Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding, met producties,
- de brief van 17 november 2016 met producties,
- de mondelinge behandeling,
- de pleitnota van [eiser] .
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die op 20 december 2016 door de Rechtbank Rotterdam is behandeld, vorderde eiser, een ondernemer die zich bezighoudt met catering via foodtrucks, dat gedaagde, een andere ondernemer die reclame- en promotiemateriaal ontwerpt, zou stoppen met het gebruik van het logo en de handelsnaam "Flippin’ Burgers". Eiser stelde dat hij het auteursrecht op het logo had verkregen, omdat hij het logo als eerste openbaar had gemaakt. Gedaagde had echter het logo in opdracht van eiser ontworpen en was daarmee de rechthebbende op het auteursrecht. De voorzieningenrechter oordeelde dat eiser niet kon aantonen dat er een exclusief gebruiksrecht was verleend aan hem, en wees de vordering tot staking van het gebruik van het logo af.
Wat betreft de handelsnaam erkende gedaagde dat eiser het handelsnaamrecht op "Flippin’ Burgers" had. De voorzieningenrechter oordeelde dat gedaagde inbreuk had gemaakt op het handelsnaamrecht van eiser, omdat er verwarring kon ontstaan bij het publiek tussen de foodtrucks van beide partijen. De vordering tot staking van het gebruik van de handelsnaam werd toegewezen, met een dwangsom voor elke overtreding.
De vorderingen van eiser met betrekking tot de domeinnaam en de facebookpagina werden afgewezen, omdat gedaagde had verklaard dat hij de contactgegevens op de website had hersteld en er geen bewijs was dat eiser recht had op de facebookpagina. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.