Uitspraak
LAMBERTUS HENDRIKUS [gedaagde in conventie 1],
[gedaagde in conventie 2],
[gedaagde in conventie 3],
DETOMA B.V.,
[gedaagde in conventie 2],
[gedaagde in conventie 3],
- het vonnis van 8 juli 2015 waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- het proces-verbaal van de op 8 oktober 2015 gehouden comparitie van partijen, inclusief de daarin genoemde, ter zitting genomen processtukken, te weten:
- de brieven van mrs. Lobé, Witte en Verhaar van resp. 29 oktober 2015 en 2 november 2015, met opmerkingen naar aanleiding van het proces-verbaal;
- de conclusie van dupliek van [gedaagde in conventie 1] met producties;
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie van [gedaagde in conventie 2] , [gedaagde in conventie 3] , CRB, en Detoma, met producties;
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie van Treston;
- de conclusie van dupliek in reconventie inclusief vermindering van eis in conventie van HDI met producties;
- de akte van HDI ten aanzien van stellingen zijdens [gedaagde in conventie 1] ter comparitie inclusief vermindering van eis;
- de beslissing van de rolrechter van 30 maart 2016 waarin de bezwaren van mr. Witte tegen laatstgemelde producties ongegrond zijn verklaard en het verzoek van mr. Lobé is afgewezen.
- het vonnis van 15 juli 2015 waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- de producties 1 tot en met 5 van Treston;
- de pleitnota van Treston;
- het proces-verbaal van de op 8 oktober 2015 gehouden comparitie van partijen;
- de akte van [gedaagde in conventie 2] en [gedaagde in conventie 3] ;
“a. het verlenen van adviezen op financieel -, economisch, beleggings-, beveiligings- en
Blijkens het jaarverslag van de Centrale Bank van Aruba over 2010 houden [gedaagde in conventie 2] , M. [gedaagde in conventie 2] en Bogaard Aruba Holding B.V. significante belangen in Treston.
Whereas, CRB operates a reinsurance broker based in the Netherlands and Curacao doing business worldwide and whereby special attention needs to be given to a certain group of clients;
3.Payment.
Commission income till USD 250,000
“IN AANMERKING NEMENDE DAT
1 januari 2008heeft goedgekeurd;
N.V.
verrichten tegenprestatie, bedoeld in artikel 3.
Huidige situatie per 10 juli 2006;
- onrechtmatige daad (wat betreft [gedaagde in conventie 1] , [gedaagde in conventie 2] , [gedaagde in conventie 3] en Treston), althans wat betreft Treston ongerechtvaardigde verrijking,
a. [gedaagde in conventie 1] te veroordelen tot betaling aan HDI van de volgende bedragen (in verband met het misbruik van de bankrekeningen [rekening 1] en [rekening 2] ):
[gedaagde in conventie 1] , [gedaagde in conventie 2] en [gedaagde in conventie 3] hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan HDI van een bedrag van USD 217.500,- (in verband met de Mesa Vista-transactie), te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
Subsidiair zijn [gedaagde in conventie 1] , [gedaagde in conventie 2] en [gedaagde in conventie 3] aansprakelijk op grond van onrechtmatige daad, omdat hun handelen in strijd is met een wettelijke plicht (vastgelegd in artikel 2:9 BW) en met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. Zij hebben hierbij samengewerkt en elk een onrechtmatige rol gespeeld.
Een en ander laat onverlet dat de koop van Mesa Vista is geschied in het belang van HDI. [gedaagde in conventie 1] had bij de koop van Mesa Vista geen enkel persoonlijk (financieel) belang. De prijs die HDI in 2006 voor Mesa Vista betaalde was marktconform. HDI heeft er zelf voor gekozen om Mesa Vista, na het instorten van de huizenmarkt in 2008, in 2013 te verkopen tegen een veel lagere prijs.
Voor de aankoop was geen goedkeuring van de Raad van Commissarissen van HDI vereist, althans was het niet gebruikelijk om deze voor onroerend goed transacties te vragen. Mesa Vista is aangekocht in het kader van de normale bedrijfsuitoefening van HDI.
7.De vorderingen in de hoofdzaak in reconventie[gedaagde in conventie 2]7.1. [gedaagde in conventie 2] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, voor recht te verklaren dat HDI onrechtmatig heeft gehandeld en te bepalen dat HDI aansprakelijk is voor de schade die [gedaagde in conventie 2] hierdoor heeft geleden, welke schade nader bij staat zal moeten worden opgemaakt, met veroordeling voorts van HDI in de proceskosten en nakosten.
- verlof te verzoeken voor het leggen van beslag tot een bedrag van € 25,5 miljoen, waardoor de solvabiliteit van Treston Aruba en Treston Curaçao door de Centrale Bank van Aruba en de CBCSM in twijfel is getrokken;
- Treston te beslaan op al haar liquiditeiten waardoor de solvabiliteit van Treston Aruba en Treston Curagao door de Centrale Bank van Aruba en de CBCSM in twijfel is getrokken;
HDI onrechtmatig heeft gehandeld door:
1) voor recht te verklaren dat HDI onrechtmatig heeft gehandeld en te bepalen dat HDI aansprakelijk is voor de schade die CRB hierdoor heeft geleden, welke schade nader bij staat zal moeten worden opgemaakt en
1) verlof te verzoeken voor het leggen van beslag tot een bedrag van € 25,5 miljoen, onder meer onder Treston, waardoor de solvabiliteit van Treston Aruba en Treston Curaçao door de Centrale Bank van Aruba en de CBCSM in twijfel is getrokken;
HDI heeft zonder enige vooraankondiging op 25 juni 2014 beslag laten leggen ten laste van Treston voor een bedrag van € 25,5 miljoen. Gelijktijdig is HDI een bodemprocedure gestart tegen Treston. Door de beslaglegging kon Treston niet meer aan haar verplichtingen voldoen. HDI wist dat Treston de Centrale Bank van Aruba hiervan op de hoogte moest stellen en dat de Centrale Bank van Aruba als gevolg daarvan een onderzoek naar Treston zou starten, verscherpt toezicht zou houden en een stille curator zou aanwijzen. Hoewel de beslagen in kort geding zijn opgeheven, duurt het verscherpte toezicht en de curatele voort totdat in een bodemprocedure is vastgesteld dat Treston geen blaam treft. Dit heeft ertoe geleid dat Treston sinds de beslaglegging haar bedrijf niet meer heeft kunnen uitoefenen.
mr. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten, mr. C.M.E. van der Hoeven en mr. J.A. Moolenburgh.
Administratie haven en handel, afdeling planningsadministratie, kamer E12.43, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam, faxnummer 088-36 10555- hun verhinderdagen in de maanden augustus 2016 tot en met november 2016 moeten opgeven, waarna dag en uur van de comparitie van partijen zal worden bepaald,