In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 19 februari 2016 uitspraak gedaan in een huurgeschil tussen [eiser], wonende te Schiedam, en Makelaardij Lankhuijzen B.V., gevestigd te Rotterdam. De zaak betreft de redelijke kosten die [eiser] heeft gemaakt om een huurprijsvermindering te verkrijgen en gebreken in de huurwoning te verhelpen. De overeengekomen huurprijs bedroeg € 594,88 per maand, maar [eiser] stelde dat deze onredelijk hoog was en schakelde het Huurteam in. Dit team heeft Lankhuijzen op de hoogte gesteld van de gebreken en een lagere huurprijs voorgesteld. De huurcommissie heeft vervolgens uitspraak gedaan, waaruit bleek dat [eiser] over een bepaalde periode te veel huur had betaald. Na terugbetalingen door Lankhuijzen resteerde er nog een bedrag van € 177,95 dat terugbetaald moest worden aan [eiser].
De kantonrechter oordeelde dat Lankhuijzen [eiser] inderdaad € 177,95 moest terugbetalen, maar wees de vordering van [eiser] voor de redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte af. De rechter stelde dat de kosten die [eiser] had gemaakt voor het inschakelen van het Huurteam niet redelijk waren, aangezien het voor [eiser] mogelijk was om zelf contact op te nemen met de verhuurder en de huurcommissie. De kantonrechter concludeerde dat de huurder in staat moet worden geacht om zelf de gebreken te melden en dat professionele bijstand in dit geval niet noodzakelijk was.
De beslissing van de kantonrechter was dat ieder van de partijen de eigen kosten van de procedure draagt, en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis is gewezen door mr. P. Vlaswinkel en uitgesproken ter openbare terechtzitting.