2.29.Voor het eerst in haar conclusie van antwoord na enquête heeft Odfjell een beroep gedaan op uitsluiting van haar aansprakelijkheid op grond van overmacht ingevolge artikel 57 lid 2, aanhef en sub e) jo. artikel 60 lid 1, aanhef en sub d) van de VOTOB-voorwaarden. Kolmar heeft geen bezwaar gemaakt tegen deze verruiming althans verduidelijking van de grondslagen van het eerder summier toegelichte beroep op de VOTOB-voorwaarden en het daaraan ontleende verweer, zodat de rechtbank hierop recht zal doen. Genoemde bepalingen van de VOTOB-voorwaarden luiden in de Engelstalige versie, waar Odfjell een beroep op doet, als volgt:
“Article 57 Liability of the Storage Company
[…]
2. The Storage Company shall at no time be liable for:
[..]
e) damage, loss, claims of third parties, fines and/or costs, arisen in any way whatsoever, that are the result of force majeure, as defined in article 60, paragraph 1 of these General Conditions.
1. The following facts shall, irrespective of their origin, amongst others constitute force majeure for the Storage Company:
[..]
d) any other circumstances that the Storage Company could not reasonably have avoided, prevented or forestalled.”
2.30.1.Aan haar beroep op force majeure als bedoeld in artikel 60, hierna aan te duiden als overmacht, legt Odfjell ten grondslag dat, voor zover zij al tekort is geschoten in de nakoming van haar verbintenissen uit de overeenkomsten met Kolmar, deze tekortkoming niet voor haar rekening komt. Zij noemt ten aanzien van haar verplichting om butaniseren mogelijk te maken per 1 april 2013 als redenen voor de aanwezigheid van overmacht de opstelling van de autoriteiten en het stellen door die autoriteiten van steeds weer nadere eisen (ten aanzien van het butaniseren), omstandigheden die Odfjell redelijkerwijze niet kon en zou hebben kunnen vermijden, voorkomen of verhinderen.
2.30.2.Het betreft, aldus Odfjell, de eisen die door Gedeputeerde Staten worden gesteld in de brief 5 februari 2013. In deze brief staat onder meer:
“Wij hebben op 27 november 2012 van Odfjell een aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen. (…) Uw aanvraag voldoet niet aan de eisen die zijn gesteld in hoofdstuk 1, 2 en 4 van de Ministeriele Regeling Omgevingsrecht (Mor). De aanvraag moet op de volgende punten worden aangevuld.
- In uw vergunning van 21 december 2004 worden diverse eisen gesteld aan tanks binnen
uw inrichting. Het is onduidelijk dat door de voorgenomen wijziging nog steeds aan de eisen uit de vergunning voldaan kan worden. Op 3 november 2010 en 26 januari 2011 hebben wij van Odfell een PGS 29 GAP analyse en het daarbij horende implementatieplan ontvangen (…). Uit deze beoordeling blijkt dat tankput 27 en de tanks 901, 902, 903 en 904 niet aan alle voorschiften uit de PGS 29 voldoen of dat dit nog niet bepaald is. Om te kunnen beoordelen of voldaan wordt aan de vergunningvoorschriften moet u de PGS 29 GAP analyse aanvullen, waarbij u eveneens rekening houdt met de door u ingediende aanvraag voor domes. In uw aanvulling moet daarbij zijn opgenomen in welke mate, op welke wijze en op welke termijn voldaan gaat worden aan de onderdelen waarvan is gebleken dat nog niet wordt voldaan aan de eisen uit de PGS 29. In dit implementatieplan moeten de onderdelen van de PGS 29 waaraan niet voldaan wordt gerangschikt worden op risico voor milieu en veiligheid.
- Met betrekking tot het implementatieplan is tevens het volgende relevant. U weet dat wij uw vergunning in het kader van de landelijke aanpak "implementatie Buncefield
maatregelen" gaan actualiseren op het onderdeel opslag van brandgevaarlijke vloeistoffen in bovengrondse cilindrische tanks. De tanks 901, 902, 903 en 904 in tankput 27 zullen voor het aanbrengen van de domes uit bedrijf worden genomen. Wij raden u met klem aan bij deze stop al vast rekening te houden met deze actuatisatie en de tanks en tankput in overeenstemming te brengen met de PGS 29. In uw implementatieplan dient u hierop in te gaan.
- Het blenden, waaronder butaniseren, in de aangevraagde tanks is een vergunde activiteit. Door het plaatsen van domes is het zeer waarschijnlijk dat de veiligheidsrisco's wijzigen. Dan kan niet meer worden voldaan aan voorschrift 19.5 van uw vergunning van 21 december 2004. In dit voorschrift is opgenomen dat geen explosieve mengsels in de tank aanwezig mogen zijn. U dient daarom de risico's in beeld te brengen door middel van een veitigheidsstudie. Op 18 juni 2012 hebben wij met Odfjell een algemeen gesprek gehad over het butaniseren in tanks. Wij gaan er van uit dat u de tijdens deze vergadering gemaakte opmerkingen meeneemt in de veiligheidsstudie voor tankput 27.”
Het betreft volgens Odfjell voorts de nadere eisen die aan Odfjell eerst duidelijk werden toen zij berichten ontving over de inhoud van de concept-vergunning. Odfjell verwijst in dat verband naar de verklaring van [getuige 10] .