ECLI:NL:RBROT:2015:9230

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 november 2015
Publicatiedatum
15 december 2015
Zaaknummer
C/10/486260 / KG ZA 15-1102
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot wedertewerkstelling in kort geding tegen Coolblue B.V. afgewezen

In deze zaak vorderde eiser, werkzaam als Lead Buyer bij Coolblue B.V., wedertewerkstelling na op non-actiefstelling door zijn werkgever. De voorzieningenrechter oordeelde dat de werkgever onvoldoende gegronde redenen had voor de non-actiefstelling, aangezien de arbeidsovereenkomst nog niet rechtsgeldig was beëindigd. De werkgever had een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingediend, maar dit verzoek was nog niet behandeld door de kantonrechter. De voorzieningenrechter benadrukte dat de omstandigheden van het geval van belang zijn bij de beoordeling van de vordering tot tewerkstelling. Eiser had al anderhalve maand niet gewerkt en er was een verzoek tot ontbinding ingediend, dat op 23 november 2015 zou worden behandeld. De voorzieningenrechter concludeerde dat, hoewel de vordering tot wedertewerkstelling in beginsel toewijsbaar was, het in het belang van beide partijen was om de (verdere) escalatie van het conflict te voorkomen. Daarom werd de feitelijke werkhervatting niet aan de orde gesteld tot de beslissing van de kantonrechter op het ontbindingsverzoek. De vordering werd toegewezen met de voorwaarde dat de veroordeling pas ten uitvoer kon worden gelegd na de beslissing van de kantonrechter.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/10/486260 / KG ZA 15-1102
Vonnis in kort geding van 11 november 2015
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser,
advocaat mr. I. Janssen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
COOLBLUE B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde,
advocaat mr. W. de Jong.
Partijen zullen hierna [eiser] en Coolblue genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de producties van [eiser]
  • de producties van Coolblue
  • de mondelinge behandeling op 2 november 2015
  • de pleitnota van [eiser]
  • de pleitnota van Coolblue.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] en Coolblue hebben een arbeidsovereenkomst gesloten op grond waarvan [eiser] op 1 februari 2015 in dienst is getreden bij Coolblue.
In de arbeidsovereenkomst is onder meer het volgende bepaald:
“(…)
De onderneming en de bovengenoemde medewerker verklaren een arbeidsovereenkomst te zijn aangegaan onder de volgende voorwaarden:
Datum van ingang: 1 februari 2015
Duur van het dienstverband: Onbepaalde tijd.
De arbeidsovereenkomst zal worden aangegaan voor de duur van onbepaalde tijd.
3.
Proeftijd: 2 maanden
4.
Functienaam: Vendor Manager
(…)
7. Vast bruto basissalaris: € 7.500,- gebaseerd op een 40-urige werkweek.(…)”
2.2.
Van 1 februari 2015 tot eind april 2015 was de heer [persoon1] leidinggevende van [eiser] . Sinds medio mei 2015 is dit de heer [persoon2] .
2.3.
Op 5 juni 2015 heeft een regulier (voortgangs)gesprek, een ‘sync’ genoemd, plaatsgevonden tussen [eiser] en [persoon2] . Het betrof het eerste sync tussen [eiser] en [persoon2] sinds het vertrek van [persoon1] .
Tijdens dit gesprek is onder meer medegedeeld dat de functie van [eiser] per 1 juli 2015 zou worden gewijzigd in de functie van ‘Lead Buyer’ als gevolg van het (her)schrijven van alle functieprofielen binnen Coolblue door Coolblue.
2.4.
Op 23 juni 2015 vond een tweede sync plaats tussen [eiser] en [persoon2] . Na afloop van dit gesprek zond [persoon2] een e-mail aan [eiser] met de volgende inhoud:
“Zoals vanmorgen besproken is de functie van Lead Buyer een belangrijke rol binnen onze organisatie. We hebben gesproken over de ambivalentie die de directie voelt bij de duurzame invulling van jou in die rol. Deze ambivalentie is gebaseerd op eigen waarneming in combinatie met feedback van collega’s. Tevens hebben we gesproken over het negatieve geluid en de daaromheen ontstane beeldvorming waaraan je mijn inziens heel snel zou moeten gaan werken.
We hebben een voor Coolblue strategisch belangrijke categorie aan je gedelegeerd en kunnen ons hierin geen vertraging permitteren. Ik wil hierbij nogmaals benadrukken dat het goed aansturen van het inkoopteam alsmede het realiseren van conditieverbeteringen bij fabrikanten/leveranciers wat ons betreft hygiëne factoren zijn. We vragen veel meer aan een lead buyer. Het gaat ons om een weldoordacht en ambitieus groeiplan richting marktdominantie in combinatie met strak toezicht op de executie. Je gaf aan je hier bewust van te zijn.
Ons gesprek vanmorgen heeft mij nog niet het gewenste level van comfort gegeven. Ik wil je dan ook vragen om voor onze sync aanstaande maandag voor te bereiden hoe je deze doelen de komende periode gaat realiseren.”
2.5.
[eiser] heeft op de e-mail van 23 juni 2015 (onder meer) per mail gereageerd. Die reactie is door Coolblue slechts ten dele overgelegd (als productie 9 bij het als productie overgelegde ontbindingsverzoekschrift). De strekking van de reactie van [eiser] lijkt dat hij aangeeft voornemens te zijn werk te maken van de beeldvorming en meer ownership en drive te tonen om persoonlijke en teamresultaten te realiseren.
2.6.
Op 29 juni 2015 heeft een vervolgafspraak naar aanleiding van het gesprek van 23 juni 2013 tussen [eiser] en [persoon2] plaatsgevonden.
2.7.
Op 5 augustus 2015 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen [eiser] en [persoon2] over de voortgang. Van dit gesprek is een verslag gemaakt door [persoon2] , waarop [eiser] door middel van opmerkingen in het verslag gereageerd.
Het verslag inclusief de reactie van [eiser] (in het grijs) luidt als volgt:
“Functioneringsgesprek 5 augustus 2015
Paul [eiser]
Besproken zaken:
• We zijn niet tevreden met de wijze waarop je tot op heden invulling geeft aan je functie;
• Het feit dat de vendor manager rol lange tijd onduidelijk voor je was mag geen belemmering
zijn om resultaten te behalen. Iemand van jouw kaliber en met jouw ervaring moet ook
zonder dit kader in staat zijn om resultaten te behalen;
Er zijn resultaten gehaald, maar bij jou niet bekend vanwege ontbreken van 1
op 1 gesprekken. Met het opstarten van onze sync (start 21 augustus) zal ik deze kunnen tonen
• De eerste maanden had je een buitengewoon negatieve houding. Met deze feedback heb je
wat gedaan, maar dit heeft de beeldvorming rondom jouw persoon nog niet veranderd. In
een recent rondje feedback bij mensen komt dit continu terug. Dit kleeft daarmee nog steeds
aan je en bevordert het draagvlak voor jouw aanwezigheid niet. Je zult er aan moeten gaan
werken dat mensen het leuk vinden om met je samen te werken en hier ook energie uit
halen. Dit is nu onvoldoende het geval;
Logischerwijs is het begin even wennen en ben ik nu aardig gewend geraakt. Zoals ik heb
aangegeven ben ik momenteel enthousiast aan het werk. Ik krijg hierover ook positieve
feedback uit mijn directe omgeving/afdeling
• De directie heeft een belangrijke verantwoordelijkheid aan je gedelegeerd. Thans is er
onvoldoende vertrouwen dat je hier adequaat invulling aan gaat geven. In de formulering
van korte termijn groeiplannen maak je geen sterke indruk. Dit geeft onvoldoende
vertrouwen dat je op lange termijn impactvol kunt zijn;
Samen met CM de groeiplanning gemaakt. Heden met team invulling gegeven aan korte
termijn invulling. Zoals ik het zie is daar voldoende draagvlak, daarbij zal mijn sterke
netwerkkracht de gunfactor bij externe partijen bewerkstelligen, maar dat kost meer tijd om
resultaten te zien.
• Tot op heden heb ik geen tastbare resultaten van je gezien;
Zoals aangegeven hebben wij elkaar te weinig gesproken. Ik denk dat dit mede reden is voor
de “onbekendheid” van mijn activiteiten, plannen en resultaten. Ik zie daar graag
verandering in om de resultaten met je te delen.
• Conditieverbeteringen en het coachen van inkopers zijn zaken die standaard tot je
takenpakket behoren. Dit zijn geen resultaten als hierboven beschreven; we verwachten
meer;
• We verwachten dat je strategisch je categorie gaat dragen en dat je hier ook gaat zorgen
voor plannen die groei en marktdominantie bewerkstelligen. Binnen deze rol zorg je ook dat
de randvoorwaarden worden gecreëerd om de doelen te behalen en stemt daarmee
proactief je plannen af met andere stakeholders binnen Coolblue;
• Data is zeer belangrijk binnen Coolblue. Het werken met computers lijkje lastig te vinden. Dit
maakt het lastig om alle facetten van je functie en verantwoordelijkheden goed in te kunnen
vullen.
Dit is verkeerd opgevat. Computers en programma’s vind ik niet lastig. Bij diverse werkgevers
heb ik mij de systemen snel eigen gemaakt en doe dat al 20 jaar. BI rapportages “bouwen”
vind ik wat lastig, maar gelukkig ben ik wel in staat mijn collega LB’s hierbij te kunnen helpen!
Ik ben sinds 1 februari werkzaam. [persoon1] heeft mij vooral gestuurd op relatiebouw met key
suppliers (mail [persoon1] ) en coaching van de junior/medior inkopers. Daarnaast zijn er resultaten gehaald
op omzet/inkoop/relatie/assortiment -niveau en condities. Zoals aangegeven ben ik enthousiast over
de rol van Lead Buyer en kan ik hier mijn opgedane vaardigheden goed gebruiken.
Graag zou ik ook de ingevulde 360 formulieren ontvangen zodat deze me kunnen helpen mijzelf te kunnen verbeteren.
Conclusie:
Na ≠ 6 maanden hebben we geen tastbare resultaten gezien om te mogen concluderen dat je de juiste man bent voor deze job. Dit vinden we buitengewoon zorgelijk.
Afspraken:
• Jij informeert mij pro-actief per mail over je behaalde resultaten en de zaken waarmee je bezig bent
• Tijdens onze syncs is dit ook een vast agendapunt welke jij voorbereid.
• Na twee maanden een tussentijdse evaluatie (reeds gepland op 7 oktober 2015)
Rotterdam, 7 augustus 2015
[persoon2] ”
2.8.
Op 17 september 2015 heeft een gesprek plaatsgevonden, waarin [persoon2] aan [eiser] heeft voorgesteld de arbeidsovereenkomst te beëindigen.
Aansluitend aan dit gesprek is [eiser] naar huis gegaan. Vanaf dat moment heeft [eiser] geen werkzaamheden bij Coolblue meer verricht.
2.9.
Op 18 september 2015 heeft [persoon2] telefonisch contact opgenomen met [eiser] . Na dit gesprek heeft [persoon2] de werkzaamheden van [eiser] overgedragen aan collega’s van [eiser] .
2.10.
Op 23 september 2015 heeft [eiser] met de HR Business Partner van Coolblue gesproken. Aan [eiser] werd een schriftelijke beëindigingsovereenkomst voorgelegd. [eiser] heeft die niet getekend.
[eiser] heeft aansluitend aan het gesprek zijn toegangspas en badgesleutel ingeleverd.
2.11.
Coolblue heeft een verzoekschrift ex artikel 7:669 BW, strekkende tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, bij de kantonrechter van deze rechtbank ingediend. De mondelinge behandeling van dat verzoek zal op 23 november 2015 plaatsvinden.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert samengevat - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
I. Coolblue te veroordelen [eiser] weer toe te laten tot het werk teneinde zijn functie als Lead Buyer, althans in passende werkzaamheden overeenkomend met de functie van Lead Buyer, te hervatten, tot het moment waarop de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn geëindigd, op straffe van de verbeurte van een dwangsom;
II. Coolblue te veroordelen [eiser] (weer) toe te staan alle kantoorfaciliteiten te gebruiken waarvan [eiser] voor 17 september 2015 gebruik van maakte of kon maken, tot het moment waarop de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn geëindigd, op straffe van de verbeurte van een dwangsom;
III. Coolblue te veroordelen in de proceskosten.
3.2.
Coolblue voert gemotiveerd verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Een vordering in kort geding, waar slechts het treffen van een voorlopige voorziening aan de orde is, is alleen toewijsbaar indien voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter, later oordelend, tot het oordeel zal komen dat de vordering dient te worden toegewezen.
4.2.
In het onderhavige geval is sprake van een situatie waarin vaststaat dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen (nog) niet is geëindigd. Er is door Coolblue wel een verzoek ingediend bij de kantonrechter strekkende tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst, maar op dat verzoek is nog niet beslist. Vooruitlopend op de door Coolblue gewenste beëindiging van de arbeidsovereenkomst is [eiser] op non-actief gesteld.
4.3.
[eiser] vordert in dit kort geding weder tewerkstelling als Lead Buyer van Coolblue. Voor toewijzing van die vordering is vereist dat aannemelijk is dat de gronden voor de non-actiefstelling die non-actiefstelling niet kunnen dragen. Daarnaast moet bij de beoordeling van een vordering tot tewerkstelling rekening moet worden gehouden met de omstandigheden van het geval.
4.4.
Uit de stellingen van Coolblue leidt de voorzieningenrechter af dat zij er in eerste instantie vanuit is gegaan dat beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden zou kunnen plaatsvinden. Het is mede daarom niet geheel duidelijk of het op 17 september 2015 de bedoeling was om [eiser] direct op non-actief te stellen vooruitlopend op die beëindiging, of dat dat feitelijk pas is gebeurd na het telefoongesprek van 18 september 2015, toen [persoon2] , zoals Coolblue stelt, de indruk had dat [eiser] zelf ook niet meer voor Coolblue aan het werk wenste te gaan.
De precieze feiten en omstandigheden kunnen in dit kort geding niet worden vastgesteld, maar vast staat dat feitelijk sprake is van een non-actiefstelling door Coolblue, omdat Coolblue [eiser] niet langer te werk wenst te stellen, terwijl [eiser] het met die non-actiefstelling niet eens is.
4.5.
Bij een op non-actiefstelling of schorsing wordt aan de werknemer een (tijdelijk) verbod opgelegd om zijn werkzaamheden te verrichten. Voor een dergelijke maatregel bestaat geen wettelijke grondslag. De rechtmatigheid van een beslissing tot schorsing of op non-actiefstelling moet worden beoordeeld aan de hand van de beginselen van goed werkgeverschap. Uitgangspunt daarbij is dat het recht op tewerkstelling van een werknemer slechts moet wijken indien de werkgever aannemelijk maakt dat hij een redelijke grond voor de non-actiefstelling heeft of als een bevel tot tewerkstelling tot een onwerkbare situatie zou leiden.
Een non-actiefstelling kan in beginsel slechts geoorloofd worden geacht indien de werkgever voldoende aannemelijk maakt dat vanwege zwaarwegende redenen in redelijkheid van de werkgever niet gevergd kan worden dat hij de werknemer nog op het werk duldt. Bij de belangenafweging is aan de zijde van de werknemer voorts van belang dat een non-actiefstelling een ingrijpende maatregel is, die over het algemeen een diffamerend karakter draagt.
4.6.
De reden voor de non-actiefstelling en de gewenste ontbinding van de arbeidsovereenkomst is blijkens de stellingen van Coolblue gelegen in het gestelde onvoldoende functioneren van [eiser] in de functie van Lead Buyer en het gebrek aan vertrouwen dat dit op korte termijn zal veranderen. Naar voorlopig oordeel is dit gelet op de vaststaande feiten en omstandigheden niet voldoende grond voor een dringende reden die de non-actiefstelling vooruitlopend op de eventuele beëindiging van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigt.
4.7.
Uit hetgeen ter zitting is besproken en uit de processtukken is af te leiden volgt dat partijen op 7 augustus 2015 afspraken hebben gemaakt naar aanleiding van de zorgen van [persoon2] over het functioneren van [eiser] in de functie van Lead Buyer.
Een van de afspraken hield in dat op 7 oktober 2015 een tussentijdse evaluatie zou plaatsvinden van, naar de voorzieningenrechter begrijpt, de ontwikkeling van [eiser] , althans de door hem in de tussentijd behaalde resultaten.
Die tussen partijen afgesproken termijn is in het onderhavige geval door Coolblue als werkgever niet afgewacht, zonder dat uit het dossier volgt dat daarvoor een concrete aanleiding was, anders dat dat [persoon2] althans Coolblue het vertrouwen in [eiser] was kwijtgeraakt. De voorzieningenrechter acht gelet hierop niet aannemelijk dat de bodemrechter in het onderhavige geval zal oordelen dat Coolblue voldoende gegronde reden had om de non-actiefstelling van [eiser] te rechtvaardigen, nu sprake is van een situatie waarin een termijn was afgesproken waarbinnen [eiser] zou werken aan verbetering van zijn functioneren, terwijl die termijn niet is afgewacht en is besloten per direct in te zetten op de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
Daarbij is nog van belang dat [eiser] heeft gesteld dat voor hem onduidelijk is geweest wat van hem werd verwacht, onder meer gelet op de door Coolblue geëntameerde functiewijziging, terwijl door Coolblue niet gemotiveerd is weersproken dat de nieuwe functie (Lead Buyer) inderdaad andere eisen stelde aan het functioneren van [eiser] , dan de functie waarvoor hij blijkens zijn arbeidsovereenkomst was aangenomen (Vendor Manager).
4.8.
Voor zover Coolblue meent dat voldoende is gebleken [eiser] niet geschikt is om een functie te vervullen binnen Coolblue, omdat hij niet goed past binnen de (gewenste) cultuur van Coolblue, geldt dat ook in zo’n situatie Coolblue rekening zal moeten houden met de bij de wet vastgelegde criteria die leiden tot beëindiging van een arbeidsovereenkomst en het vereiste van het hebben van een gegronde reden voor non-actiefstelling. Vooralsnog lijkt, naar voorlopig oordeel, Coolblue zich daar onvoldoende van bewust te zijn geweest.
4.9.
Op grond van het voorgaande is de vordering tot wedertewerkstelling in beginsel toewijsbaar. Zoals hiervoor reeds is overwogen zijn de omstandigheden van het geval echter ook van belang bij de beoordeling van de vordering tot tewerkstelling.
Die omstandigheden bestaan in dit geval eruit dat [eiser] thans ruim anderhalve maand geen werkzaamheden meer heeft verricht voor Coolblue en dat Coolblue inmiddels een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst heeft ingediend bij de kantonrechter van deze rechtbank, welk verzoek op 23 november 2015 zal worden behandeld.
4.10.
In dit kort geding kan en zal niet vooruit worden gelopen op de uitkomst van die verzoekschriftprocedure. De voorzieningenrechter acht de procedure echter wel van belang, omdat in die procedure op relatief korte termijn duidelijk zal worden of de arbeidsovereenkomst zal worden beëindigd of zal blijven bestaan.
Een belangenafweging brengt, gelet op de korte termijn waarop (meer) duidelijkheid over het al dan niet voortbestaan van de arbeidsovereenkomst kan worden verwacht, naar het oordeel van de voorzieningenrechter met zich dat tot het moment waarop de kantonrechter heeft beslist op het verzoek, feitelijke werkhervatting niet aan de orde is. Juist ook voor de door [eiser] genoemde mogelijkheid dat de arbeidsovereenkomst zal blijven bestaan, omdat het verzoek wordt afgewezen, is het in het belang van beide partijen dat de (verdere) escalatie van het conflict thans zoveel als mogelijk wordt voorkomen. Het belang van [eiser] bij wedertewerkstelling op zo kort mogelijke termijn na dit vonnis dient daarvoor te wijken.
4.11.
De vordering onder I. zal op grond van het voorgaande worden toegewezen, met dien verstande dat de veroordeling eerst ten uitvoer kan worden gelegd indien de kantonrechter op het ontbindingsverzoekschrift van Coolblue in afwijzende zin heeft beslist, althans nadat de kantonrechter in toewijzende zin op het ontbindingsverzoek heeft beslist en het verzoek door Coolblue alsnog wordt ingetrokken of nadat het verzoek voor die tijd al door Coolblue wordt ingetrokken.
4.12.
De stelling van [eiser] dat hij gedurende de wedertewerkstelling in staat zou zijn om bewijsmateriaal te verzamelen om zijn positie in de bodemprocedure te verbeteren is meegewogen in de beoordeling, maar noopt niet tot een andere uitkomst.
Voor zover dat de grondslag is voor het gevorderde onder II betekent de gemaakte belangenafweging dat de vordering niet voor afzonderlijke toewijzing in aanmerking komt.
Aangenomen mag worden dat de toewijzing van de vordering tot wedertewerkstelling impliceert dat [eiser] na weder tewerkstelling gebruik zal kunnen maken van de daarvoor geëigende kantoorfaciliteiten, waaronder de toegang tot voor zijn werkzaamheden benodigde technische systemen. [eiser] heeft onvoldoende onderbouwd, waarom hij vanaf dat moment nog belang heeft bij de toegang tot dezelfde kantoorfaciliteiten als waarvan hij eerder gebruik kon maken. De mogelijkheid bestaat immers dat wedertewerkstelling plaats zal vinden in een andere passende functie, dan de functie die hij eerder vervulde, waarbij mogelijk de toegang tot (deels) andere technische systemen hoort.
4.13.
De gevorderde dwangsom zal worden beperkt en gemaximeerd als in het dictum bepaald.
4.14.
De voorzieningenrechter ziet in de omstandigheden aanleiding Coolblue als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten te veroordelen. De kosten aan de zijde van [eiser] worden begroot op:
- dagvaarding € 102,66
- griffierecht 285,00
- salaris advocaat
816,00
Totaal € 1.203,66

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt Coolblue na betekening van dit vonnis [eiser] in de functie van Lead Buyer, danwel in een andere passende functie, tot het moment waarop de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn geëindigd weder tewerk te stellen, met dien verstande dat deze veroordeling eerst ten uitvoer kan worden gelegd indien het ontbindingsverzoek wordt ingetrokken, danwel drie werkdagen nadat de kantonrechter in afwijzende zin op het onbindingsverzoekschrift heeft beslist, danwel drie werkdagen nadat de kantonrechter in toewijzende zin op het ontbindingsverzoek heeft beslist en het verzoek door Coolblue alsnog wordt ingetrokken,
5.2.
veroordeelt Coolblue om aan [eiser] een dwangsom te betalen van € 1.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de in 5.1 uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 50.000,00 is bereikt,
5.3.
veroordeelt Coolblue in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot op heden begroot op € 1.203,66,
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.F.L. Geerdes en in het openbaar uitgesproken op 11 november 2015.
1634/676