Verwelius heeft na wijziging van eis gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad
-enigszins verkort weergegeven-:
A.1 primair: voor recht te verklaren dat de huurovereenkomst tussen haar en [gedaagde 1] en [gedaagde 2] met betrekking tot de woning rechtsgeldig is opgezegd en uiterlijk per
30 april 2015 zal zijn geëindigd;
A.2 subsidiair: de huurovereenkomst met betrekking tot de woning tussen haar en [gedaagde 1] en [gedaagde 2] wegens wanprestatie te ontbinden;
B. gedaagden te veroordelen om binnen 14 dagen na betekening van het te wijzen vonnis de woning te ontruimen en te verlaten en door overgave van sleutels ter beschikking van Verwelius te stellen;
C. de curator te veroordelen om de van [gedaagde 2] gevorderde ontruiming te gehengen en te gedogen;
D. [gedaagde 1] te veroordelen om aan haar te betalen € 3.605,32 ter zake van huurachterstand berekend tot en met april 2015, € 57,12 aan verschenen contractuele rente en € 469,19 aan buitengerechtelijke kosten, in totaal € 4.131,63 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 april 2015 tot de dag van algehele voldoening;
E. [gedaagde 2] te veroordelen aan Verwelius te betalen € 1.955,52 ter zake van huurachterstand over de maanden maart en april 2015, € 14,47 aan verschenen contractuele rente en € 177,46 aan buitengerechtelijke kosten, in totaal € 2.147,45 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 april 2015 tot de dag van algehele voldoening;
F. [gedaagde 1] te veroordelen om vanaf 1 mei 2015 aan Verwelius te betalen vanwege schadevergoeding € 977,76 voor elke maand of gedeelte daarvan dat [gedaagde 1] in gebreke blijft met de ontruiming van de woning;
G. de hoofdelijke veroordeling van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] in de proceskosten.