In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 21 oktober 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen NCOI opleidingen B.V. en een cursist die zich had ingeschreven voor de opleiding HBO bachelor Maatschappelijk Werk en Dienstverlening. De cursist heeft de overeenkomst voor aanvang van de opleiding opgezegd, omdat zij geen stageplaats kon vinden. NCOI vorderde betaling van de gemaakte kosten, die zij op € 4.600,84 heeft geraamd, naast buitengerechtelijke kosten en rente. De cursist betwistte de vordering en stelde dat de overeenkomst onder dwaling tot stand was gekomen, omdat NCOI niet had vermeld dat er geen studiefinanciering beschikbaar was voor de opleiding. De kantonrechter oordeelde dat de cursist de overeenkomst had kunnen opzeggen zonder schadevergoeding, maar dat zij wel de onkosten die NCOI had gemaakt, moest vergoeden. De kantonrechter heeft de vordering van NCOI tot betaling van € 150,00 aan administratieve kosten toegewezen, maar de overige kosten werden afgewezen omdat deze niet voldoende waren onderbouwd. De rente over dit bedrag werd toegewezen vanaf 14 juni 2014, en de proceskosten werden gecompenseerd.