ECLI:NL:RBROT:2016:3184

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 april 2016
Publicatiedatum
26 april 2016
Zaaknummer
C/10/490063 / HA RK 15-1044
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot instelling voorlopige commissie van schuldeisers in faillissementen van Imtech Vennootschappen

Op 26 april 2016 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure ex artikel 74 van de Faillissementswet. De verzoekster, de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank B.A. (Rabobank), vroeg om de instelling van een voorlopige commissie van schuldeisers in de faillissementen van verschillende vennootschappen binnen het Imtech-concern. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen, omdat er onvoldoende activa zijn in de faillissementen van de Imtech Vennootschappen om een commissie van schuldeisers te rechtvaardigen. De rechtbank oordeelde dat de boedels van de gefailleerde vennootschappen leeg zijn of dat er geen relevante activa meer te verkopen zijn. De curatoren en rechters-commissarissen gaven aan dat de instelling van een commissie geen toegevoegde waarde zou hebben voor de afwikkeling van de faillissementen. De rechtbank benadrukte dat de afwijzing van het verzoek is gebaseerd op de huidige situatie, maar dat toekomstige ontwikkelingen mogelijk aanleiding kunnen geven tot een heroverweging van de noodzaak van een commissie. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team haven en handel
zaaknummers / rekestnummers: C/10/490063 / HA RK 15-1044 en C/10/490064 / HA RK 15-1045 en C/10/490066 / HA RK 15-1046 en C/10/490068 / HA RK 15-1048 en C/10/490071 / HA RK 15-1049
Beschikking van 26 april 2016
op het verzoek van
de
COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISSEN-BOERENLEENBANK B.A.,
statutair gevestigd te Amsterdam,
verzoekster,
advocaten mrs. D.J.F.F.M. Duynstee, J.C. Hofland en G.J.L. Bergervoet
in de faillissementen van
IMTECH GROUP B.V.,
IMTECH CAPITAL B.V.,
IMTECH BENELUX GROUP B.V.,
IMTECH NEDERLAND B.V.,
IMTECH UK GROUP B.V,
allen laatstelijk statutair gevestigd te Rotterdam,
curatoren: mr. J.G. Princen en mr. P.J. Peters.
Verzoekster wordt hierna Rabobank genoemd. Mrs. Princen en Peters worden hierna de curatoren genoemd. De gefailleerde vennootschappen worden afzonderlijk Imtech Group, Imtech Capital, Imtech Benelux Group, Imtech Nederland en Imtech UK Group genoemd. De gefailleerde vennootschappen tezamen worden de Imtech Vennootschappen genoemd.

1.Het verdere procesverloop

1.1.
Voor het procesverloop wordt verwezen naar de tussenbeschikking van 18 december 2015 (hierna: de tussenbeschikking) en de daaraan ten grondslag liggende stukken.
1.2.
Na de tussenbeschikking zijn ingekomen:
- de brief van mrs. Hofland, Duynstee en Bergervoet namens Rabobank van 29 januari 2016, met producties;
- de brief van de rechters-commissarissen van 25 februari 2016;
- de brief van de curatoren van 26 februari 2016, met producties.
1.3.
Voorts heeft de rechtbank op het verzoek van Rabobank tot het instellen van een voorlopige commissie van schuldeisers in het faillissement van Royal Imtech N.V. op 17 maart 2016 een beschikking gegeven.
2. De verdere beoordeling
2.1.
Rabobank heeft verzocht ex artikel 74 Fw een voorlopige commissie van schuldeisers in te stellen in de faillissementen van de Imtech Vennootschappen alsmede in het faillissement van Royal Imtech N.V. (hierna: Royal Imtech). Rabobank treedt daarbij op als gevolmachtigde van een groep van financiers die een kredietovereenkomst heeft gesloten met (onder meer) Royal Imtech en de Imtech Vennootschappen. Die groep bestaat naast de Rabobank uit ING Bank N.V., ABN AMRO Bank N.V., Nordea Bank AB (publ), Bayerische Landesbank, NIBC Bank N.V. en SVP Global Monarch LP (hierna: het Syndicaat). Naast deze groep bestaat er nog een groep van financiers die ten gunste van de Imtech groep een garantiefaciliteit heeft verstrekt (hierna: de Garantieverstrekkers) en zijn door Imtech Capital in 2011 en 2012 obligatieleningen uitgegeven aan een derde groep financiers (hierna: de Obligatiehouders). Rabobank treedt, naar zij stelt, in deze procedure ook op als gevolmachtigde van de Garantieverstrekkers en de Obligatiehouders.
2.2.
Ten aanzien van de Imtech Vennootschappen is in de tussenbeschikking van 18 december 2015 overwogen dat de rechtbank thans over te weinig informatie beschikt om tot een gemotiveerd oordeel te komen. Onder meer is onduidelijk, zo heeft de rechtbank overwogen, welke schuldeisers in deze faillissementen vorderingen hebben ingediend, en of de vorderingen van deze schuldeisers (via de door Royal Imtech afgegeven 403-verklaring) ook in de commissie van schuldeisers in het faillissement van Royal Imtech aan de orde kunnen komen, zodat wellicht geen behoefte bestaat aan (ook) een voorlopige commissie van schuldeisers in de faillissementen van de Imtech Vennootschappen.
Rabobank heeft bij haar voornoemde brief na tussenbeschikking haar eerdere verzoek tot het instellen van een voorlopige commissie van schuldeisers in de faillissementen van de overige Imtech Vennootschappen gehandhaafd. Ze heeft wat de positie van schuldeisers in de faillissementen van de Imtech Vennootschappen betreft – samengevat – het volgende aangevoerd.
Royal Imtech en de andere Imtech Vennootschappen hebben een kredietovereenkomst gesloten met het Syndicaat. Op grond van een revolving credit facility agreement (de RCF) is daarbij werkkapitaal beschikbaar gesteld aan Royal Imtech en Imtech Capital. Dit werkkapitaal is vervolgens doorgeleend aan de Imtech Vennootschappen en haar dochters. Alle Imtech Vennootschappen hebben zich voor het volledige bedrag onder de RCF garant gesteld. Ieder lid van het Syndicaat heeft derhalve een directe vordering op ieder van de Imtech Vennootschappen voor het haar betreffende deel van de totale schuld, ofwel omdat de betreffende vennootschap moet worden aangemerkt als geldnemer, ofwel omdat de vennootschap zich garant heeft gesteld. Ditzelfde geldt voor de Garantieverstrekkers en de Obligatiehouders; de Imtech Vennootschappen staan alle garant voor de gehele schuld onder die financieringen.
De directe vordering van Rabobank op alle Imtech Vennootschappen uit hoofde van de RCF bedraagt ruim 12 miljoen euro.
2.3.
Rabobank hecht aan de instelling van een voorlopige commissie van schuldeisers in de faillissementen van de Imtech Vennootschappen naast een voorlopige commissie van schuldeisers in het faillissement van Royal Imtech (zij het dat eventuele een personele unie tussen de leden zou kunnen bestaan). Zij heeft daarbij onder meer op de volgende omstandigheden gewezen. Er is geen sprake van een geconsolideerde afwikkeling van de faillissementen van Royal Imtech en de Imtech Vennootschappen. Weliswaar is door de aansprakelijkheid van Royal Imtech ex artikel 2:403 BW aan de passivazijde materieel sprake van consolidatie, formeel gezien kunnen de curatoren in de faillissementen van elk van deze vennootschappen zelfstandig beslissingen nemen. Zonder de instelling van een crediteurencommissie in de faillissementen van de Imtech Vennootschappen zijn bepaalde beslissingen aan het zicht van de crediteurencommissie in Royal Imtech onttrokken, terwijl de crediteuren in de Imtech Vennootschappen hierdoor wel geraakt zullen worden. Het effect van het adviesrecht van de voorlopige commissie van schuldeisers in Royal Imtech zal dan sterk worden uitgehold. De instelling van de voorlopige commissie van schuldeisers in de Imtech Vennootschappen kan qua samenstelling uit dezelfde leden bestaan zodat er sprake is van personele unies met de crediteurencommissie op het niveau van Royal Imtech
Wat de positie van Rabobank als gevolmachtigde betreft, heeft Rabobank erop gewezen dat zij onder de RCF de agent is van de verschillende leden van het Syndicaat en in die rol uitgebreide bevoegdheden en volmachten heeft verkregen, onder meer in artikel 26 van de RCF (Role of the Agent). Voorts heeft Rabobank nog separate, specifieke instructies gekregen van alle leden van het Syndicaat die niet op de mondelinge behandeling aanwezig waren. Deze instructies zijn bevestigd in (door Rabobank overgelegde) e-mails van de Syndicaatleden.
Rabobank heeft verder aangevoerd dat de aard en belangrijkheid van de boedels van de Imtech Vennootschappen de instelling van een voorlopige commissie van schuldeisers rechtvaardigen. De faillissementen van de Imtech Vennootschappen zijn dusdanig financieel en juridisch verweven dat de instelling van een voorlopige commissie van crediteuren gerechtvaardigd is. Uit de aard van de financieringsstructuur en het feit dat de Imtech Vennootschappen deel uitmaken van een of meer fiscale eenheden, zullen er waarschijnlijk allerhande complexe en juridische vraagstukken spelen. De belangrijkheid van de boedels van de Imtech Vennootschappen blijkt uit de omvangrijke passiva van de vennootschappen. Ook zijn er omvangrijke activa (tientallen miljoenen) aanwezig, in ieder geval in de boedels van Imtech UK Group, Imtech Benelux Group en Imtech Nederland.
2.4.
De rechters-commissarissen voeren in de brief na tussenbeschikking
– samengevat – het volgende aan.
Hoewel de rechters-commissarissen in het algemeen voorstanders zijn van het betrekken van crediteuren bij de afwikkeling van faillissementen, zijn zij van mening dat de instelling van een commissie van schuldeisers in de betreffende faillissementen geen toegevoegde waarde heeft voor een doelmatige afwikkeling van de faillissementen. Een commissie van schuldeisers in de faillissementen van de Imtech Vennootschappen zal extra werk voor de curatoren en de door hen ingeschakelde derden meebrengen, nog afgezien van de in rekening te brengen noodzakelijke uitgaven door de leden van de commissie.
Over de afzonderlijke Imtech Vennootschappen hebben zij het volgende gesteld.
Wat Imtech Group betreft kan de instelling van een crediteurencommissie niet aan de orde zijn. Het betreft een lege boedel en er zijn geen opbrengsten uit hoofde van verkoop van activa te verwachten.
Ten aanzien van Imtech Capital zal een voorlopige commissie van schuldeisers geen rol van enige betekenis hebben. De curatoren dienen zich te buigen over de
cashpool settlement, de rekening-courant verhoudingen tussen de verschillende groepsvennootschappen en de bestuurdersaansprakelijkheid. Deze onderwerpen hangen met elkaar samen terwijl de op de
cashpool settlementbetrekking hebbende stukken en informatie uitgesloten moet worden van de informatie- en adviesplicht van het lid van de commissie dat namens de financiers plaatsneemt. Dit is een onderwerp van discussie tussen de financiers en de curatoren. Behalve het Syndicaat en de Obligatiehouders is de fiscus (die zijn preferente vordering nog niet heeft ingediend) de enige schuldeiser.
In het faillissement van Imtech Benelux Group geldt dat er geen opbrengsten van verkoop van activa meer te verwachten zijn. Onderzoek naar bestuurdersaansprakelijkheid op het niveau van de holding en dochtervennootschappen is onvoldoende aanleiding om in dit faillissement een voorlopige commissie van crediteuren in te stellen.
Wat het faillissement van Imtech Nederland betreft vinden de rechters-commissarissen dat er geen rol van enige betekenis is weggelegd voor een commissie van schuldeisers. Er zijn geen activa meer te verkopen en de reeds gerealiseerde opbrengst zal de preferente boedelvordering van het UWV van ruim 1 miljoen euro niet overtreffen.
Ten slotte valt in het faillissement van Imtech UK Group geen opbrengst meer te verwachten uit hoofde van verkoop van activa. Afgezien van de eerdergenoemde onderzoeken moeten de activa te zijner tijd verdeeld worden onder de schuldeisers conform de wettelijke rangorde. Een rol van betekenis is hier voor een commissie van schuldeisers niet weggelegd.
2.5.
De curatoren hebben in hun brief na tussenbeschikking – samengevat – het volgende aangevoerd.
Ten aanzien van Imtech Capital en Imtech Group spelen er geen complexe discussies die de instelling van een commissie van crediteuren wenselijk maken.
In het faillissement van Imtech UK Group is er een substantiële bate van GBP 10.500.000 gerealiseerd vanwege de verkoop van Imtech Ierland. De aandelen waren niet verpand aan de Security Agent ten behoeve van het Syndicaat. De UK-dochtervennootschappen zijn deels gefailleerd en deels door pre pack gegaan zodat hieruit geen bate voor de boedel verwacht kan worden. Voor het overige is de boedel materieel gezien leeg. Er zijn geen andere crediteuren dan het Syndicaat en de Belastingdienst. Met deze partijen voeren de curatoren regelmatig overleg. Het materiële financiële belang van Rabobank bij het instellen van een voorlopige commissie van schuldeisers is te beperkt om de instelling hiervan te rechtvaardigen.
Ook in het faillissement van Imtech Nederland zijn de curatoren van mening dat een voorlopige commissie van crediteuren weinig kan bijdragen aan de afwikkeling van het faillissement. Rabobank heeft in een laat stadium geëist dat Imtech Nederland de activa zou verpanden. Na faillissementsdatum heeft de Security Agent van het Syndicaat namens het Syndicaat geen actie ondernomen om de aan haar verpande zekerheden te gelde te maken. Of Imtech Nederland haar activa rechtsgeldig heeft verpand zal nader onderzocht moeten worden. Er zijn geen activa meer te verkopen. De vestigingen van Imtech Nederland zijn zes weken na faillissementsdatum door de curatoren gesloten en de inventaris is door veilingen verkocht. De preferente boedelvordering van het UWV is hoger dan het gerealiseerde boedelactief.
Ten aanzien van Imtech Benelux Group geldt dat de instelling van een voorlopige commissie van crediteuren voor het algemeen belang van de crediteuren niet nodig is. Er zijn geen activa meer te verkopen en de verwachting is dat het Syndicaat en de Belastingdienst 99% van het boedelactief zullen ontvangen.
2.6.
Zoals reeds is vooropgesteld in de tussenbeschikking van 18 december 2015, is de benoeming van een voorlopige commissie van schuldeisers (hierna ook:
crediteurencommissie of commissie) als bedoeld in artikel 74 Fw mogelijk indien de
belangrijkheid of de aard van de boedel hiertoe aanleiding geeft. Onder belangrijkheid en
aard moeten worden verstaan de omvang van activa en passiva van de boedel respectievelijk
de bijzondere kenmerken en gecompliceerdheid daarvan. Aan de rechtbank komt een
discretionaire bevoegdheid toe. De rechtbank weegt mee in hoeverre een adequate
afwikkeling van het faillissement naar verwachting gediend zal zijn met de instelling van
een crediteurencommissie, waarbij de (technische en/of commerciële) kennis van de leden van een crediteurencommissie een rol speelt.
2.7.
In de tussenbeschikking van 18 december 2015 heeft de rechtbank reeds geoordeeld dat het verzoek van de Rabobank betrekking heeft op zes afzonderlijke faillissementen die weliswaar met elkaar samenhangen omdat de vennootschappen deel uitmaken van dezelfde Imtech-groep, maar die niet geconsolideerd worden afgewikkeld, zodat het verzoek tot het instellen van een voorlopige commissie van schuldeisers voor iedere vennootschap apart moet worden beoordeeld.
Rabobank heeft – hoewel zij daartoe in de tussenbeschikking nadrukkelijk in de gelegenheid is gesteld – niet per faillissement haar verzoek tot het instellen van een voorlopige commissie van schuldeisers nader toegelicht. Zij heeft slechts in algemene zin redenen aangevoerd waarom in de faillissementen van de verschillende Imtech Vennootschappen een voorlopige commissie van schuldeisers ingesteld dient te worden. De algemene stelling dat een voorlopige commissie van schuldeisers ingesteld moet worden in het faillissement van ieder van de Imtech Vennootschappen naast de commissie die reeds is aangewezen in het faillissement van Royal Imtech omdat de Imtech Vennootschappen financieel en juridisch met elkaar verweven zijn, is op zichzelf geen reden om de onderhavige verzoeken toe te wijzen. De rechtbank zal per vennootschap dienen te beoordelen of het verzoek kan worden toegewezen.
2.8.
Imtech Group B.V.
In het faillissement van Imtech Group is de rechtbank van oordeel dat de thans bekende toestand in deze boedel geen aanleiding geeft om het verzoek tot het instellen van een voorlopige commissie van schuldeisers toe te wijzen. Uit hetgeen door de rechters-commissarissen en de curatoren is aangevoerd blijkt dat de boedel thans leeg is en dat er geen activa te verkopen zijn.
Hieruit kan worden afgeleid dat geen bijzonderheden of gecompliceerde zaken spelen zodat eventuele kennis van de leden van een commissie niet benodigd zal zijn.
2.9.
Imtech Capital B.V.
De rechtbank is van oordeel dat de boedel in het faillissement van Imtech Capital geen aanleiding geeft om het verzoek tot het instellen van een voorlopige commissie van schuldeisers toe te wijzen.
De rechtbank ziet in dit faillissement op dit moment niet dat een voorlopige commissie van schuldeisers inhoudelijk een bijdrage zou kunnen leveren aan de te verrichten werkzaamheden door de curatoren. Tijdens de mondelinge behandeling en in de stukken is weliswaar aangevoerd dat in dit faillissement het vraagstuk met betrekking tot de
cashpool settlementspeelt, maar deze specifieke (financiële) discussie speelt zich in beginsel af tussen de curatoren en de financiers. Andere schuldeisers spelen daarin, naar uit de stellingen van alle partijen valt op te maken, geen rol. Tegen die achtergrond en rekening houdend met de ratio van het instellen van een commissie ziet de rechtbank geen rol weggelegd voor een voorlopige commissie van schuldeisers. Als juist is dat de boedel, naast het Syndicaat en de Obligatiehouders, geen andere crediteuren heeft dan de fiscus, zoals tot dusver onbestreden is gesteld door de curatoren, bestaat onvoldoende belang bij het instellen van een voorlopige commissie.
2.10.
Imtech Benelux Group B.V.
In het faillissement van Imtech Benelux Group ziet de rechtbank geen aanleiding om het verzoek tot het instellen van een voorlopige commissie van schuldeisers toe te wijzen. In deze boedel zijn geen activa meer te verkopen en de – door Rabobank onweersproken – verwachting is dat het reeds gerealiseerde boedelactief voor 99% zal toekomen aan de financiers en de fiscus. Een voorlopige commissie van schuldeisers zal naar verwachting niets kunnen bijdragen aan de afwikkeling van dit faillissement.
2.11.
Imtech Nederland B.V.
De rechtbank is van oordeel dat de boedel in het faillissement van Imtech Nederland geen aanleiding geeft om het verzoek tot instelling van een voorlopige commissie van schuldeisers toe te wijzen.
Uit hetgeen door de rechters-commissarissen en de curatoren is aangevoerd blijkt dat in deze boedel geen activa meer zijn om te verkopen. Het reeds gerealiseerde boedelactief is lager dan de preferente boedelvordering van het UWV. De curatoren voeren voorts aan dat de activa in een laat stadium zijn verpand aan Rabobank terwijl de Security Agent namens het Syndicaat na de faillissementsdatum geen actie heeft ondernomen om de aan haar verpande zekerheden te gelde te maken. Met de financiers zal een gesprek gevoerd moeten worden over de vraag of Imtech Nederland de activa rechtsgeldig aan Rabobank heeft verpand. De rechtbank is van oordeel dat dit een discussie is die zich afspeelt tussen de curatoren en de Rabobank (en andere financiers) en dat hier, op mutatis mutandis dezelfde gronden als hiervoor genoemd, geen rol is weggelegd voor een voorlopige commissie van schuldeisers.
2.12.
Imtech UK Group B.V.
In het faillissement van Imtech UK Group ziet de rechtbank geen aanleiding het verzoek tot het instellen van een voorlopige commissie van schuldeisers toe te wijzen.
Uit hetgeen de rechters-commissarissen en de curatoren hebben aangevoerd komt naar voren dat de boedel van Imtech UK Group materieel gezien leeg is en er geen activa meer te verkopen zijn. Het grootste gedeelte van de gerealiseerde opbrengst zal aan de fiscus worden voldaan ter zake van een preferente vordering. Voorts is mede in dat licht niet aannemelijk dat sprake is van een gecompliceerde boedel waarbij er behoefte is aan bepaalde kennis van de leden van de commissie.
2.13.
conclusie
De conclusie is dat het verzoek zal worden afgewezen. De rechtbank benadrukt daarbij dat deze afwijzing berust op een afweging op basis van de thans naar voren gebrachte gegevens omtrent de huidige situatie. Mogelijk zijn er in de loop van de tijd ontwikkelingen in (een van) de faillissementen die tot gevolg hebben dat op dat moment de belangrijkheid en/of aard van de boedel het instellen van een voorlopige commissie van schuldeisers in dat faillissement wel rechtvaardigen. Dat valt op dit moment echter niet met voldoende zekerheid aan te nemen, zodat daarop nu niet vooruitgelopen kan worden.
2.14.
kosten
De kosten van deze procedure zullen worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
2.15.
publicatie
De rechtbank gaat ervan uit dat de curatoren ervoor zorgdragen dat deze beschikking wordt gepubliceerd op de websites
www.crediteurenlijst.nlen www.faillissementimtech.nl.

3.De beslissing

De rechtbank
- wijst het verzoek tot het instellen van een voorlopige commissie van schuldeisers in de faillissementen van Imtech Group, Imtech Capital, Imtech Benelux Group, Imtech Nederland en Imtech UK Group af,
- compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten, mr. F. Damsteegt-Molier en mr. T. Boesman op 26 april 2016.
2130/106/2148/2309