Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoeker;
- [beschermingsbewindvoerder] , werkzaam bij Myrtax Bewindvoering (hierna: beschermingsbewindvoerder);
- mevrouw [naam 2] , werkzaam bij de stichting Stichting Buurt M/V.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 29 december 2016 uitspraak gedaan in een verzoek tot dwangakkoord tegen de verhuurder, Vestia Rotterdam. De verzoeker, die in de periode van 2010 tot 2013 met succes een minnelijk traject heeft doorlopen, heeft een verzoek ingediend om een schuldeiser, in dit geval Vestia, te bevelen in te stemmen met een aangeboden schuldregeling. De verzoeker heeft negen concurrente schuldeisers met een totale vordering van € 8.815,57. Hij heeft een schuldregeling aangeboden die voorziet in een betaling van 19,5% aan de schuldeisers tegen finale kwijting. Vestia heeft echter geweigerd in te stemmen met deze regeling, omdat zij het aangeboden bedrag te laag vond en meende dat de verzoeker niet het maximaal haalbare had aangeboden.
Tijdens de zitting op 29 december 2016 is de weigerende schuldeiser, Vestia, niet verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat acht van de negen schuldeisers akkoord zijn gegaan met de aangeboden regeling, en dat de vordering van Vestia een aanzienlijk aandeel van 44,17% in de totale schuldenlast vertegenwoordigt. De rechtbank heeft ook geconstateerd dat het voorstel goed gedocumenteerd is en is getoetst door een deskundige partij, schuldhulpverlening. De rechtbank oordeelt dat de verzoeker, die momenteel volledig arbeidsongeschikt is, al het mogelijke heeft gedaan om zijn schuldenproblematiek op te lossen.
De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat de belangen van de verzoeker en de overige schuldeisers die hebben ingestemd met het aanbod zwaarder wegen dan die van Vestia. Daarom is het verzoek om Vestia te bevelen in te stemmen met de schuldregeling toegewezen. Vestia is veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn begroot op nihil, aangezien er geen griffierecht verschuldigd was en de verzoeker niet door een advocaat was bijgestaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat er nu een gedwongen schuldregeling is afgekondigd, die in de plaats komt van de vrijwillige instemming van de schuldeisers.