ECLI:NL:RBROT:2015:9916
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Wijziging bijzondere voorwaarden jeugddetentie in het kader van PIJ-maatregel
Op 16 juli 2015 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de wijziging van bijzondere voorwaarden van een jeugddetentie. De zaak betreft een vordering van de officier van justitie, ingediend op 22 juni 2015, met betrekking tot een eerder vonnis van de kinderrechter van 16 augustus 2013. De veroordeelde, geboren in 1995, was destijds veroordeeld tot een jeugddetentie van zes maanden, die niet ten uitvoer zou worden gelegd tenzij hij zich tijdens de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig zou maken of de bijzondere voorwaarden niet zou naleven. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie beoordeeld en vastgesteld dat de proeftijd op 25 november 2013 is ingegaan. De rechtbank heeft de zaak behandeld met gesloten deuren op 2 juli 2015, waarbij de officier van justitie, de veroordeelde, zijn raadsvrouw, en vertegenwoordigers van Reclassering Nederland en JeugdPlusJeugd aanwezig waren.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de bijzondere voorwaarden, die eerder waren opgelegd, gewijzigd moesten worden. De veroordeelde heeft ingestemd met de voorgestelde nieuwe voorwaarden, die onder andere inhouden dat hij zich gedurende de proeftijd moet houden aan de voorschriften van Reclassering Nederland en moet meewerken aan begeleiding en het vinden van passende huisvesting en dagbesteding. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de bijzondere voorwaarden aangepast, waarbij de nadruk ligt op de noodzaak van begeleiding door Reclassering Nederland en JeugdPlusJeugd. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, waarbij de oudste en jongste rechter niet in staat waren de beslissing mede te ondertekenen.