Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift, met bijlagen, ontvangen op 17 november 2016;
- de bij wijze van verweerschrift ingediende fax van 5 december 2016, met bijlagen.
2.De feiten
3.Het verzoek en de grondslag daarvan
Als ik jouw vriend zou zijn, zou ik de hele tijd aan je zitten en aan je oren sabbelen” en tegen leerlinge “[O.]”:
dat ik nooit een betere man kan vinden dan hem en hij de juiste is” en “
als hij zou kiezen tussen mij en [A.], hij voor mijn lichaam zou kiezen en voor verstand [A.]” en tegen leerlinge “H”: “
op je knieën”. Leerlinge “L” beschrijft daarnaast dat zij buiten schooltijd door [verweerder] werd gebeld en werd gesmst. Naast deze verbale seksistische uitlatingen beschrijven meerdere leerlingen dat [verweerder] herhaaldelijk naar (hun) vrouwelijke lichaamsdelen kijkt. Ook heeft [verweerder] daadwerkelijk fysiek grensoverschrijdend gedrag vertoond door het aanraken van een borst van een leerlinge om een haar te verwijderen, evenals het aanraken van het gezicht van een leerlinge om iets van haar wang te halen. Van een leerlingbegeleider als [verweerder] spreekt het naar het oordeel van STC-Group voor zich dat deze volkomen integer moet zijn en zeker in de omgang met leerlingen nooit de grens van het onbetamelijke mag overschrijden. De collega’s van [verweerder] onderschrijven deze scheidslijn. Een collega heeft bevestigd dat twee van de leerlingen, die zij goed kent en die timide van aard zijn, de klachten niet zouden verzinnen. Een andere collega heeft verklaard dat zij [verweerder] er meermaals op heeft gewezen dat hij wel heel veel aandacht had voor de vrouwelijke leerlingen en dat hij daarmee moest oppassen.
4.Het verweer
5.De beoordeling
6.De beslissing
maandag 23 januari 2017 om 13.30 uur;
binnen twee wekenna de datum van dit vonnis schriftelijk aan de kantonrechter dient mede te delen en daarbij opgaaf te doen van de verhinderdata van beide partijen voor de maanden januari en februari 2017;