Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 15 juli 2015
- het proces-verbaal van comparitie van 16 oktober 2015.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
904,00(2,0 punten × tarief € 452,00)
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak vordert eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. E. Osinga, dat de commanditaire vennootschap Voogd en Voogd Verzekeringen C.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. G.J. Schras, een melding van wanbetaling uit haar interne registratie verwijdert. Eiseres stelt dat de registratie onjuist is, omdat zij de verzekeringsovereenkomst op 15 juli 2011 heeft opgezegd. Voogd en Voogd betwist echter de ontvangst van deze opzegging en stelt dat de verzekeringsovereenkomst stilzwijgend is verlengd tot de beëindiging door Voogd en Voogd op 1 juli 2011 wegens wanbetaling. De rechtbank oordeelt dat eiseres niet kan aantonen dat de opzegging Voogd en Voogd heeft bereikt, waardoor de registratie van wanbetaling niet onrechtmatig is. De vordering van eiseres wordt afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten. De rechtbank wijst erop dat eiseres mogelijk nog gevolgen ondervindt van de registratie, maar dat dit geen invloed heeft op de beslissing in deze zaak.