Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
2.Het geschil
3.De beoordeling
“Verder werd met u overeengekomen dat, zodra zich in de toekomst huurderswisselingen in het pand [straatnaam 2] , (Termeer Schoenen B.V.), alsmede [straatnaam 3] (Dixons B.V.) voordoen het bovenstaande komt te vervallen en een vluchtweg aan de voorzijde van deze panden aan de Promenade gecreëerd wordt”.
”Uw standpunt ten aanzien van D kan ik niet volgen.
Wij zijn het erover eens dat de bouwkundige en andere maatregelen door u getroffen worden om de vluchtweg aan te passen.”
Verder wordt in deze fax gesproken over het begrip huurderswisseling en over vrijwaring voor aanspraken van derden.
“Naar aanleiding van een ingekomen brief van de heer [kantoorcentrum 2] d.d. 8 januari 2003, delen wij u het volgende mede. Op grond van artikel 2.160 van het Bouwbesluit dient een bestaand bouwwerk voldoende routes te hebben waarlangs bij brand een veilige plaats kan worden bereikt. Voorts bepaalt artikel 2.162 van het Bouwbesluit dat een rookvrije vluchtroute naar het aansluitende terrein dient te leiden en vandaar naar de openbare weg gevlucht moet kunnen worden zonder dat deuren gepasseerd moeten worden die met een sleutel moeten worden geopend.
Om aan de strijdige situatie met betrekking tot voornoemde voorschriften een einde te maken heeft u een begin gemaakt aan een vluchtmogelijkheid van de Promenade door een gat aan de achterzijde te vergroten naar het achtergelegen perceel.
De heer [kantoorcentrum 2] heeft ons medegedeeld dat de voorgestelde oplossing namelijk het vergroten van ruimte niet voldoet, daar er door aanwezigheid van een elektrische poort niet ongestoord gevlucht kan worden. Deze poort wordt geregeld ‘s avonds gesloten waardoor er geen sprake meer is van een ongestoorde vluchtweg, daar een draaizwengel noodzakelijk is om deze poort te openen.
Wij hebben daartoe ter plaatse d.d. 22 januari 2003 een controle uitgevoerd, hieruit is gebleken dat de geplande vluchtroute niet conform de gemaakte afspraken, namelijk dat via een loopdeur een vluchtweg gecreëerd zou worden, kan worden uitgevoerd. Wij wijzen u er volledigheidshalve op dat indien de vluchtweg niet via deze weg gerealiseerd kan worden, u op grond van de voornoemde artikelen in het Bouwbesluit verplicht bent, indien de geplande oplossing niet voldoet, een alternatieve locatie voor de realisering van de vluchtweg te zoeken. Eventuele privaatrechtelijke problemen die hierbij in de weg staan mogen er niet toe leiden dat de realisering van de vluchtweg vertraagd wordt.
De vluchtweg dient in dit geval derhalve op eigen terrein te worden gerealiseerd.
Middels het bijgesloten formulier dient u binnen acht weken een schetsplan van de nieuw geplande vluchtweg in te dienen. (…) “.
“Zoals overeengekomen draagt Progress op haar kosten en voor haar rekening voor de uitvoering van het gestelde in de brief van de gemeente d.d. 30-1-2003 (…)“.
“(…) Verkoper staat ervoor in dat de vluchtweg via de [straatnaam 1] (perceel van [kantoorcentrum 3] ) voor zijn rekening en kosten voldoet en blijft voldoen aan het huidig vigerende bouwbesluit en/of huidige gemeentelijke verordening tot de huurovereenkomst van de hierna te noemen winkels eindigt. Verkoper zal op zijn kosten al die voorzieningen, maatregelen en/of (bouwkundige) aanpassingen realiseren die daarvoor nodig zijn.
Verkoper staat er voorts voor in dat de vluchtweg als zodanig (via het perceel van [kantoorcentrum 2] ) in stand blijft tot het moment dat de huurovereenkomst van [straatnaam 4] eindigt.
Verkoper vrijwaart koper voor alle (schade)aanspraken van derden, geen uitgezonderd, daaronder ook begrepen die van de (semi)overheid en of andere instanties. Voorts vrijwaart verkoper koper tegen alle vorderingen en aanspraken van [kantoorcentrum 2] en/of zijn rechtsopvolgers onder algemene of bijzondere titel “.
Uit de hiervoor onder 3.1 vermelde correspondentie kan slechts worden afgeleid dat er discussie is geweest tussen Progress en de gemeente, maar tot een aanschrijving is het niet gekomen. Progress heeft zich op het standpunt gesteld – zo begrijpt de rechtbank – dat de bestaande vluchtweg, mogelijk met aanpassingen, kon worden gehandhaafd omdat daarvoor eerder bouwvergunning was verleend. Muermans heeft niet aannemelijk gemaakt dat dit standpunt op voorhand als onhoudbaar moet worden beschouwd, laat staan dat zij op basis daarvan Progress heeft aangesproken. De rechtbank kan in deze omstandigheden niet vaststellen dat het Bouwbesluit in de weg stond aan handhaving van de bestaande vluchtweg.
Met Progress stelt de rechtbank vast dat in de periode voorafgaand aan de levering onderhandelingen hebben plaatsgevonden over de tekst van artikel D onder a, maar dat de door Muermans bepleite verplichting daarin niet terecht is gekomen. Of tijdsdruk daaraan debet is kan in het midden blijven; het ongewijzigd laten passeren van de leveringsakte komt voor risico van Muermans.
4.De beslissing
106