Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 6 april 2016, met producties 1 tot en met 20;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 11;
- de brief van 26 september 2016 namens [eiseres], met producties 21 en 22;
- het vonnis van 22 juni 2016 waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- het proces-verbaal van de op 4 oktober 2016 gehouden comparitie van partijen.
2.De vaststaande feiten
Schoonmaak CAO|) vermeldt in artikel 1 voor zover thans van belang:
Schoonmaakbedrijf, dan wel glazenwassersbedrijf:
Werkgever:
Werknemer:
3.Het geschil
23 april 2015 tot 1 juli 2015;
4.De beoordeling van de vordering
hoofd- of nevenberoep(onderstreping kntr) maakt van het regelmatig of eenmalig schoonmaken. Home Hotel richt zich op verhuur van kamers. Dat die kamers ook schoongemaakt moeten worden betekent daarmee niet dat er ten aanzien van het aspect schoonmaken van de kamers sprake is van een hoofd- of nevenberoep. [eiseres] wijst in het kader van haar stelling dat de Schoonmaak CAO van toepassing is op het CAO-deel voor hotels (het D-Deel), maar miskent dat voorwaarde voor de gelding van dit onderdeel van de CAO is, dat het moet gaan om een werkgever zoals omschreven in de definitiebepaling van artikel 1 van de Schoonmaak CAO. Nu schoonmaken geen hoofd- of nevenberoep van Home Hotel is en zij niet onder de definitie van artikel 1 valt, is het D-deel van de Schoonmaak CAO derhalve evenmin van toepassing. [eiseres] heeft verder nog verwezen naar Bijlage II Referentiefuncties in de schoonmaak- en glazenwassersbranche. Zij heeft echter in het geheel niet onderbouwd of en op welke wijze zij als werknemer in de zin van artikel 1, derde lid van de Schoonmaak CAO via welke van de in Bijlage II genoemde referentiefuncties onder het geldingsbereik van de Schoonmaak CAO valt. Dit had op haar weg gelegen. Door dit na te laten heeft [eiseres] niet aan haar stelplicht voldaan met als gevolg dat aan bewijslevering niet wordt toegekomen en in rechte niet is komen vast te staan dat zij als specifieke werknemer onder het bereik van de Schoonmaak CAO is komen te vallen.
artikel 7:625 BW wegens niet tijdige betaling is dan ook toewijsbaar over het bedrag van
€ 357,03 bruto tot het moment van betaling, zij het beperkt tot 20 % gelet op alle omstandigheden van het geval. De wettelijke rente zal worden toegewezen vanaf 12 februari 2016. Home Hotel heeft onbetwist gesteld dat zij voor deze datum er niet mee bekend was dat [eiseres] aanspraak maakte op enige vordering.