Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 tot en met 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden met aftrek van voorarrest.
4.Waardering van het bewijs
- de verklaring van de getuige 1, aan wie de verdachte de verkrachting zou hebben toegegeven. Zij heeft verklaard dat de verdachte tegen haar heeft gezegd: “Ik heb van alles gedaan, ik heb haar betast, ik heb haar van achteren gedaan.” en: “Ik heb het niet aan de voorkant gedaan”. Deze getuige verklaart ook dat zij de ochtenden waarop de verkrachtingen zouden hebben plaatsgevonden niet thuis was;
- de in de telefoon van de verdachte aangetroffen sms-berichten, verzonden naar het slachtoffer met als inhoud: “wat doet bij je pijn?” en: “dag mijn liefje geef mij een zoen”.
- de verklaring van de getuige 2 bij de rechter-commissaris dat zij vlak voor 13 januari 2014 een zuigzoen in de nek van de aangeefster heeft gezien;
- de verklaringen van de getuigen 3 en 2, over de heftige emoties van de aangeefster 1 toen zij het verhaal voor de eerste keer vertelde en de gedragsverandering die deze getuigen bij de aangeefster 1 hebben waargenomen;
- de verklaring van de getuige 1, die verklaart dat zij een gedragsverandering heeft gezien bij de aangeefster 1 in de periode dat zij bij haar heeft gewoond.
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vordering benadeelde partij
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van twee (2) dagen;