Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding
- de overgelegde producties
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van eisers
- de pleitnota van [gedaagde] .
2.De feiten
VESTIGING ERFDIENSTBAARHEID
Het aanbrengen van wijzigingen in de toegang tot de achter beide voornoemde
3.Het geschil
- een gebod aan [gedaagde] om het toegangshek open te houden tijdens kantooruren,
- een verbod aan [gedaagde] om het gebruik van de erfdienstbaarheid te belemmeren en een gebod om ook fietsers en voetgangers toe te staan om van de erfdienstbaarheid gebruik te maken,
- een gebod aan [gedaagde] om zich te onthouden van gedragingen of uitlatingen jegens eisers, hun huurders, personeel of cliënten, die in strijd zijn met het imago en de klantvriendelijkheid van een notariskantoor,
- een gebod aan [gedaagde] tot het plaatsen van duidelijk zichtbare aanduidingsborden nabij het toegangshek, die de route zichtbaar maken naar de parkeergelegenheid van eisers,
- een gebod aan [gedaagde] om te gedogen dat door eisers ingeschakelde derden tijdens kantooruren werkzaamheden verrichten aan de (installatie van de) toegangspoort,
- alles op straffe van verbeurte van een dwangsom, en met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
4.De beoordeling
De inhoud van de erfdienstbaarheid en de wijze van uitoefening worden bepaald door de akte van vestiging en, voor zover in die akte regelen daaromtrent ontbreken, door de plaatselijke gewoonte. Is een erfdienstbaarheid te goeder trouw geruime tijd zonder tegenspraak op een bepaalde wijze uitgeoefend, dan is in geval van twijfel deze wijze van uitoefening beslissend.”
Veilig vluchten bij brand, nieuwbouw en bestaande bouw”) weliswaar regels inzake de aanwezigheid van een vluchtweg in geval van brand, maar daar staat niet dat men om redenen van brandveiligheid zijn erf niet mag afsluiten. In artikel 7.11 (het “Aansturingsartikel”) staat slechts, onder lid 1, dat het gebruik van een bouwwerk zodanig is, dat bij brand veilig kan worden gevlucht. Niet voorgeschreven is dat gevlucht kan worden naar de openbare weg; aannemelijk is dat gevlucht moet kunnen worden naar een locatie die veilig is indien het bouwwerk in brand staat. [gedaagde] heeft ter zitting voldoende aannemelijk gemaakt dat in geval van brand veilig kan worden gevlucht uit [eiseres2] . Er blijken naast het onderhavige toegangshek nog meer uitgangen te zijn, namelijk deuren in de zijmuur die het erf van notariskantoor aldaar afscheidt van de openbare weg. Afgezien hiervan kan in geval van brand in [eiseres2] ook naar het erf en/ of het pand van eisers worden gevlucht. Voorts heeft [eiseres2] ook nog een voordeur.