ECLI:NL:RBROT:2015:9108

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
27 november 2015
Publicatiedatum
11 december 2015
Zaaknummer
3322983 CV EXPL 14-39131
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • C. Sikkel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid in internationaal wegvervoer onder CMR-verdrag

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam werd behandeld, ging het om een geschil tussen Beverdam & Fontein International B.V. (B&F) en Heavyteam-Spezialtransport GmbH over de aansprakelijkheid voor het verlies van 48 dozen tijdens een transport van Rotterdam naar Rome. B&F had Heavyteam opdracht gegeven voor het vervoer van 669 dozen, maar bij aflevering bleken 48 dozen niet op het juiste adres te zijn afgeleverd. Heavyteam stelde dat de dozen wel waren afgeleverd, maar de rechtbank oordeelde dat Heavyteam in beginsel aansprakelijk was voor het verlies op basis van artikel 17 lid 1 van het CMR-verdrag, dat de aansprakelijkheid van de vervoerder regelt.

De rechtbank overwoog dat Heavyteam niet had aangetoond dat zij alle redelijke maatregelen had genomen om het verlies te voorkomen, zoals vereist onder artikel 17 lid 2 van het CMR-verdrag. De rechtbank verwierp het verweer van Heavyteam dat B&F als expediteur had moeten optreden en dat de instructies voor het verkrijgen van een PIN-code voor het lossen van de goederen op de vrachtbrief vermeld hadden moeten worden. De rechtbank concludeerde dat B&F de juridische afzender was en dat de verzekeraars, die de schade aan B&F hadden vergoed, gerechtigd waren om de vordering op Heavyteam te verhalen.

De rechtbank wees de vordering van B&F en de verzekeraars tot schadevergoeding van € 13.286,13, expertisekosten van € 1.203,95, en buitengerechtelijke kosten van € 908,00 toe. De vordering tot vergoeding van vertaalkosten werd afgewezen omdat deze onvoldoende bepaald was. Heavyteam werd veroordeeld in de proceskosten, en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

zaaknummer / rolnummer: 3322983 CV EXPL 14-39131
uitspraak: 27 november 2015
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BEVERDAM & FONTEIN INTERNATIONAL B.V.,
gevestigd te Ridderkerk,
2. de naamloze vennootschap
AMLIN EUROPE N.V.,
gevestigd te Amstelveen,
3. de rechtspersoon naar het recht van de plaats harer vestiging
ALLIANZ VERSICHERUNGS AG,
kantoorhoudende te Stuttgart, Duitsland,
4. de rechtspersoon naar het recht van de plaats harer vestiging
HDI-GERLING INDUSTRIE VERSICHERUNG AG,
kantoorhoudende te Essen, Duitsland,
5. de naamloze vennootschap
GENERALI SCHADEVERZEKERING MAATSCHAPPIJ N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
6. de rechtspersoon naar het recht van de plaats harer vestiging
SOMPO JAPAN NIPPONKOA INSURANCE COMPANY OF EUROPE LIMITED,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
7. de naamloze vennootschap
DELTA LLOYD SCHADEVERZEKERING N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
8. de naamloze vennootschap
AEGON SCHADEVERZERKING N.V.,
gevestigd te Den Haag,
9. de naamloze vennootschap
HDI-GERLING VERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd te Rotterdam,
10. de naamloze vennootschap
NATIONALE-NEDERLANDEN SCHADEVERZEKERING MAATSCHAPPIJ N.V.,
gevestigd te Den Haag,
11. de rechtspersoon naar het recht van de plaats harer vestiging
AIG EUROPE LIMITED,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
eiseressen bij exploot van dagvaarding van 28 mei 2014,
advocaten mrs. L.R. van Hee en M. Lustenhouwer,
- tegen -
de rechtspersoon naar het recht van de plaats harer vestiging
HEAVYTEAM-SPEZIALTRANSPORT GMBH,
gevestigd te Kufstein, Oostenrijk,
gedaagde,
advocaat mr. J. Blussé van Oud-Alblas.
Partijen worden hierna aangeduid als B&F, de verzekeraars en Heavyteam.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het vonnis van de kantonrechter d.d. 16 januari 2015 en de daarin genoemde processtukken,
  • de conclusie van antwoord met producties,
  • het tussenvonnis van de kantonrechter d.d. 13 juli 2015, waarbij een comparitie van partijen is gelast,
  • het proces-verbaal van de comparitie van partijen, gehouden op 15 oktober 2015, en het daarin genoemde processtuk.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Eind december 2012 heeft B&F aan Heavyteam opdracht gegeven voor het vervoer over de weg van 669 dozen “textiles and accessoiries” van Rotterdam naar Rome.
2.2.
Bij e-mail van 28 december 2012 heeft B&F aan Heavyteam - voor zover relevant - de volgende “loadinginstructions” gegeven:
“Loading date
Thursday 03-01-2013
Loading time
08h00
(...)
Delivery address
[adres]
Delivery date
Monday 07-01-2013
(...)
SPECIAL INSTRUCTIONS!
*The days and hours for loading and offloading must be respected.
*We need before loading: plate number – name of driver – mobile number driver.
*3 hours free for loading and offloading.
*IMPORTANT: When your driver arrives at the delivery address, he must receive a PIN NUMBER!
You must check with B&F immediately if this pin number is CORRECT.
Only after you receive the aproval of B&F International BV that pin number is correct, your driver may offload. In other case, without our confirmation you MAY NOT offload!”
2.3.
Op 2 januari 2013 heeft Heavyteam aan B&F de opdracht bevestigd en opdracht gegeven aan Aquila Part Prod Com Srl (hierna: Aquila) om het betreffende vervoer uit te voeren. In de “Order of Transportation” van Heavyteam aan Aquila staat - voor zover relevant - het volgende vermeld:
“As already agreed during our telefone conversation, you accept to carry out the following delivery with the above named truck in accordance with CMR/KVO, the international waybill system, in our name:
(...)
Unloading place:
1. [adres]
Unloading date:
1. 07.01.2013 12:00
(...)
We hope that the transport will be carried out in full satisfaction to us and our client. If any problems or delays should occur we need to be informed immediately.
(...)
Loading and unloading times are considered as definite appointments (CMR appointment/order) and always have to be carried out on time. (...) The goods can only be unloaded at the recipient as seen on the consignment note. If the details on the consignment note vary from our order form then the details have to be checked and confirmed by us. In case of any problems, (...) or other delivery failure we have to be contacted by telephone or in writing immediately. No actions are to be taken by you until we give further instructions.”
2.4.
Op de CMR-vrachtbrief staat als afzender vermeld:
[adres]
en staan de volgende instructies van de afzender vermeld:
[adres]
2.5.
Aquila heeft 669 dozen in goede staat geladen. Vrijdagochtend 4 januari 2013 heeft de chauffeur van Aquila zich begeven naar het adres van de ontvanger, [adres] Aldaar is de chauffeur verteld dat hij niet kon lossen op het aangegeven adres, maar ergens anders. De chauffeur is vervolgens achter een auto aangereden naar een andere plaats in Rome. Daar aangekomen zijn 48 dozen gelost in een bestelwagen. Omdat de chauffeur het niet vertrouwde, heeft hij contact opgenomen met Aquila, die op haar beurt contact opnam met Heavyteam. Heavyteam heeft vervolgens contact opgenomen met B&F. De chauffeur is daarop teruggereden naar het oorspronkelijke losadres en heeft daar de rest van de dozen gelost, na ontvangst van een PIN code. Op de CMR-vrachtbrief is het verlies van 48 dozen vermeld.
2.6.
Bij e-mail van 8 januari 2013 heeft B&F Heavyteam aansprakelijk gesteld voor de schade wegens het verlies van de 48 dozen. De hoogte van de schade was op dat moment nog niet bekend. De verzekeraar van Heavyteam, Asko, heeft aansprakelijkheid van de hand gewezen.
2.7.
Op 8 januari 2013 heeft Heavyteam Aquila aansprakelijk gesteld voor de schade.
2.8.
Bij brief van 10 januari 2013 heeft Aduanas Senalar S.L.U., de opdrachtgever van B&F (hierna: Aduanas), B&F aansprakelijk gesteld voor de schade ad € 22.857,38.
2.9.
Het door de verzekeringsmakelaar van B&F (Concordia De Keizer B.V.) ingeschakelde expertisebureau (EMN Expertise) is in haar “Report of Survey” tot de volgende conclusie gekomen:
“Based on the information received we can conclude that the damage was caused during the transport while the goods were under the custody of haulier(Rb: Heavyteam)
.
We learned that the driver of Aquila received the transport instruction via an SMS text. According to the police report the driver did not receive any instructions about the PIN NUMBER before arriving on the address in Rome.”
2.10.
In het expertiserapport is de volgende Engelse vertaling opgenomen van de door de chauffeur van Aquila op 22 januari 2013 gedane aangifte bij de Italiaanse politie:
“On 2 January 2013 I received by SMS instructions for a transport from Rotterdam to Rome without reference number for unloading.
On January 4, 2013, 13:15 (GMT, Romania time) I let Mr Neascu know that I arrived on the unloading address. I went inside the company and showed the CMR waybill to the employees. They kept the waybill. I was informed that we were going to another location because of too less space for the goods.
I follow with my truck, license plate [kenteken] , and my trailer, license plate [kenteken] followed, the employee and drove behind his black Alfa Romeo with license plate [kenteken] , to a place about 2 km beyond the address on the CMR Waybill. This guy said it would take about 3 hours and that they would use trucks of the beneficiary company.
A white truck with license plate [kenteken] has loaded a part of the boxes (3.5 T). One minute after this I was called by Mr. Neascu who told me I have no permission to unloading before I received a code number. Untill that moment the code was not asked.
I asked the man who had brought me to the place for the code for unloading to proceed with unloading but this person said that he knew of the code and that I would get this as soon as possible. I have never gotten the code.
I have been waiting for half an hour and then I went back to the address on the CMR. I have asked for explanations about the unloading but people did if they knew nothing about this.
I have proposed mr. Neascu to call the police but I did not received an order to do this. Then, when I made clear to the employees that I want to rang the police because of the situation, they forced me to put the truck against the ramp (dock) for unloading. On the ramp they shaked the goods in the truck so that I could not leave.
I stayed on the ramp, remained pending until 5:30 P.M. until the employees said they wont unloading the trailer. It was Friday evening and I was alone in a shed full of Chinese people on a quiet Industrial estate. I went to the Office and said that if they do not start the unloading that I would go.
All this time I’ve kept in touch with Mr Neascu which, as far as I know, kept contact with the people of the transport company.
I concluded that it was better to get out there so I coupled of the truck off the trailer. I left with the truck only about 18.00 PM. Saturday and Sunday I remained in a parking lot nearby, on the highway, where I have called the police and I told them what happened.
They told me that I had to go to the municipal police because they had an interpreter where I could make a statement which was necessary for starting the search. I also informed Mr. Neascu about this matters. On Monday morning I went back to the company to pick up the trailer. They did not give me permission to pick up the trailer I had signed the CMR.”

3.Het geschil

3.1.
De vordering luidt - verkort weergegeven - om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad Heavyteam te veroordelen om aan B&F en de verzekeraars te betalen:
€ 13.286,13 aan schadevergoeding,
€ 1.203,95 aan expertisekosten,
voornoemde bedragen te vermeerderen met de samengestelde CMR-rente van 5%,
€ 908,00 aan buitengerechtelijke kosten, alsmede een nader vast te stellen bedrag
aan vertaalkosten, beide bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente,
met veroordeling van Heavyteam in de kosten van het geding.
3.2.
B&F en de verzekeraars leggen daaraan het volgende ten grondslag.
B&F is de contractuele wederpartij/opdrachtgever van Heavyteam en heeft uit dien hoofde te gelden als juridische afzender. De afzender is op grond van het CMR-verdrag vorderingsgerechtigd.
De verzekeraars hebben de schade aan B&F uitgekeerd en zijn daarmee naar rato van hun betrokkenheid op de polis tot het betaalde door subrogatie getreden in de rechten van B&F en gerechtigd de vordering te verhalen op Heavyteam.
De dozen (669) zijn in goede orde in ontvangst genomen. Een deel daarvan (48 dozen) zijn niet afgeleverd. Op grond van artikel 17 lid 1 CMR is Heavyteam aansprakelijk voor de daardoor ontstane schade. Op grond van artikel 23 lid 3 CMR bedraagt die aansprakelijkheid maximaal 8,33 SDR per ontbrekend kilogram gewicht. Het totale gewicht van de vermiste goederen is 1.399,1 kg. De aansprakelijkheid van Heavyteam is mitsdien beperkt tot € 13.286,13.
De expertisekosten komen op grond van bestendige jurisprudentie voor vergoeding in aanmerking.
De vordering van rente en buitengerechtelijke incassokosten is gegrond op artikel 27 lid 1 CMR en 23 lid 4 CMR jo. 6:96 BW.
3.3.
Heavyteam voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van B&F en de verzekeraars in hun vorderingen, althans die af te wijzen, met veroordeling van B&F en de verzekeraars, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, in de proceskosten.
3.4.
Heavyteam betwist de vordering en de vorderingsgerechtigdheid van B&F en in het verlengde daarvan van de verzekeraars.
Als verweer voert Heavyteam aan dat de 48 dozen wel zijn afgeleverd en doet Heavyteam een beroep op eigen schuld van B&F. Ter onderbouwing daarvan voert Heavyteam aan dat B&F als expediteur zelf bij aankomst van de trailer met Roma Anda had moeten regelen dat de PIN code werd afgegeven en dat de trailer kon worden gelost c.q. andere instructies werden gegeven. B&F had bovendien de instructies met de PIN code op de vrachtbrief moeten vermelden en de chauffeur ter zake aanwijzingen moeten geven.

5.De beoordeling

5.1.
Op het onderhavige vervoer is het CMR-verdrag van toepassing, nu de plaats van inontvangstneming in Nederland en van aflevering in Italië is gelegen en beide landen partij zijn bij het verdrag (artikel 1 CMR).
5.2.
De Nederlandse rechter heeft rechtsmacht, als gerecht van het land op het grondgebied waarvan de plaats van inontvangstneming van de goederen is gelegen (artikel 31 lid 1 sub b CMR). De Rotterdamse (kanton)rechter is bevoegd om kennis te nemen van het geschil, als de rechtbank van de plaats van inontvangstneming van de goederen (artikel 31 lid 1 sub b CMR juncto artikel 630 Rv).
5.3.
B&F en de verzekeraars gronden hun vordering op de vervoerovereenkomst. Heavyteam betwist dat B&F haar heeft ingeschakeld voor het vervoer. Heavyteam stelt daartoe dat B&F als expediteur is opgetreden voor Eurosped, omdat zij in haar correspondentie verwijst naar de Fenex-condities en op de vrachtbrief “as agents for Eurosped Espana S.A.” staat vermeld.
Uit de in het geding gebrachte factuur waarin B&F het in opdracht van Aduanas uitgevoerde transport aan Aduanas in rekening brengt, de “Rate confirmation” van B&F aan Aduanas en de “Auftragsbestätigung” van Heavyteam aan B&F (productie 13, 14 en 1 van B&F en de verzekeraars) blijkt dat aan het onderhavige transport een vervoerovereenkomst ten grondslag ligt tussen B&F en Heavyteam. B&F is derhalve de contractuele wederpartij van Heavyteam en daarmee de juridisch afzender. Tegen deze achtergrond is de enkele omstandigheid dat B&F in haar correspondentie verwijst naar de Fenex-condities en op de CMR vrachtbrief achter B&F staat vermeld “as agents for Eurosped Espana S.A.”, onvoldoende om tot het oordeel te komen dat B&F is opgetreden als expediteur, handelend als agent voor haar principaal Eurosped Espana S.A. en mogelijk ook voor Aduanas, zoals Heavyteam betoogt. B&F is derhalve vorderingsgerechtigd.
5.4.
Uit het in het geding gebrachte betalingsbewijs (productie 16 van B&F en de verzekeraars) blijkt dat B&F op 22 augustus 2013 een bedrag aan schadevergoeding heeft betaald aan Last Concept Trading B.V., de verkoper van de goederen. Ter zitting is zijdens B&F en de verzekeraars verklaard dat het door Heavyteam opgemerkte verschil in schadebedragen die in de stukken worden genoemd, te maken heeft met de limiet in de CMR (artikel 23 CMR). Ook is ter zitting zijdens B&F en de verzekeraars verduidelijkt dat, anders dan zij aanvankelijk stelden, Aduanas de schade niet heeft verrekend met andere openstaande nota’s van B&F, maar dat B&F, in overleg met Aduanas, de schade rechtstreeks aan Last Concept Trading B.V. heeft voldaan. Heavyteam heeft het voorgaande niet, althans onvoldoende gemotiveerd betwist, zodat als vaststaand wordt aangenomen dat B&F de schade aan haar opdrachtgever Aduanas heeft vergoed.
5.5.
Ter onderbouwing van hun stelling dat de verzekeraars zijn gesubrogeerd in de rechten van B&F, hebben B&F en de verzekeraars het “Subrogation form” en de “Schaderekening” in het geding gebracht (productie 17 van B&F en de verzekeraars). Gelet op deze onderbouwing, heeft Heavyteam haar betwisting van de vorderingsgerechtigdheid van de verzekeraars onvoldoende gemotiveerd gehandhaafd. Derhalve is vast komen te staan dat de verzekeraars zijn gesubrogeerd in de rechten van B&F en uit dien hoofde vorderingsgerechtigd zijn, met uitzondering van het eigen risico van € 500,00.
5.6.
Niet is betwist dat 669 dozen in goede orde in ontvangst zijn genomen en dat 48 dozen niet op het in de CMR-vrachtbrief opgegeven adres zijn afgeleverd, maar ergens anders, in een bestelwagen, zijn overgeslagen. Gelet op de omstandigheid dat op de CMR-vrachtbrief staat vermeld dat deze 48 dozen niet zijn afgeleverd en de stelling van Heavyteam dat de chauffeur de onbetrouwbaarheid inzag van het overslaan van de 48 dozen in een bestelwagen, heeft Heavyteam haar verweer dat deze dozen wel zijn afgeleverd aan (medewerkers van) de ontvanger, onvoldoende feitelijk uitgewerkt en onderbouwd. De kantonrechter zal daarom aan dit verweer voorbijgaan.
5.7.
Heavyteam is derhalve in beginsel aansprakelijk voor het verlies van de 48 dozen (artikel 17 lid 1 jo artikel 3 CMR).
5.8.
Voor zover Heavyteam heeft bedoeld een beroep te doen op overmacht (artikel 17 lid 2 CMR), geldt dat een beroep op overmacht alleen slaagt wanneer Heavyteam aantoont dat zij alle in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs van een zorgvuldig vervoerder te vergen maatregelen heeft genomen om verlies te voorkomen (HR 17 april 1998, NJ 1998, 602 Brada/Oegema en HR 24 april 2009, NJ 2009, 204 Vos/Philips). Dit is gesteld noch gebleken. Vast staat dat de chauffeur van Aquila zich drie dagen eerder dan de overeengekomen datum en zonder voorafgaande melding, derhalve zonder zich te houden aan de instructies op de CMR-vrachtbrief, heeft begeven naar het opgegeven adres van de ontvanger en dat hij 48 dozen heeft gelost op een ander adres dan het op de CMR-vrachtbrief vermelde adres. Voorts blijkt uit de in het geding gebrachte e-mailwisseling (productie 5 van Heavyteam) en het verhandelde ter zitting, dat de chauffeur, anders dan Heavyteam aanvankelijk stelde, in strijd met de door B&F aan Heavyteam gegeven instructie, de 48 dozen heeft gelost zonder ontvangst van een PIN code. Het voorgaande brengt mee dat het beroep van Heavyteam niet slaagt.
Uit voornoemde e-mailwisseling en het verhandelde ter zitting blijkt bovendien dat B&F er niet van op de hoogte was dat de chauffeur op een ander adres ging lossen, zodat tegen deze achtergrond het verweer van Heavyteam dat B&F had moeten regelen dat de PIN code werd afgegeven en dat de trailer kon worden gelost c.q. andere instructies werden gegeven, geen hout snijdt.
Heavyteam heeft haar verweer dat B&F op de CMR-vrachtbrief had moeten vermelden dat de chauffeur om een PIN code moest vragen, omdat dit gebruikelijk is, onvoldoende onderbouwd, mede gelet op de meer plausibele stelling van B&F en de verzekeraars dat dit een veiligheidsinstructie betreft die niet op een CMR-vrachtbrief thuishoort, omdat anders iedereen weet dat er om een PIN code gevraagd moet worden. Bovendien geldt dat B&F de instructies met betrekking tot de PIN code met Heavyteam is overeengekomen en dat Heavyteam kennelijk heeft nagelaten om deze instructies in de vervoerovereenkomst met Aquila op te nemen, althans Aquila heeft nagelaten om ze door te geven aan haar chauffeur. Dit kan B&F niet worden tegengeworpen.
5.9.
Dit betekent dat de vordering tot vergoeding van € 13.286,13 aan schade zal worden toegewezen.
5.10.
De vordering tot betaling van € 1.203,95 aan expertisekosten zal als niet betwist worden toegewezen.
5.11.
De gevorderde samengestelde CMR-rente van 5% zal eveneens als niet betwist worden toegewezen.
5.12.
Gelet op de door B&F en de verzekeraars gegeven nadere, met stukken onderbouwde, toelichting op de door hun gevorderde buitengerechtelijke incassokosten, heeft Heavyteam haar betwisting dat deze kosten zijn gemaakt, onvoldoende gemotiveerd gehandhaafd. De vordering tot vergoeding van € 908,00 met rente zal dan ook worden toegewezen.
5.13.
Het nader vast te stellen bedrag aan vertaalkosten zal worden afgewezen, omdat deze vordering onvoldoende bepaald is en een juridische grondslag daarvoor ontbreekt.
5.14.
Heavyteam zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. De kosten aan de zijde van B&F en de verzekeraars worden begroot op € 932,00 aan vast recht en op € 600,00 aan salaris voor de advocaat ( 2 punten × € 300,00).

6.De beslissing

De kantonrechter,
veroordeelt Heavyteam om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan B&F en de verzekeraars te betalen de bedragen van
(i) € 13.286,13, althans aan
B&F : € 500,00
eiseres sub 2 : € 3.196,53
eiseres sub 3 : € 2.045,78
eiseres sub 4 : € 511,45
eiseres sub 5 : € 1.278,61
eiseres sub 6 : € 895,03
eiseres sub 7 : € 895,03
eiseres sub 8 : € 895,03
eiseres sub 9 : € 1.278,61
eiseres sub 10 : € 895,03
eiseres sub 11 : € 895,03
(ii) € 1.203,95, althans aan
eiseres sub 2 : € 300,99
eiseres sub 3 : € 192,63
eiseres sub 4 : € 48,16
eiseres sub 5 : € 120,40
eiseres sub 6 : € 84,28
eiseres sub 7 : € 84,28
eiseres sub 8 : € 84,28
eiseres sub 9 : € 120,39
eiseres sub 10 : € 84,28
eiseres sub 11 : € 84,28
(iii) al het voorgaande vermeerderd met de samengestelde CMR-rente van 5% vanaf 8 januari 2013 tot aan de dag der voldoening;
(iv) € 908,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der voldoening;
veroordeelt Heavyteam in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van B&F en de verzekeraars bepaald op € 1.532,00;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Sikkel en in het openbaar uitgesproken op 27 november 2015.
21915/16744