Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[eiseres],
1.De procedure
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [gedaagde] .
2.De feiten
3.Het geschil
€ 289.762,29 betaald na de ontvangst van door [gedaagde] gefalsificeerde zorgdeclaraties.
Hij heeft op grond daarvan aangevoerd dat de vordering tot vernietiging op straffe van verbeurte van een dwangsom daarom moet worden afgewezen. De kans is, aldus [gedaagde] , anders (te) groot dat [eiseres] zal menen dat hij een dwangsom heeft verbeurd, terwijl hij niet meer aan een veroordeling tot vernietiging zal kunnen voldoen.
- vaststaat dat [gedaagde] de gegevens wederrechtelijk heeft verkregen;
- vaststaat dat [gedaagde] eerder fraude heeft gepleegd met de gegevens en tevens staat vast de wijze waarop hij dit heeft gedaan;
- vaststaat dat [eiseres] recent, in november 2016, wederom een gefalsificeerde factuur heeft ontvangen;
- vaststaat dat het rekeningnummer waarop de uitbetaling van het factuurbedrag op laatstgenoemde gefalsificeerde factuur zou gaan plaatsvinden het rekeningnummer is van een vriend van [gedaagde] ;
- vaststaat dat [gedaagde] in dit kort geding het standpunt heeft ingenomen dat hij degene is geweest die aan [eiseres] het gewijzigde rekeningnummer, dat van zijn vriend is, heeft doorgegeven.
816,00