In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 11 december 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen een onderwijsinstelling en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De onderwijsinstelling, eiseres, had een boete van € 450,- opgelegd gekregen wegens overtreding van artikel 7, tweede lid, van de Tabakswet. Dit artikel verbiedt de verkoop van tabaksproducten in inrichtingen voor onderwijs. De rechtbank moest beoordelen of het winkelcentrum, dat zich in hetzelfde gebouw als de onderwijsinstelling bevond, als een inrichting voor onderwijs kon worden aangemerkt.
De rechtbank oordeelde dat het winkelcentrum niet als een inrichting voor onderwijs kon worden beschouwd. De rechtbank stelde vast dat er geen directe verbinding was tussen het winkelcentrum en de onderwijsinstelling, en dat het winkelcentrum vrij toegankelijk was voor het publiek. De rechtbank concludeerde dat de verwevenheid tussen het winkelcentrum en de onderwijsinstelling niet zodanig was dat het winkelcentrum als onderdeel van de onderwijsinstelling kon worden aangemerkt.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres gegrond, vernietigde het bestreden besluit van de minister en herstelde het primaire besluit. Tevens werd de minister veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan eiseres. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.