2.3.Ten behoeve van de Opdrachtgever heeft het Ingenieursbureau Utrecht (hierna: het IBU) een offerte uitgebracht voor het verrichten van adviesdiensten met betrekking tot de fasen Bestek en Aanbesteding & Gunning. In de offerte heeft het IBU de Regeling op de Verhouding tussen Opdrachtgever en adviserend Ingenieursbureau 2001 (hierna: RVOI) van toepassing verklaard op haar werkzaamheden. De RVOI bepaalt, voor zover van belang:
“Artikel 16 Aansprakelijkheid van het adviesbureau
1. Een tekortkoming van het adviesbureau jegens de opdrachtgever is toerekenbaar indien het adviesbureau:
bij de uitvoering van de opdracht tekortschiet op een wijze, die een goed, met de voor de opdracht vereiste vakkennis en middelen uitgerust en zorgvuldig adviesbureau had kunnen en moeten vermijden, en
nadat het door de opdrachtgever schriftelijk in gebreke is gesteld en daarbij gesommeerd om de gevolgen van de tekortkoming binnen een redelijke termijn te herstellen, en
aan deze sommatie niet of niet tijdig heeft voldaan.
2. In geval van een toerekenbare tekortkoming is het adviesbureau slechts aansprakelijk voor vergoeding van schade bestaande uit:
de noodzakelijke kosten van de aanpassing van het ontwerp, de studie of de rapportage indien en voor zover deze kosten voor rekening van de opdrachtgever zijn gekomen;
de kosten van het herstel van gebreken en van de door die gebreken rechtstreeks veroorzaakte schade;
de in redelijkheid gemaakt en door de opdrachtgever vergoede kosten van andere bij het project of de realisatie van het object betrokken contractanten van de opdrachtgever, indien en voor zover deze kosten een rechtstreeks gevolg zijn van de toerekenbare tekortkoming van het adviesbureau.
3. In de in lid 2 bedoelde kosten zijn nimmer begrepen kosten die in de bouwsom zouden zijn begrepen als de opdracht van de aanvang af goed zou zijn uitgevoerd. Tot de rechtstreekse schade behoren in geen geval: bedrijfsschade, omzetderving, waardevermindering van producten en vergelijkbare schaden.
(…)
5a. De, in totaal op grond van het in de leden 1 en 2 onder b en c bepaalde door het adviesbureau te vergoeden schade is beperkt tot het bedrag van de opdrachtsom, echter met een maximum van 1 miljoen euro.
(…)
11. De bevoegdheid van de opdrachtgever zich op een tekortkoming van het adviesbureau te beroepen, vervalt indien de opdrachtgever niet binnen bekwame tijd nadat hij de tekortkoming heeft ontdekt of redelijkerwijze had moeten ontdekken, schriftelijk en met redenen omkleed bij het adviesbureau ter zake heeft geprotesteerd. (…) Ieder vorderingsrecht ter zake vervalt, indien niet uiterlijk binnen twee jaar na dit protest een rechtsvordering aanhangig is gemaakt.
(…)
Artikel 18 Geschillen(…)
2. Alle geschillen (…) welke tussen de opdrachtgever en het adviesbureau mochten ontstaan in verband met de opdracht of enige overeenkomst die daarvan een uitvloeisel is, zullen met uitsluiting worden beslecht door arbitrage overeenkomstig het Reglement van de Commissie Geschillen, vastgesteld door het Hoofdbestuur van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs (…).”