ECLI:NL:RBROT:2015:8250

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 november 2015
Publicatiedatum
13 november 2015
Zaaknummer
10/120431-15
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geldigheid dagvaarding in zaak van kinderporno

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 10 november 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het verwerven en in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was, ondanks de verdediging die aanvoerde dat de tenlastelegging onvoldoende feitelijk en duidelijk was. De rechtbank oordeelde dat de tenlastelegging voldoende feitelijk was, omdat deze verwees naar een 'toonmap' die een representatieve collectie van de afbeeldingen bevatte. De verdachte had de tenlastelegging begrepen en kon zich verdedigen tegen de beschuldigingen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte in de periode van 1 juli 2013 tot en met 20 mei 2014 in totaal 11.381 kinderpornografische afbeeldingen had verworven en in bezit had gehad. De verdachte had verklaard dat hij deze afbeeldingen had gedownload en dat hij de enige gebruiker van de computer was. De rechtbank verwierp de verweren van de verdediging en achtte de verdachte schuldig aan het ten laste gelegde feit, waarbij het bezit van kinderpornografie als een gewoonte werd aangemerkt. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht bij de reclassering en ambulante behandeling. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de schadelijke gevolgen van kinderporno voor de betrokken kinderen. De verdachte werd als strafbaar verklaard en de rechtbank achtte de opgelegde straf passend en geboden.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/120431-15
Datum uitspraak: 10 november 2015
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [plaats] op [geboortedatum 1966],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres en woonplaats],
raadsvrouw mr. M.G.J. Plat, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 27 oktober 2015.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. R. Segerink heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en met de bijzondere voorwaarden dat de verdachte zich zal houden aan de meldplicht bij de reclassering, dat hij zich ambulant zal laten behandelen bij het DOK of een soortgelijke instelling en zich zal houden aan de andere aanwijzingen zijn gedrag betreffende, die hem door het Leger des Heils zullen worden gegeven.

4.Geldigheid dagvaarding

4.1.
Standpunt verdediging:
Aangevoerd is dat de seksuele gedragingen van de bij de verdachte aangetroffen kinderporno in de tenlastelegging onvoldoende zijn gespecificeerd per afbeelding. Evenmin is verwezen naar een vindplaats in het dossier waarin een dergelijke specificatie wel is gegeven. De tenlastelegging is daardoor onvoldoende feitelijk en duidelijk en dus nietig.
4.2.
Beoordeling
De rechtbank constateert dat in de tenlastelegging:
  • een totale hoeveelheid afbeeldingen is vermeld;
  • in algemene bewoordingen feitelijk is omschreven waaruit de seksuele gedragingen op de afbeeldingen bestonden, opgedeeld in categorieën;
  • de formulering in de tenlastelegging aansluit op de beschrijving van de zich in het dossier bevindende collectiescan, die als bijlage I is opgenomen bij het proces-verbaal van beschrijving van kinderpornografisch materiaal van 17 oktober 2014 (proces-verbaalnummer 470/2014, doorgenummerde dossierpagina 45 e.v.);
  • alle afbeeldingen zijn aangetroffen op dezelfde computer, die in beslag is genomen bij de verdachte;
en dat bovendien in de dagvaarding is verwezen naar de zogeheten ‘toonmap’ die een representatieve collectie van de in de tenlastelegging genoemde afbeeldingen bevat en die officier van justitie ter terechtzitting, naar eigen zeggen, aanwezig heeft gehad.
Aldus is de tenlastelegging voldoende feitelijk en duidelijk als bedoeld in artikel 261 Sv. De verdachte heeft niet alleen kunnen begrijpen wat hem werd verweten, maar dat blijkens het verhandelde ter terechtzitting ook daadwerkelijk begrepen.
4.3.
Conclusie
Het verweer wordt verworpen. De dagvaarding is geldig.

5.Waardering van het bewijs

5.1.
Bewijswaardering
5.1.1.
Standpunt verdediging
Aangevoerd is dat er voor de periode van 1 oktober 2012 tot en medio 2013 onvoldoende wettig bewijs is voor het tenlastegelegde, nu er voor deze periode geen ander bewijs is dan verdachtes eigen verklaring. De verdachte heeft tot medio 2013, met een andere computer dan die op 20 mei 2014 door de politie in beslag is genomen, bij het downloaden van muziek onbedoeld ook kinderporno gedownload. Deze kinderporno heeft hij direct verwijderd. Hij had in die periode geen opzet op het verwerven en het in bezit hebben van kinderporno.
Van het totaal aantal aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen bevonden zich 3741 in de deleted files. Deze bestanden zijn zonder speciale software niet meer eenvoudig door de gebruiker te benaderen. De verdachte beschikte niet over specialistische kennis over computers en software, zodat niet kan worden bewezen dat hij beschikte over deze afbeeldingen.
Er kan evenmin worden bewezen dat de verdachte een gewoonte heeft gemaakte van het bezit van kinderporno. Uit het dossier en verdachtes verklaring kan niet worden afgeleid hoe vaak hij heeft gedownload en het kan zijn dat de afbeeldingen in een gering aantal keren op zijn computer zijn gedownload.
5.1.2.
Beoordeling
Bij de verdachte is op 20 mei 2014 in zijn woning zijn computer in beslag genomen. Op deze computer zijn 11.381 kinderpornografische afbeeldingen aangetroffen. De verdachte heeft verklaard dat hij de in beslag genomen computer vanaf medio 2013 in zijn bezit had, dat hij daarop kinderporno heeft gedownload en dat hij de enige was die de computer gebruikte. Nu niet kan worden bewezen dat de verdachte de desbetreffende computer eerder in zijn bezit heeft gehad, zal de rechtbank bewezen achten dat de verdachte in de periode van 1 juli 2013 tot en met 20 mei 2014 kinderporno heeft verworven en in bezit heeft gehad.
Anders dan de raadsvrouw heeft bepleit, acht de rechtbank wel bewezen dat het om 11.381 afbeeldingen is gegaan. Weliswaar zijn 3741 afbeeldingen verwijderd en waren deze voor de verdachte kennelijk niet meer benaderbaar, maar het kan niet anders dan dat de verdachte deze afbeeldingen heeft gedownload, oftewel heeft verworven, en bekeken en daarna verwijderd, oftewel voorhanden heeft gehad. Immers, de verdachte heeft verklaard dat hij hele series downloadde “en dan haalde ik de naakte meisjes er tussen uit en de rest gooide ik weg”. Om aldus te kunnen selecteren heeft de verdacht alle plaatjes moeten bekijken. Hij heeft dus geweten dat het verwijdere materiaal om kinderporno ging. En juist uit het feit dat hij afbeeldingen heeft verwijderd, vloeit voort dat hij, op enig moment in de tenlastegelegde periode, erover heeft beschikt. En wetenschap en beschikkingsmacht leveren tezamen het voorhanden hebben op.
Tenslotte, anders dan de raadsvrouw heeft bepleit, acht de rechtbank bewezen dat de verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het verwerven en voorhanden hebben van kinderporno. Immers, de verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij gedurende de ten laste gelegde periode één keer per week mappen downloadde met kinderpornografische afbeeldingen en deze bekeek. Gelet op deze frequentie, op de bewezenverklaarde periode en op het aantal aangetroffen afbeeldingen, komt de rechtbank tot het oordeel dat er sprake is geweest van een gewoonte.
5.1.3
Conclusie
Het verweer wat betreft de periode waarin de verweten feiten zijn gepleegd treft doel, de overige verweren worden verworpen.
5.2
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij, in de periode van
01 juli 2013tot en met 20 mei 2014 in Nederland, meermalen (in totaal) 11.381 afbeeldingen, te weten 11.381 foto’s) - en/of een gegevensdrager bevattende afbeeldingen (te weten een computer) - heeft verworven en/of in bezit gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen -zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal en vaginaal en anaal penetreren met de penis en/of een voorwerp van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en
het oraal en vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt met de penis en/of (een) vinger/hand en
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt met de penis en/of een vinger/hand en/of een voorwerp en/of de mond/tong
en
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met (een) vinger/hand en/of een voorwerp
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet hebben bereikt, waarbij deze personen gekleed is/zijn en/of opgemaakt zijn en/of poseren in een omgeving en/of met voorwerp en/of in (erotisch getinte) houdingen (op een wijze) die niet bij hun leeftijd passen
en
waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen van hun kleding ontdoen
en/of door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze personen de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
en
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt
en
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt (terwijl op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is),
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling, van welk misdrijf hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

6.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
een afbeelding en gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken heeft verworven en in bezit heeft gehad, terwijl van het plegen van dat misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

7.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

8.Motivering straf

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan, de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich over een periode van ruim tien maanden schuldig gemaakt aan het via internet een gewoonte maken van het verwerven en het in bezit van hebben van kinderpornografische afbeeldingen op zijn computer.
De bij de verdachte aangetroffen kinderporno omvatte naast materiaal waarop op seksuele wijze wordt geposeerd door minderjarigen, ook materiaal waarop kleine kinderen zeer ernstig worden gebruikt. Zo wordt bijvoorbeeld beeldmateriaal aangetroffen waarbij vaak hele jonge meisjes vaginaal, anaal en oraal worden gepenetreerd met een penis, vinger of voorwerp. Verder is een klein aantal afbeeldingen aangetroffen waarop jonge meisjes naakt zijn vastgebonden of wasknijpers op de schaamlippen hebben.
Voor de op de computer van de verdachte aangetroffen kinderporno zijn dus jonge kinderen misbruikt. Dit misbruik is schadelijk voor de betrokken kinderen, omdat zij seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. De ervaring leert dat kinderen hierdoor ernstig psychische schade oplopen.
Zolang er belangstelling is voor het bekijken en downloaden van kinderporno, ook als het gaat om digitaal gemanipuleerde afbeeldingen, blijft ook het vervaardigen ervan in stand.
Bovendien kunnen kinderpornografische afbeeldingen die op internet circuleren, de betrokken kinderen tot in de lengte van jaren blijven achtervolgen.
Voor een effectieve bestrijding van kinderporno is het noodzakelijk dat naast de personen die kinderporno vervaardigen ook degenen die kinderporno verwerven en in bezit hebben worden bestraft.
De rechtbank kan niet anders concluderen dan dat de verdachte zich uitsluitend heeft laten leiden door eigen behoeftebevrediging zonder rekening te houden met de bovengenoemde schadelijke gevolgen. De rechtbank rekent dit de verdachte zwaar aan.
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 2 oktober 2015, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor een zedendelict.
Reclassering Nederland heeft op 24 augustus 2015 een rapport over de verdachte opgemaakt. Dit rapport houdt het volgende in.
De verdachte drinkt vanaf zijn zestiende jaar alcohol. In zijn latere leven werd de alcoholconsumptie problematisch. Hij heeft in het verleden meermalen getracht te stoppen met het gebruik van alcohol maar dit is hem zelfstandig niet is gelukt. De verdachte is in behandeling geweest bij Delta psychiatrisch centrum. Nu staat hij onder begeleiding van het Leger des Heils. Hij heeft via deze organisatie zijn huidige woning en werk in een zogeheten store van het Leger des Heils.
De reclassering is van mening dat de verdachte een duidelijke structuur nodig heeft. Er is een begeleiding, naast die van het Leger des Heils, en een behandeling nodig. De kans op recidive wordt door reclassering als hoog gemiddeld ingeschat. Dit recidiverisico wordt veroorzaakt door het alcoholprobleem van de verdachte en door zijn eenzaamheid. De reclassering verwacht dat de recidivekans als gemiddeld en uiteindelijk als laag kan worden ingeschat indien de verdachte deelneemt aan een training seksuele daders en als hij inziet in welke mate zijn eenzaamheid heeft bijgedragen aan zijn handelen. De reclassering adviseert de oplegging van een (gedeeltelijk) voorwaardelijke gevangenisstraf met als bijzondere voorwaarden - kort weergegeven - een meldplicht, het volgen van een ambulante behandeling en het opvolgen van aanwijzingen van de medewerker van het Leger des Heils met reclasseringstoezicht hierop.
De rechtbank kan zich vinden in bovengenoemde conclusies en sluit zich hierbij aan.
Gezien de ernst van het feit, in het bijzonder gelet op hetgeen hierboven is overwogen over de schadelijkheid van kinderporno, is de rechtbank van oordeel dat niet anders kan worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijk gevangenisstraf.
De raadsvrouw bepleit de oplegging van een taakstraf en een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden en acht oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet noodzakelijk. De verdachte heeft op eigen initiatief contact gezocht met het DOK, hij heeft werk gezocht en het contact met zijn kinderen hersteld.
Bovendien heeft de procedure lang geduurd. De eerste melding dat de verdachte kinderporno op zijn computer zou hebben dateert van 31 oktober 2013 en pas op 20 mei 2014 is zijn computer in beslag genomen. Vijf maanden daarna is de verdachte aangehouden. Hierna heeft het nog één jaar geduurd voor de zaak ter terechtzitting is behandeld.
De rechtbank overweegt dat de zaak binnen twee jaar na aanvang van de redelijke termijn, die in het onderhavige geval is begonnen op 20 mei 2014 met de doorzoeking van verdachtes woning en de inbeslagneming van zijn computer, bij de rechter is aangebracht. De redelijke termijn is niet geschonden.
Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank verder acht geslagen op de oriëntatiepunten voor straftoemeting en LOVS-afspraken. Het een gewoonte maken van het bezit van kinderporno levert volgens deze oriëntatiepunten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op van één jaar. De rechtbank acht, gelet op de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het feit heeft plaatsgevonden, de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van één jaar in beginsel een passende en geboden sanctie.
De rechtbank zal op grond van het reclasseringsadvies, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en zijn welwillende houding ten opzichte van reclasseringscontact de op te leggen gevangenisstraf deels voorwaardelijke opleggen, met oplegging van het geadviseerde reclasseringstoezicht, om de verdachte ervan te weerhouden een dergelijk feit in de toekomst wederom te plegen.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 63 en 240b van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart de dagvaarding geldig;
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van twaalf (12) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
zes (6) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 2 jaren, na te melden voorwaarden overtreedt;
stelt als algemene voorwaarden:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
stelt als bijzondere voorwaarden:
- de veroordeelde zal zich melden bij Reclassering Nederland, zolang en frequent als die reclasseringsinstelling noodzakelijk vindt;
- de veroordeelde zal zich voor zijn problematiek onder ambulante behandeling stellen na een intake bij het DOK, of een soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering en zal zich houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven, gedurende de proeftijd of zoveel korter als de instelling/behandelaar verantwoord vindt;
- de veroordeelde komt de aanwijzingen van de medewerker van het Leger des Heils na, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.L.M. Boek, voorzitter,
en mrs. C.A. van Beuningen en M. Bakhuis, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. R. van Puffelen, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij,
in of omstreeks de periode van 01 oktober 2012 tot en met 20 mei 2014 te Rotterdam, in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal (telkens) (in totaal) 11.381 afbeelding(en), te weten 11.381 foto(’s) – en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een)
afbeelding(en) (te weten een computer) –
heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of verworven en/of in bezit gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met
gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn,
waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven -
bestonden uit (onder meer):
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren (met de penis en/of (een)
voorwerp(en)) van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van
18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander)
persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft
bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand)
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de
borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft
bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en)
en/of de mond/tong)
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de
borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd
van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met (een) vinger(s)/hand en/of (een)
voorwerp(en))
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij
deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of
poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in
(een) (erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun
leeftijd past/passen
en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende
afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose
en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de
afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of
borsten en/of billen in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een
perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben
bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een
perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben
bereikt (terwijl op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie
zichtbaar is),
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling,
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
(art. 240b Wetboek van Strafrecht)