ECLI:NL:RBROT:2016:2857
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onregelmatige opzegging van arbeidsovereenkomst en toewijzing van transitievergoeding
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 19 april 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verzoekster en de besloten vennootschap Tandartsenpraktijk Rotterdam Noord B.V. Verzoekster, die sinds 1 september 2013 bij de tandartsenpraktijk werkte, was op staande voet ontslagen. De ontslagbrief, gedateerd 18 januari 2016, vermeldde dat verzoekster voor de derde keer een waarschuwing had gekregen en dat haar contract per direct werd opgezegd vanwege vermeende misstanden, waaronder een onterechte ziekmelding op 15 januari 2016. Verzoekster betwistte de rechtmatigheid van het ontslag en vorderde een billijke vergoeding, transitievergoeding en andere vergoedingen.
De kantonrechter oordeelde dat Tandartsenpraktijk niet op de juiste wijze had gehandeld bij het ontslag. Het was niet aan de werkgever om te bepalen of verzoekster daadwerkelijk ziek was, en er was geen bewijs dat verzoekster zich ziek had gemeld terwijl zij niet ziek was. De kantonrechter concludeerde dat verzoekster ten onrechte op staande voet was ontslagen en dat zij recht had op een transitievergoeding van € 1.512,00 bruto en een vergoeding voor de onregelmatige opzegging van € 3.077,89 bruto. De rechter wees de vorderingen van verzoekster voor de billijke vergoeding en andere verzoeken af, maar kende wel rente toe over de toegewezen bedragen. Beide partijen werden veroordeeld in de eigen proceskosten.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor werkgevers om zorgvuldig om te gaan met ontslagprocedures en de rechten van werknemers, vooral in gevallen van ziekte en ontslag op staande voet.