Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[eisers] ,
[eisers],
[eisers],
[eisers],
1.de rechtspersoon naar vreemd recht [gedaagden] ,
[gedaagden]
[gedaagden] ,
[gedaagden] ,
[gedaagden] ,
[gedaagden] ,
1.De procedure
- de dagvaarding
- de wijziging van eis
- de conclusie van antwoord
- de producties van [eisers]
- de producties van [gedaagden]
- de mondelinge behandeling op 5 december 2016
- de pleitnota van [eisers]
- de pleitnota van [gedaagden]
2.De feiten
6.De beslissing in conventie
(…)
naar Maleisisch recht.
. Er zal thans dus nog geen oordeel worden gegeven over het toepasselijk recht op dit punt.
3.Het geschil
- A. Alle notulen en andere verslagen en aantekeningen in de periode van 1 januari 2011 tot 1 januari 2015 van aandeelhouders-, RvC-, bestuurs- en MT-vergaderingen van [bedrijf4] , [bedrijven] , [bedrijven] , [bedrijven] en aan hen gelieerde ondernemingen
en van ander overleg binnen voornoemde ondernemingen en tussen (een of meer van) [persoon1] , [personen] , [personen] en [personen] , in beide gevallen voor zover betrekking hebben op [bedrijf1] , [gedaagden] [bedrijf2] , [gedaagden] [bedrijf1] te Paske en [bedrijven] , en notulen en andere erslagen en aantekeningen in de periode van 1 januari 2011 tot 1 januari 2015 van aandeelhouders-, RvC-, bestuurs- en MT-vergaderingen van [bedrijf1] , [gedaagden] [bedrijf2] , [gedaagden] [bedrijf1] te Paske en [bedrijven] ;
4.De beoordeling
De reikwijdte van de onder A genoemde bescheiden is in dit geding verruimd tot, kort gezegd, de notulen en verslagen van niet alleen de eerder bij naam genoemde ondernemingen, maar van alle aan die ondernemingen gelieerde ondernemingen.
de vordering van [eisers] dient naar het oordeel van de voorzieningenrechter, wanneer die gestelde vrijwillige bereidheid buiten beschouwing wordt gelaten, te worden afgewezen, omdat [eisers] onvoldoende rechtmatig belang heeft bij de gevorderde afgifte van stukken en (deels) sprake lijkt te zijn van een fishing expedition.
unlawful means conspiracywaardoor [gedaagden] enige schade heeft geleden, hetgeen volstaat voor het vestigen van de aansprakelijkheid), en dat thans het debat gevoerd zal worden over de omvang van die schade, maar zij heeft onvoldoende onderbouwd waarom zij om die reden thans een rechtmatig belang heeft bij een vordering die eerder is afgewezen.
“Kennelijk, vindt de besluitvorming binnen andere holdings dan [bedrijf4] plaats en in andere, informele gremia.”.
Van [bedrijf4] zijn notulen ontvangen na het vorige kort geding, van
‘daarboven’(de voorzieningenrechter begrijpt: op het niveau van [bedrijven] ) is nog niets ontvangen of bekend. De voorzieningenrechter volgt [eisers] niet in haar redenering. [gedaagden] heeft ter zitting aangevoerd dat [bedrijven] geen Raad van Commissarissen heeft, en dus ook geen notulen van RvC-vergaderingen. Die stelling is door [eisers] niet betwist, zodat de zekerheid die [eisers] meent te hebben dat de gevorderde stukken bestaan niet meer lijkt dan een aanname die niet op feiten of omstandigheden is gebaseerd. Dat laatste wordt afgeleid uit het gebruik van zinsneden als “de wetten van de logica dicteren dat”, “wij mogen aannemen dat” en (specifiek ten aanzien van de vordering onder C) “het is heel logisch dat daarover overeenkomsten zijn gesloten” (naar de voorzieningenrechter begrijpt over de verkoop van hout).
816,00