In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 25 februari 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen Trescona Private Label Company Holding B.V. en mr. J.G. Princen q.q., curator in het faillissement van The Beagle Armada Zorg B.V. Trescona vorderde erkenning van haar vorderingen als boedelvordering in het faillissement. De kern van het geschil betreft de opzegging van huurovereenkomsten door de curator en de vraag welke opzegtermijn in acht genomen diende te worden. De rechtbank oordeelde dat de overeengekomen opzegtermijn van een jaar in acht diende te worden genomen, en dat de curator de huurovereenkomsten op onjuiste wijze had opgezegd. De rechtbank concludeerde dat de huurpenningen voor de panden aan de Molenstraat 28 en 30 als boedelschuld dienen te worden erkend. De curator had de huurovereenkomsten op 25 oktober 2013 opgezegd, maar deze opzegging voldeed niet aan de wettelijke termijn van drie maanden, waardoor de huur eindigde op 25 januari 2014. De rechtbank hield verdere beslissingen aan en verwees de zaak naar de rol voor het nemen van een akte door de curator.