ECLI:NL:RBROT:2016:10238
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de vaststellingsovereenkomst en eigendomsgeschil over haag tussen buren zonder kadastrale grens
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 15 september 2016, gaat het om een geschil tussen twee buren, [eiseres] en [gedaagde], over de eigendom van hagen die de percelen van beide partijen scheiden. [eiseres] heeft in 2013 een appartementsrecht gekocht, terwijl [gedaagde] sinds 2004 eigenaar is van een aangrenzend perceel. De hagen A en B, die de grens tussen hun percelen zouden vormen, zijn door [gedaagde] teruggesnoeid tot een hoogte van ongeveer 30 centimeter. Dit leidde tot een rechtszaak waarin [eiseres] stelde dat [gedaagde] onrechtmatig had gehandeld door de hagen te snoeien zonder haar toestemming.
Tijdens een comparitie op 30 mei 2016 sloten partijen een vaststellingsovereenkomst waarin zij overeenkwamen het kadaster te vragen een grensreconstructie uit te voeren. Echter, na een bericht van het kadaster dat er geen kadastrale grens aanwezig was, verzocht [eiseres] de procedure te hervatten. De kantonrechter oordeelde dat de vaststellingsovereenkomst was ontbonden met wederzijds goedvinden.
De kantonrechter beoordeelde vervolgens of [gedaagde] onrechtmatig had gehandeld. Artikel 5:37 BW werd ingeroepen, dat bepaalt dat een eigenaar geen hinder mag toebrengen aan andere eigenaren. De rechter concludeerde dat, hoewel er geen kadastrale grens was, beide partijen als eigenaars van naburige erven konden worden beschouwd. De rechter oordeelde dat [gedaagde] niet onrechtmatig had gehandeld, omdat hij de hagen had gesnoeid om zicht op de jachthaven te krijgen en niet met de intentie om [eiseres] te schaden. De vorderingen van [eiseres] werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten.