In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 4 mei 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen Communication Infrastructure Fund B.V. (eiseres) en het college van burgemeester en wethouders van Maassluis (verweerder). Eiseres had beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder, waarin het bezwaar van eiseres tegen een eerdere afwijzing van haar verzoek om instemming voor de aanleg van glasvezelkabels werd ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat eiseres geen procesbelang had bij haar beroep, omdat het bestreden besluit inhield dat zij geen instemming nodig had voor de aanleg van de kabels, mits zij overeenstemming bereikte met degenen op wie een gedoogplicht rustte. De rechtbank merkte op dat de handelwijze van eiseres na de zitting van 13 januari 2016 indruiste tegen de goede procesorde, wat leidde tot een verzoek van verweerder om eiseres in de proceskosten te veroordelen. De rechtbank heeft dit verzoek toegewezen en de proceskosten vastgesteld op € 496,-. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.