In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 16 maart 2016 uitspraak gedaan in een incident betreffende een vordering tot het stellen van zekerheid voor proceskosten door de Gemeente Schiedam. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. R. Zwiers, heeft een bodemprocedure aangespannen tegen de Gemeente Schiedam, die als gedaagde optreedt. De Gemeente Schiedam heeft in het incident verzocht om zekerheidstelling voor de proceskosten, met als argument dat de eiser mogelijk niet in staat zou zijn om deze kosten te betalen indien hij in het ongelijk zou worden gesteld. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de gevraagde voorlopige voorziening niet toewijsbaar is, omdat het stellen van zekerheid een wezenlijke drempel zou opwerpen voor de eiser om de procedure voort te zetten. De rechtbank heeft daarbij de belangen van beide partijen afgewogen en geconcludeerd dat het belang van de eiser bij toegang tot de rechter zwaarder weegt dan het belang van de Gemeente Schiedam om zekerheid te verkrijgen voor de proceskosten. De vordering van de Gemeente Schiedam is afgewezen, en zij is veroordeeld in de proceskosten van het incident, die zijn begroot op nihil. De hoofdzaak zal op 30 maart 2016 opnieuw op de rol komen voor beraad over een comparitie.