ECLI:NL:RBROT:2016:352

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 januari 2016
Publicatiedatum
14 januari 2016
Zaaknummer
4645562
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om proceskostenveroordeling na intrekking verzoekschrift zonder verweerschrift

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 15 januari 2016 uitspraak gedaan in een verzoek om proceskostenveroordeling. De verzoeker, aangeduid als [eiser], had een verzoekschrift ingediend tot vernietiging van een ontslag op grond van artikel 7:681 BW, met daarbij verzoeken ex artikel 223 Rv. Dit verzoekschrift werd op 4 januari 2016 ingetrokken, nog voordat de geplande mondelinge behandeling op 13 januari 2016 had plaatsgevonden. De verweerster, PostNL Pakketten Benelux B.V., had nog geen verweerschrift ingediend op het moment van intrekking van het verzoekschrift. PostNL verzocht de kantonrechter om [eiser] in de proceskosten te veroordelen, wat door [eiser] werd betwist.

De kantonrechter overwoog dat, volgens artikel 289 Rv, een proceskostenveroordeling mogelijk is, maar dat in dit geval er geen reden was om het verzoek van PostNL toe te wijzen. De kantonrechter merkte op dat het verzoekschrift door [eiser] was ingetrokken voordat er een beslissing was genomen en dat PostNL geen verweerschrift had ingediend. De kantonrechter concludeerde dat de omstandigheden, waaronder het feit dat het verweerschrift van PostNL al klaar lag, niet voldoende waren om het verzoek tot proceskostenveroordeling te honoreren. De beslissing werd genomen zonder mondelinge behandeling, en het verzoek van PostNL werd afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 4645562 VZ VERZ 15-22242
uitspraak: 15 januari 2016
beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
[eiser], h.o.d.n. [handelsnaam eiser],
wonende te Ridderkerk
verzoeker in de hoofdzaak en in het incident ex artikel 223 Rv,
gemachtigde: mr. E.D. van Tellingen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PostNL Pakketten Benelux B.V.,
gevestigd te Hoofddorp,
verweerster in de hoofdzaak en in het incident ex artikel 223 Rv,
gemachtigden: mr. J.M. van Slooten.
Partijen worden hierna aangeduid als [eiser] en PostNL.

1.Het verloop van de procedure

1.1
Van de volgende processtukken is kennisgenomen:
  • het verzoekschrift tot vernietiging van het gegeven ontslag ex artikel 7:681 BW tevens houdende verzoeken ex artikel 223 Rv, met producties, (per fax) ter griffie ontvangen op 30 november 2015;
  • de brief van [eiser] van 9 december 2015, waarbij aanvullende producties in het geding zijn gebracht.
1.2
De kantonrechter heeft de mondelinge behandeling bepaald op 13 januari 2016 om 09.30 uur.
1.3
Bij brief van 24 december 2015 heeft de gemachtigde van PostNL de kantonrechter, voor zover van belang, het volgende geschreven:
“In verband met vakantie van diverse personen lukt het mij niet vóór 6 januari u het verweerschrift toe te zenden. Ik vertrouw u hiermee akkoord, mede nu de advocaat van de wederpartij het verweerschrift reeds uit eerdere zaken kent.”;
1.4
Per faxbericht van 4 januari 2016 heeft [eiser] het verzoekschrift ingetrokken.
1.5
Vervolgens heeft PostNL per faxbericht van 5 januari 2016, onder verwijzing naar het bepaalde in artikel 289 Rv, verzocht [eiser] in de proceskosten te veroordelen, tegen welk verzoek [eiser] bij faxbericht van 6 januari 2016 bezwaar heeft gemaakt.
1.6
Er heeft geen mondelinge behandeling plaats gevonden.
1.7
De beschikking is bepaald op heden.

2.De beoordeling

2.1
Ingevolge artikel 289 Rv kan de (eind)beslissing een proceskostenveroordeling inhouden. Artikel 1.2.8 van “het Procesreglement verzoekschriftprocedures rechtbanken, kantonzaken” geeft een nadere regeling voor de situatie dat het verzoekschrift wordt ingetrokken voordat daarop is beslist, bij het verweer om een kostenveroordeling wordt gevraagd en dit verzoek na de intrekking wordt gehandhaafd.
2.2
Op het moment van intrekking van het verzoekschrift door [eiser], ruim een week voor de geplande mondelinge behandeling daarvan, had PostNL nog geen verweerschrift ingediend en derhalve nog geen verzoek tot veroordeling van [eiser] in de proceskosten gedaan. Reeds hierom ziet de kantonrechter geen reden om het verzoek van PostNL tot proceskostenveroordeling toe te wijzen. De omstandigheid dat het verweerschrift van PostNL op 5 januari 2016 klaar lag voor indiening, zoals de gemachtigde in de brief van die datum meldt, maakt dit niet anders, zeker nu uit diens eerdere, hiervoor aangehaalde brief van 24 december 2014 blijkt dat de inhoud van het verweerschrift gelijk is aan de verweerschriften die namens PostNL zijn ingediend in andere gelijksoortige procedures die tegen haar aanhangig zijn gemaakt.

3.De beslissing

De kantonrechter:
wijst het verzoek van PostNL tot veroordeling van [eiser] in de proceskosten af.
Deze beschikking is gegeven door mr. K.J. Bezuijen en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
362