Het verlengingsadvies houdt onder meer het volgende in.
Sinds de laatste PIJ-verlengingszitting (rechtbank: op 6 augustus 2015) is er veel gebeurd. De veroordeelde heeft zich na de zitting ingesteld op het volgen van een uitstroomtraject. De veroordeelde heeft hiermee extra druk gelegd op het te volgen traject. Hij voelde zich hierin gesterkt door de beschikking van de rechtbank van 6 augustus 2015.
Een maand na de zitting van 6 augustus 2015 is een verlofmachtiging afgegeven. De eerste begeleide verloven zijn positief verlopen. De verloven bieden aanknopingspunten om verder in gesprek te gaan met de veroordeelde over zijn gevoelswereld en gedachten, ook rondom delictgerelateerde situaties. Vanuit deze observaties in de praktijk kan een verdieping worden aangebracht in de ontwikkeling van de veroordeelde.
De veroordeelde lijkt te groeien in zijn ontwikkeling en zich in toenemende mate open te stellen. Er is echter nog steeds sprake van een sociaal wenselijke houding. De afgelopen periode is gezien hoe de veroordeelde omgaat met tegenslagen en frustraties. De veroordeelde heeft hierin groei laten zien, hij heeft tegenslagen beter kunnen hanteren. Enerzijds is er opbouw van spanning en achterdocht jegens de behandelaars gezien, anderzijds is gezien dat de veroordeelde zich wist aan te passen en is blijven meewerken aan zijn traject.
De veroordeelde heeft in de afgelopen periode kunnen oefenen met het uitstellen van zijn behoeften en het op een minder rigide en dwangmatige manier najagen daarvan. De veroordeelde heeft een hoog ambitieniveau, met grote verwachtingen van zijn omgeving. Als de omgeving hierin niet direct meegaat, is hij dwingend en afkeurend.
Ten aanzien van de resocialisatie van de veroordeelde dienen nog de nodige vragen beantwoord te worden, zoals de vraag wat de dagbesteding van de veroordeelde zal worden.
De voorwaardelijke beëindiging is als mogelijkheid overwogen, maar wordt als kader niet geschikt geacht omdat dit onvoldoende dwingend wordt geacht om de persoonlijke ontwikkeling van veroordeelde in de omgang met anderen, de omgang met ouders en het omgaan met vragen over zijn verleden en het delict te kunnen begeleiden. Het bespreken van wat de veroordeelde bezig houdt, komt voorzichtig op gang. Van een voorwaardelijke beëindiging wordt op dit moment verwacht dat dit het proces van open communicatie zal doorkruisen.
Geadviseerd wordt de maatregel met negen maanden te verlengen.