ECLI:NL:RBROT:2016:10494

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 mei 2016
Publicatiedatum
21 mei 2021
Zaaknummer
10/030646-15 n 10/157153-15 (gevoegd)
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling tot voorwaardelijke gevangenisstraf voor het voorhanden hebben van een vuurwapen en mishandeling met geslaagd beroep op noodweer

Op 4 mei 2016 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het voorhanden hebben van een vuurwapen en het mishandelen van zijn levensgezel. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden met een proeftijd van twee jaar voor het voorhanden hebben van een vuurwapen met bijbehorende munitie. De rechtbank oordeelde dat de verdachte in een noodweersituatie handelde bij de mishandeling van zijn levensgezel, waardoor hij werd ontslagen van alle rechtsvervolging voor dat feit. De officier van justitie had een gevangenisstraf van tien maanden geëist, waarvan vier maanden voorwaardelijk, maar de rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en besloot tot een lichtere straf. De rechtbank overwoog dat het voorhanden hebben van een illegaal vuurwapen een onaanvaardbaar risico met zich meebrengt, maar dat de verdachte niet eerder voor een soortgelijk feit was veroordeeld. De uitspraak werd gedaan in tegenspraak en de rechtbank heeft de zaak behandeld in een meervoudige kamer voor strafzaken.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummers: 10/030646-15 en 10/157153-15 (gevoegd)
Datum uitspraak: 4 mei 2016
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [postcode verdachte] [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. R. Zwiers, advocaat te Schiedam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 4 mei 2016.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. B.M. van Heemst heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder parketnummer 10/030646-15 en van het onder parketnummer 10/157153-15 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring
Het onder parketnummer 10/030646-15 en van het onder parketnummer 10/157153-15 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 10/030646-15 en van het onder parketnummer 10/157153-15 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
onder parketnummer 10/030646-15:
hij op 14 februari 2015 te Nieuw-Beijerland, gemeente Korendijk, een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie II onder 3 van de Wet Wapens en Munitie, te weten, een vuurwapen, merk Baikal, type 58-MA, kaliber 12 met een lengte van 42 cm, dat (door het inkorten van de loop ) zodanig is gewijzigd dat het dragen niet of minder zichtbaar is geworden, en voor dat vuurwapen geschikte munitie, voorhanden heeft gehad.
onder parketnummer 10/157153-15:
hij, op 3 augustus 2015 te Rotterdam zijn levensgezel, [naam slachtoffer] , heeft mishandeld door te duwen en door deze de [naam slachtoffer] beet te pakken en een kopstoot te geven.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feit

Onder parketnummer: 10/030646-15 en 10/157153-15:
De bewezen feiten leveren op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie II en het handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
mishandeling van zijn levensgezel.
Onder parketnummer 10/030646-15:
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Onder parketnummer 10/157153-15:
Door de officier van justitie is - bij voorbaat - aangevoerd dat er geen noodweersituatie aanwezig was. De verdachte zat immers op de aangeefster en hield haar polsen vast. De verdediging heeft daarentegen gesteld dat de aangeefster de duim van verdachte vastgeklemd had tussen haar tanden en dat de verdachte geen gevoel meer had in zijn duim, waardoor hij bang was dat hij ernstig of blijvend letsel zou kunnen oplopen. De verdachte slaagde er niet in zijn duim vrij te krijgen. Enkel door het geven van een kopstoot kon hij uit deze klem loskomen. De verdachte heeft dus uit noodweer gehandeld.
De lezing van de verdachte vindt steun in de aard van de verwonding die de verdachte blijkens het dossier en het onderzoek ter terechtzitting aan zijn duim heeft opgelopen. Het is niet uit te sluiten dat zijn lezing juist is waarbij ook de kennelijke mentale gesteldheid van het slachtoffer zoals dit in het reclasseringsrapport wordt beschreven, een rol speelt. Het beroep op noodweer wordt derhalve gehonoreerd, hetgeen betekent dat de verdachte ontslagen wordt van alle rechtsvervolging.

6..Strafbaarheid verdachte

Onder parketnummer 10/030646-15:
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar voor dit feit.

7..Motivering straf

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan, de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft illegaal een vuurwapen van de categorie II in zijn auto, te weten een vuurwapen met een ingekorte loop voorhanden gehad. Dit wapen was zodanig gewijzigd dat het gemakkelijk ongemerkt gedragen kon worden. Daarnaast heeft de verdachte munitie van de categorie III, passend bij dit vuurwapen, voorhanden gehad. Het voorhanden hebben van dergelijke vuurwapen en munitie levert een onaanvaardbaar risico op dat het vuurwapen op enig moment ook zal worden gebruikt. De rechtbank rekent dit de verdachte zwaar aan.
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 7 april 2016, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor een soortgelijk strafbaar feit.
Gezien de ernst van het feit kan in beginsel niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf.
Op een feit als het onderhavige plegen doorgaans onvoorwaardelijke gevangenisstraffen van enige maanden te worden opgelegd. De rechtbank zal echter afzien van het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op grond van de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. In plaats daarvan wordt een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd. De rechtbank acht dit in het onderhavige geval een passende en geboden sanctie op de overtreden norm en om de verdachte te weerhouden in de toekomst een dergelijk feit opnieuw te plegen.
Alles afwegend wordt na te noemen straf passend en geboden geacht.

8..Wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b en 14c 300 en 304 van het Wetboek van Strafrecht en artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

9..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het onder parketnummer 10/030646-15 en het onder parketnummer 10/157153-15 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezenverklaarde onder parketnummer 10/030646-15 en onder parketnummer 10/157153-15 oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
stelt vast dat het bewezenverklaarde onder parketnummer 10/157153-15 niet strafbaar is en ontslaat de verdachte ten aanzien daarvan van alle rechtsvervolging;
verklaart de verdachte strafbaar voor het onder parketnummer 10/030646-15 bewezenverklaarde;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;
bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 2 jaren, na te melden voorwaarden overtreedt;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J. van der Groen, voorzitter,
en mrs. C.A. van Beuningen en H.J.M. van der Kaaij, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. R. van Puffelen, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
onder parketnummer 10/030646-15
hij op of omstreeks 14 februari 2015 te Nieuw-Beijerland, gemeente
Korendijk,
een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie II onder 3 van de Wet
Wapens en Munitie,
te weten, een vuurwapen, merk Baikal, type 58-MA, kaliber 12 met een
lengte van 42 cm, dat (door het inkorten van de loop en/of de kolf) zodanig
is gewijzigd dat het dragen niet of minder zichtbaar is geworden,
en/of
voor dat vuurwapen geschikte munitie,
voorhanden heeft gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden,
voorzover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven,
geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
(art 26 lid 1 Wet wapens en munitie )
onder parketnummer 10/157153-15
hij, op of omstreeks 3 augustus 2015 te Rotterdam
zijn levensgezel, [naam slachtoffer] ,
heeft mishandeld door een of meermalen te duwen en/of door deze de
[naam slachtoffer] vast/beet te pakken en/of een kopstoot te geven;
(art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 304 ahf/sub 1 Wetboek van
Strafrecht )