In deze zaak heeft de vrouw, eiseres, vervangende toestemming gevraagd om samen met haar minderjarige kinderen op vakantie te gaan naar Turkije van 19 juli 2016 tot en met 16 augustus 2016. De man, gedaagde, heeft verweer gevoerd en aangevoerd dat de veiligheidsrisico's in Turkije, in verband met mogelijke terroristische aanslagen, te groot zijn voor de minderjarigen. De rechtbank heeft de procedure op 20 mei 2016 behandeld, waarbij beide partijen vertegenwoordigd waren door hun advocaten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen gezamenlijk het gezag over de minderjarigen uitoefenen en dat er eerder een echtscheiding is uitgesproken. De man heeft zijn bezorgdheid geuit over de veiligheid in de provincie en stad waar de vakantie gepland is, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat er geen negatief reisadvies voor deze gebieden geldt. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de argumenten van de man onvoldoende zijn om de vordering van de vrouw af te wijzen.
De voorzieningenrechter heeft de vrouw vervangende toestemming verleend voor de vakantie en bepaald dat deze toestemming geldt als vervanging van de vereiste toestemming van de man. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken door mr. M. Fiege op 20 mei 2016.