ECLI:NL:RBROT:2016:449

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 januari 2016
Publicatiedatum
19 januari 2016
Zaaknummer
C/10/481717 / HA RK 15-644
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen juridische splitsing van Intertaste B.V. en de gevolgen voor CF Belgium N.V.

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 15 januari 2016 uitspraak gedaan in een verzetprocedure van CF Belgium N.V. tegen een voorstel tot juridische splitsing van Intertaste B.V. CF Belgium, de verzoekster, is de rechtsopvolger van verschillende vennootschappen binnen de Campbell Europe groep en heeft een contractuele relatie met Intertaste en Intertaste Supply Point. De splitsing, die op 29 juni 2015 werd voorgesteld, houdt in dat verschillende activiteiten van Intertaste in nieuwe vennootschappen worden ondergebracht, wat CF Belgium vreest dat dit haar vorderingen zou kunnen benadelen in geval van wanprestatie door Intertaste Supply Point.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek van CF Belgium tijdig is ingediend en dat de vrees van CF Belgium voor een verminderde waarborg na de splitsing niet gegrond is. De rechtbank oordeelt dat de voorgestelde splitsing niet leidt tot een vermindering van de waarborg voor de vorderingen van CF Belgium, aangezien de verkrijgende vennootschappen aansprakelijk blijven voor de verbintenissen van de gesplitste rechtspersoon. De rechtbank heeft het verzet ongegrond verklaard en CF Belgium veroordeeld in de proceskosten van de verweersters.

De beslissing van de rechtbank is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gevolgen van de uitspraak onmiddellijk van kracht zijn, ongeacht eventuele hoger beroep procedures. De rechtbank heeft de kosten aan de zijde van de verweersters begroot op € 7.035,-, inclusief griffierecht en salaris voor de advocaat.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team haven en handel
zaaknummer / rekestnummer: C/10/481717 / HA RK 15-644
Beschikking van 15 januari 2016
in de zaak van
de rechtspersoon naar het recht van de plaats van haar vestiging
CONTINENTAL FOODS BELGIUM N.V.,
gevestigd te Puurs, België,
verzoekster,
advocaten mrs. H.J. van der Baan en F.B.H. Vos,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INTERTASTE B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GIMLE B.V.,
gevestigd te Barendrecht,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EXCALIBUR MANAGEMENT B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INTERTASTE SUPPLY POINT UTRECHT B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CLEARWOOD INVESTMENT B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
verweersters,
advocaten mrs. B. Verkerk en W.J.B. van Nielen.
Verzoekster wordt hierna aangeduid met: “CF Belgium”, verweersters met respectievelijk “Intertaste”, “Gimle”, “Excalibur”, “Intertaste Supply Point” en “CI” en gezamenlijk met: “Intertaste c.s.”.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift van 28 juli 2015, met producties;
  • de beschikking van deze rechtbank van 17 september 2015 waarbij de mondelinge behandeling is gelast;
  • het verweerschrift van Intertaste c.s., met producties;
  • de bij gelegenheid van de mondelinge behandeling van 16 november 2015 zijdens zowel CF Belgium als Intertaste c.s. overgelegde pleitnotities, alsmede de van die behandeling opgemaakte aantekeningen van de griffier.

2.De feiten

2.1.
Intertaste is enig aandeelhouder van Intertaste Supply Point.
Gimle en Excalibur zijn bestuurder van Intertaste Supply Point als ook van Intertaste.
CI is enig aandeelhouder van Intertaste.
2.2.
CF Belgium is de rechtsopvolger van een aantal vennootschappen behorende tot de “Campbell Europe” groep.
Ten behoeve van de leesbaarheid worden deze rechtsvoorgangers eveneens aangeduid met “CF Belgium”.
2.3.
Op 4 januari 2011 is een “Contract Manufacturing Agreement” (hierna: CMA) tot stand gekomen tussen Intertaste en Intertaste Supply Point enerzijds en CF Belgium anderzijds.
Uit hoofde van de CMA coproduceert en levert Intertaste Supply Point instant droge soepen en maaltijdcomponenten aan CF Belgium en is Intertaste hoofdelijk aansprakelijk ex artikel 6:6 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) voor alle “obligations, liabilities, commitments, undertakings, warranties en indemnities” van Intertaste Supply Point uit hoofde van of in verband met de CMA.
De door Intertaste Supply Point aan CF Belgium geleverde producten vertegenwoordigen voor CF Belgium een verkoopwaarde van € 30.000.000,- per jaar.
2.4.
Op 16 juni 2015 heeft CF Belgium aan Intertaste en Intertaste Supply Point meegedeeld de CMA te willen beëindigen.
CF Belgium heeft vervolgens op 17 juli 2015 de CMA schriftelijk opgezegd per 31 juli 2016. De vraag of de CMA daarmee eindigt is tussen hen in geschil.
2.5.
Op 29 juni 2015 heeft Intertaste een voorstel tot (af-)splitsing als bedoeld in artikel 2:234a lid 3 van het Burgerlijk Wetboek (BW) gedeponeerd ten kantore van het handelsregister van de Kamer van Koophandel te Rotterdam. Door de splitsing worden verschillende (specifieke) activiteiten van Intertaste in aparte vennootschappen ondergebracht, onder meer ten behoeve van financiering en fiscaal voordeel.
Het voorstel houdt het volgende in.
Intertaste houdt niet op te bestaan, haar naam wordt na splitsing gewijzigd in ITT Food Ingrediënts.
Een deel van het vermogen van Intertaste wordt verkregen door de volgende bij akte van splitsing op te richten vennootschappen (hierna gezamenlijk aangeduid als “de verkrijgende vennootschappen”):
- de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ISPN B.V. (hierna: ISPN);
- de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ITT SSC B.V. (hierna: ITT SSC);
- de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ITT Finished Products B.V. (hierna: ITT FP);
- de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ITT Degens B.V. (hierna: ITT Degens).
ITT FP verkrijgt vanuit het vermogen van Intertaste het 100% belang in Intertaste Supply Point.
De afsplitsing heeft de volgende gevolgen voor de uitkeerbare reserves:
a. in de balans van de afsplitsende vennootschap Intertaste bedragen deze
vóór splitsing € 15.557.000,- aan agioreserve en € 3.709.000,- aan overige reserves en ná splitsing € 5.341.000,- aan agioreserve en € 3.709.000,- aan overige reserves;
b.in ISPN € 4.550.000,- aan agioreserve;
c. in ITT SSC € 1.023.000,- aan agioreserve;
d. in ITT FP € 4.150.000,- aan agioreserve;
e. in ITT Degens € 493.000,- aan agioreserve.
De aandelen van de nieuw op te richten vennootschappen worden (evenals thans reeds die van Intertaste) eigendom van CI.
2.6.
De voorgenomen splitsing is op 30 juni 2015 aangekondigd in het landelijk verspreid dagblad Trouw.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
Het verzoekschrift houdende verzet tegen het voorstel tot splitsing ex 2:334l BW is ter griffie ingekomen op 28 juli 2015.
CF Belgium verzoekt de rechtbank haar verzet gegrond te oordelen en Intertaste te bevelen de volgende zekerheden te (laten) stellen voor CF Belgium:
primair: een bankgarantie van een gerenommeerde Nederlandse bank overeenkomstig het model van de Nederlandse Vereniging van Banken voor het bedrag van € 10.216.000,- als zekerheid voor huidige of toekomstige vorderingen van CF Belgium tegen Intertaste of Intertaste Supply Point uit hoofde van of in verband met de CMA of
subsidiair: een onherroepelijke en onvoorwaardelijke toezegging van zowel (i) CI als (ii) elk van de verkrijgende vennootschappen dat zij zich conform artikel 6:6 lid 2 BW hoofdelijk aansprakelijk verklaren voor alle “obligations, liabilities, commitments, undertakings, warranties en indemnities” van Intertaste Supply Point uit hoofde van of in verband met de CMA en
primair en subsidiair: Intertaste te veroordelen in de kosten van deze procedure.
3.2.
Het verweerschrift strekt er toe bij uitspraak voorzover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, CF Belgium (i) niet ontvankelijk te verklaren in haar verzoek, althans haar verzoek af te wijzen;
(ii) CF Belgium te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de nakosten van € 131,- zonder betekening, dan wel € 199,- in het geval van betekening, een en ander binnen veertien dagen na dagtekening van de uitspraak en – voor het geval de voldoening van de (na-)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voorzover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het verzoekschrift is tijdig ingediend, binnen een maand nadat de nederlegging van het voorstel in het dagblad Trouw is aangekondigd, zodat CF Belgium daarin kan worden ontvangen. De door CF Belgium aan de orde gestelde kwestie of zij door Intertaste tijdig van haar splitsingsvoorstel op de hoogte is gesteld mist om die reden betekenis.
4.2.
CF Belgium is op de voet van artikel 2:334l BW in verzet gekomen tegen het voorstel tot juridische splitsing van Intertaste, nu zij vreest dat bij wanprestatie onder de CMA door Intertaste Supply Point, na splitsing van Intertaste (die zich terzake de CMA jegens CF Belgium hoofdelijk aansprakelijk stelde), de verkrijgende vennootschappen minder waarborg bieden dat haar vordering zal worden voldaan en van Intertaste onvoldoende waarborg is verkregen.
4.3.
Krachtens artikel 2:334l lid 1 BW is verzet tegen een voorstel tot juridische splitsing mogelijk op grond van strijdigheid met artikel 2:334j BW (een rechtsverhouding kan slechts in haar geheel overgaan) dan wel omdat een krachtens artikel 2:334k BW verlangde waarborg niet is gegeven.
Het verzoek is gebaseerd op laatstbedoelde mogelijkheid.
De rechtbank stelt voorop dat het verzoek in ieder geval moet worden afgewezen indien de vraag of de vermogenstoestand van de verkrijgende rechtspersoon na splitsing niet minder waarborg biedt dat de vordering (van verzoeker) zal worden voldaan dan er thans is, bevestigend moet worden beantwoord.
Dit is naar het oordeel van de rechtbank hier het geval.
De voorgestelde afsplitsing is naar de kern niet meer of minder dan een herschikking van activa over diverse (nog op te richten) vennootschappen die aldus onverminderd waarborg bieden tot voldoening van de vordering van CF Belgium op Intertaste.
4.4.
Ingevolge artikel 2:334t lid 1 BW zijn immers de verkrijgende rechtspersonen naast de voortbestaande gesplitste rechtspersoon (Intertaste) aansprakelijk tot nakoming van de verbintenissen van de gesplitste rechtspersoon ten tijde van de splitsing, in dat geval tot de waarde van het bij de splitsing verkregen vermogen. Met deze aansprakelijkheid van de verkrijgende rechtspersonen moet rekening gehouden worden bij de beoordeling van de vraag of voldaan wordt aan artikel 2:334k BW. Omdat de verkrijgende vennootschappen in dit geval nieuw worden opgericht kan geen sprake zijn van de omstandigheid dat vermogen door de splitsing verdampt wegens andere verplichtingen (in de verkrijgende vennootschappen) dan die van Intertaste. Het voor verhaal beschikbare vermogen blijft in feite gelijk.
Aldus valt niet in te zien dat en in welk opzicht CF Belgium als gevolg van de voorgestelde juridische afsplitsing minder verhaalswaarborgen heeft.
De enkele omstandigheid dat de aansprakelijkheid van de verkrijgende vennootschappen een subsidiaire aansprakelijkheid is (krachtens het vierde lid van voormeld artikel kunnen de verkrijgende vennootschappen pas worden aangesproken als de splitsende vennootschap tekort is geschoten), is daartoe onvoldoende. Met betrekking tot de vermogensbestanddelen waarop CF Belgium zich ter nakoming van vorderingen uit de overeenkomst zou kunnen verhalen, brengt die afsplitsing immers geen wijziging.
Ook de omstandigheid dat het verhaal op de verkrijgende rechtspersonen is beperkt tot het bij de splitsing verkregen vermogen, is irrelevant. Criterium is immers dat het totale vermogen na splitsing niet minder waarborg biedt dan er thans is.
Evenmin is relevant dat - zoals door CF Belgium is betoogd - na splitsing de kans op een faillissement ten opzichte van de huidige situatie is vermeerderd met het aantal van de verkrijgende vennootschappen. Voor de verhaalbaarheid van vordering van CF Belgium kan even goed worden betoogd dat het risico van een gebrek aan verhaal door faillissement door de splitsing is gespreid.
4.5.
De overige verweren van Intertaste c.s. kunnen daarmee onbesproken blijven.
De rechtbank overweegt ten overvloede dat waar Intertaste c.s. zich op het standpunt stelt dat artikel 2:334k BW toepassing mist omdat er geen sprake is van een vordering van CF Belgium, zij miskent dat dit artikel ook van toepassing is op vorderingen die nog niet opeisbaar zijn maar voortvloeien uit (een geschil over beëindiging van) hun thans bestaande rechtsverhouding, de CMA. Dit geldt naar moet worden aangenomen ook voor artikel 2:334t BW.
4.6.
De rechtbank zal het verzet ongegrond verklaren en opheffen met veroordeling van CF Belgium in de proceskosten van verweersters. De rechtbank zal de uitspraak als hierna vermeld uitvoerbaar bij voorraad verklaren omdat door CF Belgium geen feiten of omstandigheden zijn aangevoerd die de conclusie rechtvaardigen dat haar belangen om dat niet te doen, opwegen tegen die van Intertaste om het splitsingsproces te kunnen voltooien teneinde haar juridische structuur aan te passen aan de feitelijke situatie ten behoeve van financiering en fiscaal voordeel.
4.7.
De kosten aan de zijde van verweersters worden begroot op:
  • griffierecht € 613,-
  • salaris voor de advocaat
totaal € 7.035,-
4.8.
Voor een zelfstandige veroordeling in de nakosten bestaat geen grond, nu de kostenveroordeling ook voor deze nakosten (€ 131,- aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder voorwaarde dat CF Belgium niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak heeft voldaan en er vervolgens betekening heeft plaatsgevonden met een bedrag van € 68,- aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak) een executoriale titel oplevert.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
verklaart het verzet ongegrond en heft dit op;
5.2.
veroordeelt CF Belgium in de proceskosten, aan de zijde van Intertaste c.s. tot op heden begroot op € 7.035,-;
5.3.
verklaart de beschikking terzake de opheffing van het verzet en de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.M.E. van der Hoeven, mr. W.J. van den Bergh en mr. Th. Veling en in het openbaar uitgesproken op 15 januari 2016.
39/2504/1980