Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 30 november 2015, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het vonnis van 3 februari 2016 waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- de brief van 29 maart 2016 namens [eiser] met producties;
- het proces-verbaal van de op 6 april 2016 gehouden comparitie van partijen.
2.De vaststaande feiten
€ 152.500,00. De akte van levering zou aanvankelijk op 31 oktober 2014 gepasseerd worden. Dit heeft op verzoek van [gedaagde] plaatsgevonden op 25 november 2014.
Artikel 6. Staat van de onroerende zaak. Gebruik
van deze koopakte en artikel 7:17 lid 1 en 2 BW komt het geheel of ten dele ontbreken van één of meer eigenschappen van de onroerende zaak voor normaal en bijzonder gebruik en het eventueel anderszins niet-beantwoorden van de zaak aan de overeenkomst voor rekening en risico van koper.
[H.] van Bouwbedrijf J. van Huizen B.V. (verder Van Huizen), waarbij Van Huizen de woning tevens heeft gekeurd. Tijdens deze bezichtiging hebben [eiser] noch Van Huizen gebreken aan de woning waargenomen, anders dan een gebrek aan de dakkapel. Het hout daarvan was rot, hetgeen de makelaar van [gedaagde] tijdens de bezichtigingen aan [eiser] heeft gemeld.
3.De vordering
€ 25.000,00;
4.Het verweer
5.De beoordeling van de vordering
“Recent is bij timmerwerk (plaatselijk nieuw houtwerk) verricht waarbij verrotte delen, kieren en naden zijn dichtgepurd.“dat duidt op het tegendeel. De gedetailleerde verklaring van de heer [P.] (productie 10 bij dagvaarding) doet [gedaagde] kortweg af met de stelling dat deze onjuist is, terwijl hij de verklaring van [L.] (productie 11 bij dagvaarding) en diens aansprakelijkstelling (productie 12 bij dagvaarding) onweersproken laat. Hiertegen wegen niet op de door [gedaagde] bij antwoord in het geding gebrachte verklaringen die grotendeels momentopnames betreffen en geen blijk geven van onderzoek in de woning.
21 november 2014 moet dan ook worden aangemerkt als een ingebrekestelling. Het verweer van [gedaagde] wordt verworpen.