Door de GI is aangevoerd dat zij het eens is met het verzoek van de vader. De omgang met moeder moet worden opgebouwd en uitgebreid, waarbij 10 voor Toekomst een grote rol heeft. Moeder verliest het overzicht als zij met meerdere zaken tegelijk wordt geconfronteerd tijdens de bezoeken met de minderjarigen.
Ten aanzien van het verzoek van de moeder is primair - verkort en zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
Het kernbesluit, ook opvoedbesluit genoemd, dat door de GI is genomen, is een intern beslismoment dat ertoe strekt beleids- en hulpverleningslijnen van de GI uit te zetten, welke op zichzelf kunnen uitmonden in bijpassende verzoekschriften aan de kinderrechter als (verlenging van de) ondertoezichtstelling en/of machtiging tot uithuisplaatsing welke de basis en onderbouwing levert voor verder juridisch handelen als een verzoek of advies aan de kinderrechter. De conclusie van een dergelijk onderzoek is op zichzelf niet onderworpen aan een zelfstandige rechterlijke toets. Het juridische gevolg van die conclusie (een verzoekschrift en de daarbij horende onderbouwing) wel. Het opvoedbesluit, of elk ander kernbesluit, vormt de onderbouwing van een daaropvolgend juridisch verzoek of
juridisch besluit dat wél aanvechtbaar is. Ontvankelijkheid van dit soort verzoeken zou immers leiden tot het feit dat de conclusie van de GI om een verlenging van een machtiging
uithuisplaatsing te verzoeken, via de geschillenregeling ex art. 1 :262b BW aanvechtbaar is, terwijl ook het uiteindelijke verzoek tot verlenging van een machtiging tot uithuisplaatsing dat al is. Dat is niet de bedoeling en strekking van artikel 1:262b BW. Daarbij is verwezen naar de Kamerstukken T 2013/14, 32015, E pagina 18 en Tekst en Commentaar Personen- en familierecht (Bruning), art. 1 :262b BW aant. 2. De wetgever heeft in de Memorie van Antwoord toegelicht dat van de geschillenregeling naar verwachting gebruik zal worden gemaakt in die gevallen dat de wet niet in een specifieke procedure voorziet.
Dit wordt ook bevestigd in recente jurisprudentie van de rechtbank Limburg van 13 april 2016, ECLI:NL.RBLIM.2016:3445, waarbij de GI werd terugverwezen naar bestaande juridische mogelijkheden. Het Gerechtshof Amsterdam op 1 februari 2076, ECL:NL:GHAMS:207 6.972, overwoog in haar uitspraak dat bij een opvoedbesluit/kernbesluit geen sprake is van formele rechtskracht. Daarmee is er geen mogelijkheid van een directe rechterlijke toets van het opvoedbesluit.
In de onderhavige situatie geldt dat de huidige machtiging uithuisplaatsing bij beschikking van 1 juli 2016 is verlengd van 13 juli 2016 tot 22 januari 2017. Voorts heeft vader een verzoek ingediend tot vaststelling van het hoofdverblijf van de minderjarigen bij hem. De aangewezen procedure om de koers van de ondertoezichtstelling en het kernbesluit te laten toetsen als onderdeel van het verzoek dat dan voorligt, is het verzoek van vader om
vaststelling hoofdverblijfplaats en/of hoger beroep in te stellen tegen de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing. Er bestaan rechtsingangen voor moeder om de beleidslijn van de GI te laten toetsen door de rechtbank. Op grond van de toelichting op het wetsartikel en bestaande jurisprudentie, toepasselijkheid van de geschillenregeling ex art. 1 :262b BW moet moeder niet-ontvankelijk worden verklaard in haar verzoek.
Subsidiair is aangevoerd dat de onrustige opvoedsituatie bij moeder zijn weerslag had/heeft op de ontwikkeling van de minderjarigen. Zij hadden veel last van de onzekerheid waar zij zouden opgroeien. Dit veroorzaakte slaap- en gedragsproblemen bij [de minderjarige 1] . [de minderjarige 2] heeft schade aan zijn gebit opgelopen door tandenknarsen. Ondanks de lange hulpverleningsgeschiedenis heeft moeder geen vooruitgang geboekt in het creëren van een veilige en stabiele thuissituatie. Bij moeder ontbreekt rust en stabiliteit waardoor zij snel wordt overvraagd in de opvoeding van de minderjarigen. De geboden mogelijkheid van een dag extra bezoek in de vakantie was teveel voor moeder. Extra omgang met de minderjarigen komt niet van de grond. Psychische hulpverlening is moeizaam van de grond gekomen. Volgens de psycholoog volgt moeder al twee maanden een behandeling. Er zijn echter slechts twee afspraken gemaakt. Gelet hierop is de aanvaardbare termijn voor de minderjarigen verstreken en is het in hun belang dat zij bij vader opgroeien.