Uitspraak
1.Het procesverloop en de processtukken
2.Het verzoek en het verweer daartegen
3.De beoordeling
4.De beslissing
mr. P. Vrolijk, rechters en door de voorzitter uitgesproken ter openbare terechtzitting van
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 16 februari 2015 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, vertegenwoordigd door haar directeur. Het verzoek tot wraking was gericht tegen mr. A.J.L.M. van der Wildt, rechter in de rechtbank Rotterdam, afdeling privaatrecht, team kanton 1. De verzoekster stelde dat de rechter vooringenomen was tijdens een eerdere zitting op 11 december 2014, waar een civielrechtelijke vordering tegen haar was behandeld. De verzoekster voerde aan dat de rechter onterecht had vastgesteld dat haar naam op een foto zichtbaar was, en dat deze vaststelling een schijn van partijdigheid opriep. De rechter heeft echter in zijn verweer aangegeven dat er geen sprake was van vooringenomenheid en dat zijn opmerkingen voortkwamen uit de noodzaak om de feiten te verhelderen. De wrakingskamer heeft de argumenten van verzoekster beoordeeld en geconcludeerd dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor een vrees van partijdigheid. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de aangevoerde omstandigheden niet voldoende waren om te concluderen dat de rechter niet onpartijdig was. Het verzoek tot wraking werd daarom ongegrond verklaard en afgewezen.