In deze zaak vordert Burger Services B.V. (hierna: Burger Services) van China Shipping Agency Co. (Netherlands) B.V. (hierna: China Shipping) een management fee van € 48.400,00 over het jaar 2013. De rechtbank Rotterdam heeft op 4 mei 2016 uitspraak gedaan in deze civiele procedure. De kern van het geschil betreft de vraag of Burger Services vorderingsgerechtigd is en of er een management fee voor het betreffende jaar was overeengekomen. Burger Services stelt dat Koninklijke Burger Groep, de moedermaatschappij, recht heeft op deze fee op basis van een overeenkomst tussen de aandeelhouders van China Shipping. China Shipping betwist de vordering en stelt dat er in 2013 geen recht op een management fee bestond, omdat er geen aandeelhoudersvergadering heeft plaatsgevonden waarin dit werd vastgesteld. De rechtbank overweegt dat Burger Services, ondanks dat Tustal in 2013 aandeelhouder was, door Koninklijke Burger Groep gemachtigd is om de vordering in te dienen. De rechtbank concludeert dat er wel degelijk een aanspraak op de management fee bestaat, en kent de vordering van Burger Services toe. China Shipping wordt veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.