ECLI:NL:RBROT:2015:8886
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete opgelegd door de Autoriteit Financiële Markten wegens overtreding van de Wet op het financieel toezicht
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 10 december 2015 uitspraak gedaan in de zaken ROT 15/2346 en ROT 15/2545, waarbij de Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM) een bestuurlijke boete heeft opgelegd aan [eiser] van € 12.500,- wegens overtredingen van artikel 5:48 van de Wet op het financieel toezicht (Wft). De boete is opgelegd omdat [eiser], als commissaris van [onderneming A], zijn aandelenbezit en stemrecht niet tijdig heeft gemeld. De AFM handhaafde de boete in het bestreden besluit I en II, ondanks het bezwaar van [eiser].
De rechtbank heeft vastgesteld dat [eiser] niet in geschil heeft gebracht dat hij de overtredingen heeft begaan. De AFM heeft de boete gematigd op basis van de draagkracht van [eiser], die een natuurlijk persoon is met een vermogen van minder dan € 500.000,-. De rechtbank oordeelde dat de opgelegde boetes evenredig zijn aan de ernst en duur van de overtredingen en de mate van verwijtbaarheid van [eiser]. De beroepsgrond van [eiser] dat de boetes niet evenredig zijn aan zijn draagkracht, werd verworpen. De rechtbank concludeerde dat [eiser] onvoldoende inzicht heeft verschaft in zijn financiële positie en dat hij niet tijdig de benodigde documenten heeft overgelegd.
De rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.