ECLI:NL:RBROT:2016:10001
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Registratie als gebruiker van maritieme frequentieruimte en als radioamateur en de jaarlijkse vergoeding voor registratiehouders
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 29 december 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, geregistreerd als gebruiker van maritieme frequentieruimte en als radioamateur, en de minister van Economische Zaken, Agentschap Telecom. De eiser heeft bezwaar gemaakt tegen facturen die hem zijn toegestuurd voor jaarlijkse vergoedingen met betrekking tot zijn registraties. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser bezwaar heeft gemaakt tegen de facturen van 2 februari 2016 en tegen eerdere brieven van 17 december 2015 waarin de registratiekosten werden aangekondigd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de brieven van 17 december 2015 geen besluiten zijn in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en dat het bezwaar van de eiser tegen deze brieven terecht niet-ontvankelijk is verklaard.
De rechtbank heeft verder geoordeeld dat de eiser geen rechtstreeks belang heeft bij de facturen die zijn gericht aan andere registratiehouders, en dat zijn beroep tegen het niet tijdig beslissen op zijn bezwaar tegen de facturen van 2 februari 2016 niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de minister bevoegd was om de jaarlijkse vergoedingen in rekening te brengen op basis van de Telecommunicatiewet en dat er geen strijd is met het vertrouwensbeginsel of het rechtszekerheidsbeginsel. De rechtbank heeft de beroepen van de eiser tegen de bestreden besluiten ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.