ECLI:NL:RBROT:2015:8840

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 september 2015
Publicatiedatum
3 december 2015
Zaaknummer
C/10/15/590 F
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van faillissement van voormalig vennoot van een vennootschap onder firma

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 17 september 2015 uitspraak gedaan in een verzet tegen een faillissementsverklaring van een voormalig vennoot van een vennootschap onder firma (v.o.f.). De opposant, bijgestaan door zijn advocaat mr. J.B. Maliepaard, verzocht om vernietiging van het vonnis van 18 augustus 2015, waarbij hij in staat van faillissement was verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opposant niet verkeert in de toestand van te hebben opgehouden te betalen. Dit werd onderbouwd door het feit dat de opposant inmiddels een eenmanszaak had opgericht die voldoende inkomsten genereerde en dat hij betalingsregelingen had getroffen met zijn schuldeisers. De curator, mr. W.Th. van Dijk, bevestigde dat er een bedrag van € 8.802,50 op zijn derdengeldrekening was ontvangen, wat voldoende was om de vorderingen van de belangrijkste schuldeisers te voldoen. De rechtbank oordeelde dat er voldoende feiten en omstandigheden waren die aantonen dat de opposant niet in een faillissementssituatie verkeerde. Daarom werd het verzoek tot faillietverklaring afgewezen en het eerdere vonnis vernietigd. De rechtbank stelde het salaris van de curator vast op € 0,00.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team Insolventie
Insolventienummer [nummer]
VONNIS op het verzoekschrift van:
[naam 1],
wonende aan de [adres 1],
[woonplaats],
voorheen vennoot van:
vennootschap onder firma [naam 2] (hierna: de v.o.f.),
gevestigd aan de [adres 2],
[plaats],
advocaat mr. J.B. Maliepaard,
opposant,
strekkende tot vernietiging van het vonnis van deze rechtbank van 18 augustus 2015, waarbij opposant, op verzoek van
Maxitel Telecom B.V., gevestigd te Alphen aan den Rijn, hierna te noemen geopposeerde, voor wie als procesadvocaat optreedt mr. S. Kroesbergen, in staat van faillissement is verklaard.

1.De procedure

Het verzetschrift is ter terechtzitting van 11 september 2015 behandeld.
Ter terechtzitting zijn verschenen opposant, bijgestaan door zijn advocaat
mr. J.B. Maliepaard, de heer [naam 3] namens Maxitel Telecom B.V., bijgestaan door
mr. S. Kroesbergen, alsmede de curator in het faillissement, mr. W.Th. van Dijk.
De uitspraak is ter terechtzitting bepaald op 17 september 2015.
Op 10 september 2015 heeft de curator verslag uitgebracht.
Per faxberichten van 10 september 2015 heeft mr. Maliepaard te kennen gegeven dat de privéschuldeisers van opposant en verschillende schuldeisers van de v.o.f. (onder voorwaarden) akkoord gaan met vernietiging van het faillissement.
Bij faxbericht van 16 september 2015 heeft de curator bericht dat een bedrag van
€ 8.802,50 door de ING Bank op zijn derdengeldrekening is betaald. De curator heeft de rechtbank verzocht, gelet op de bijzondere omstandigheden van dit geval, om geen salaris vast te stellen.

2.de standpunten

Opposant heeft aangevoerd niet in de toestand te verkeren dat hij is opgehouden te betalen. Thans heeft opposant een eenmanszaak waarmee voldoende inkomsten worden gegenereerd. De v.o.f. werd geëxploiteerd door de andere vennoot, de vader van opposant. Opposant heeft regelingen getroffen met het merendeel van zijn schuldeisers en de schuldeisers van de v.o.f. Met het geld van opposant dat naar de derdengeldrekening van de curator is overgemaakt kunnen de overige schuldeisers worden voldaan.
Ter zitting heeft geopposeerde verklaard dat zij akkoord gaat met de vernietiging van het faillissement op het moment dat het geld beschikbaar is op de derdengeldrekening van de curator.
De curator heeft medegedeeld dat de v.o.f. per 23 augustus 2013 is uitgeschreven uit het handelsregister maar dat het vermogen van de v.o.f. niet geheel is vereffend.

2.De beoordeling

Bij vonnis van 18 augustus 2015 is opposant in staat van faillissement verklaard.
Het verzet tegen voornoemd vonnis is tijdig ingesteld.
Opposant heeft verklaard per 1 januari 2013 uit de v.o.f. te zijn getreden. In artikel 18 Wetboek van Koophandel is bepaald dat in de vennootschap onder firma elk der vennoten wegens de verbintenissen van de vennootschap hoofdelijk is verbonden. Hieruit volgt dat de uitgetreden vennoot na zijn uittreding tegenover schuldeisers van de vennootschap hoofdelijk aansprakelijk blijft voor de verbintenissen die vóór zijn uittreden zijn aangegaan.
Uit de informatie van de curator volgt dat opposant thans aansprakelijk is voor de schulden van de v.o.f. aan geopposeerde, aan de Belastingdienst, aan Lindorff Credit Management BV en aan [naam 4] B.V., en mogelijk ook ter zake van de schuld aan Vesting Finance Fiditon/ING.
Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat de curator een bedrag van
€ 8.802,50 op zijn derdengeldrekening heeft ontvangen. Dit bedrag volstaat om de vorderingen van geopposeerde, de Belastingdienst en van [naam 4] B.V. te voldoen. Van Vesting Finance Fiditon/ING is een verklaring overgelegd dat ING geen bezwaar heeft tegen vernietiging van het faillissement van opposant.
Voor wat betreft de schuld aan Lindorff Credit Management BV heeft de curator uitgelegd dat dit een hypothecaire lening betreft, dat aan de makelaar reeds opdracht is gegeven het onroerend goed waarop deze lening ziet te verkopen, en dat de marktwaarde van het onroerend goed ruim boven het bedrag van de lening ligt. Het is aldus niet de verwachting dat hieruit een schuld van de v.o.f. resteert, die op opposant verhaald zou moeten worden.
Daarnaast heeft opposant met zijn privéschuldeisers betalingsregelingen getroffen danwel verklaringen van hen overgelegd waaruit blijkt dat zij (onder voorwaarden) akkoord gaan met de vernietiging van het faillissement.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het faillissement van opposant voor vernietiging in aanmerking komt, nu voldoende is gebleken van feiten en omstandigheden die aantonen dat opposant niet verkeert in de toestand van te hebben opgehouden te betalen.

3.De beslissing

De rechtbank:
- vernietigt het vonnis van deze rechtbank van 18 augustus 2015, waarbij opposant in staat van faillissement is verklaard;
- wijst af het verzoek tot faillietverklaring;
- stelt het salaris van de curator en de verschotten vast op € 0,00;
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Geurts-de Veld, rechter, en in aanwezigheid van , griffier, uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 september 2015. [1]

Voetnoten

1.