Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding d.d. 17 maart 2015, met producties,
- de producties van [gedaagde] , toegezonden bij fax van 21 maart 2016,
- de mondelinge behandeling ter openbare zitting van 23 maart 2016,
- de pleitnota van [eiseres]
- de pleitnota van [gedaagde] .
2.De feiten
Tot de gemeenschappelijke gedeelten en gemeenschappelijke zaken worden ondermeer gerekend, voor zover aanwezig, behoudens het bepaalde in artikel 2:
de funderingen, de dragende muren en de kolommen, het geraamte van het gebouw met de ondergrond, alsmede de vloeren met uitzondering van de afwerklagen in de privégedeelten, […]
Het is een eigenaar of gebruiker zonder toestemming van de vergadering niet toegestaan veranderingen aan te brengen in de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken, ook als deze zich in de privé gedeelten bevinden […].
3.Het geschil
4.De beoordeling
geennegatieve gevolgen voor het gebouw heeft. [eiseres] heeft immers onweersproken gesteld dat sinds 2000 de nodige constructieve ingrepen in het gebouw hebben plaatsgevonden, terwijl de brief van de bouwkundige voorshands zo moet worden begrepen dat deze zijn onderzoek heeft gebaseerd op gegevens die dateren uit 2000.