ECLI:NL:RBROT:2016:1340
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlening van een frequentievergunning voor middengolfzender via veiling of vergelijkende toets
In deze zaak heeft eiser, een partij uit Ravenstein, beroep ingesteld tegen het besluit van de minister van Economische Zaken, Agentschap Telecom, dat zijn aanvraag voor een frequentievergunning voor kavel C08 (middengolf 1035 kHz) heeft afgewezen. Het primaire besluit werd genomen op 6 november 2014, en het bestreden besluit, waarin het bezwaar van eiser ongegrond werd verklaard, volgde op 16 februari 2015. Eiser heeft zijn aanvraag ingediend met de intentie om de vergunning te gebruiken voor zijn mast in Zeeland, met een vermogen van 600 Watt EMRP, en heeft aangegeven bereid te zijn digitaal uit te zenden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verlening van een AM-vergunning op basis van het Nationaal Frequentieplan 2014 (NFP 2014) dient te geschieden via een veiling of vergelijkende toets, en niet op volgorde van binnenkomst, zoals eiser wenste. De rechtbank oordeelde dat verweerder niet van deze procedure kon afwijken, wat leidde tot de conclusie dat het beroep van eiser niet kon slagen. De rechtbank merkte op dat er mogelijkheden zijn voor een meer regionale verdeling van het middengolfspectrum in de toekomst, maar dat dit losstaat van de huidige procedure.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. J.H. de Wildt, rechter, en is openbaar uitgesproken op 25 februari 2016. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.