Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
hoofdzaak) van
vrijwaring) van
1.De procedure in de hoofdzaak
- het tussenvonnis van 7 oktober 2015 en de daarin genoemde stukken;
- het proces-verbaal van comparitie van 12 januari 2016.
2.De procedure in de vrijwaringszaak
- het tussenvonnis van 7 oktober 2015 en de daarin genoemde stukken;
- de brief met bijlagen van 24 december 2015 van de zijde van [gedaagde in incident] ;
- het proces-verbaal van comparitie van 12 januari 2016.
3.De feiten in de hoofdzaak en in de vrijwaringszaak
4.Het geschil
in de hoofdzaak
5.De beoordeling
in de hoofdzaak
2.842,00(2,0 punten × tarief V ad € 1.421,00 per punt)
Beoordeeld moet worden of de verjaring van de vordering van [gedaagde in hoofdzaak/eiser in incident] – in beginsel – is verjaard en zo ja, of de verjaring tijdig is gestuit.
2 februari 2010 heeft [gedaagde in hoofdzaak/eiser in incident] [gedaagde in incident] hier niet meer op aangesproken tot het uitbrengen van de dagvaarding in vrijwaring op 9 juni 2015.
2.842,00(2,0 punten × tarief V ad € 1.421,00 per punt)