Uitspraak
1.Het procesverloop en de processtukken
- bij brieven van 26 oktober 2016 is door de griffier van deze rechtbank aan verzoeker medegedeeld dat het beroep in de procedures met kenmerk ROT 16/2310 WOB SC01, ROT 16/2359 WOB SC01, ROT 16/2384 WOB SC01, ROT 16/5570 WOB RO02, ROT 16/5771 WOB RO02, ROT 16/5872 WOB RO02 en ROT 16/5819 WOB RO02 door de meervoudige kamer zal worden behandeld en wel ter zitting van 17 november 2016. Deze meervoudige kamer zou bestaan uit onder meer mr. Rop;
- bij faxbericht van 17 november 2016 heeft verzoeker de wraking van de rechters van de meervoudige kamer, onder wie mr. Rop, verzocht;
- bij faxbericht van 27 november 2016 heeft de verzoeker zijn visie gegeven op de schriftelijke reactie van de leden van meergenoemde meervoudige kamer op zijn wrakingsverzoek en daarbij de wraking van mr. Rop verzocht in de procedures met kenmerk ROT 15/7004 en kenmerk ROT 16/209;
- bij beschikking van 2 december 2016 heeft de meervoudige kamer voor wrakingszaken afwijzend beslist op het verzoek tot wraking van de rechters van de meervoudige kamer, onder wie mr. Rop, in de procedures met als kenmerk ROT 16/2310 WOB SC01, ROT 16/2359 WOB SC01, ROT 16/2384 WOB SC01, ROT 16/5570 WOB RO02, ROT 16/5771 WOB RO02, ROT 16/5872 WOB RO02 en ROT 16/5819 WOB RO02;
- op 14 december 2016 is onderkend dat het hiervoor bedoelde faxbericht van verzoeker van 27 november 2016 een nieuw verzoek tot wraking van mr. Rop in de procedure met kenmerk ROT 15/7004 en de procedure met kenmerk ROT 16/209 inhoudt.
- de relevante stukken uit de bodemprocedures met kenmerk ROT 15/7004 en kenmerk ROT 16/209;
- het faxbericht van verzoeker van 27 november 2016 waarin de verzoeker de wraking van mr. Rop heeft verzocht in de procedures met kenmerk ROT 15/7004 en kenmerk ROT 16/209;
- de schriftelijke reactie van mr. Rop op het wrakingsverzoek;
- bij brieven van 2 december 2016 heeft de griffier aan de verzoeker kenbaar gemaakt dat de rechter die was vermeld in de kennisgeving van behandeling van de beroepen met kenmerk ROT 15/7004 en met het kenmerk ROT 16/209 ter zitting van
- bij schrijven van 5 december 2016 heeft de verzoeker de wraking van mr. Bedee verzocht in de procedures met kenmerk ROT 15/7004 en kenmerk ROT 16/209.
- de relevante stukken uit de bodemprocedures met kenmerk ROT 15/7004 en kenmerk ROT 16/209;
- het schrijven van verzoeker van 5 december 2016 waarin de verzoeker de wraking van mr. Bedee verzocht in de procedures met kenmerk ROT 15/7004 en kenmerk ROT 16/209;
- de schriftelijke reactie van mr. Bedee op het wrakingsverzoek;
14 december 2016.
9 december 2016.
2.De verzoeken en de verweren daartegen
mr. Bedee verweerder in die zaken een opdracht aan verweerder heeft gegeven die naar het oordeel van verzoeker een verstoring van de goede procesorde in zijn nadeel oplevert.
3.De ontvankelijkheid van het verzoek tot wraking van mr. Rop
4.De beoordeling van het verzoek tot wraking van mr. Bedee
Gebleken is echter dat noch mr. Rop, noch mr. Bedee op dat moment op de hoogte was van het verzoek tot wraking van mr. Rop in de procedures met kenmerk ROT 15/7004 en kenmerk ROT 16/209. Het eerste argument van verzoeker mist dan ook feitelijke grondslag.
5.De beslissing
nietin behandeling wordt genomen.