing. Die hebben wij wel
expliciet aangeboden. Uw wantrouwen is gelegen in een bepaalde medewerker van de RET die
lid was van het beoordelingsteam. Uw wantrouwen heeft u niet nader kunnen onderbouwen,
behalve dan dat u in andere aanbestedingen niet de winnaar was geworden en dat met name
wijt aan die persoon.
De RET is niet bereid de standstill-termijn te verlengen. De reden hiervan is, zoals u weet, dat
de planning voor ons zeer belangrijk is.
Indien u alsnog een nadere toelichting wilt, bent u vanmiddag welkom op het RET hoofdkantoor.”